Rok

Uit Christipedia

Rok is in de Statenvertaling van de Heilige Schrift meestal de benaming voor het onderkleed of hemd, dat geen mouwen had, tot de knieën reikte, en door een gordel werd samengehouden.

Stof. De rok kon van verschillende stof zijn, linnen, katoen, soms purper (Luc. 16 : 19).

Woord. Het Hebreeuwse woord in het Oude Testament is כתנת, kethoneth of koettoneth. Het komt van een niet gebruikte stam in de betekenis van 'bedekken'. De betekenis is: tuniek, onderkleed. Het kan betekenen: een lang, hemd-gelijkend gewaad, gewoonlijk van linnen.[1] Het woord komt 29x voor in het Oude Testament. De Statenvertaling vertaalt door 'rok'. De NBG51-vertaling door 'onderkleed' (12x), 'kleed' (8x), 'pronkgewaad' (waar de Statenvertaling 'veelvervige rok' heeft), 'onderklederen' (van de priesters, 3x), 'gewaad' (1x). De King James-vertaling: 'coat' (23x), 'garment' (5x), 'robe' (1x). Het strongnummer is H3801.

'Veelvervige rok'. Jozef (Gen. 37: 3) en ook Thamar (2 Sam. 13: 18) droegen een „veelvervige" (d.i. veelkleurige) rok, waarschijnlijk is een lijfrok bedoeld, die van mouwen voorzien was en tot aan de enkels reikte. Andere vertalingen hebben 'pronkgewaad' (NBG51), 'prachtig kleed' (WV78, WV95), 'veelkleurige mantel' (NaB), 'prachtig bovenkleed' (NBV04).

Priesteronderkleed. De hogepriesters en de overige priesters moesten bijzondere 'rokken', onderklederen, dragen.

Ex 28:39  Gij zult ook een rok vol oogjes maken, van fijn linnen; gij zult ook den hoed van fijn linnen maken; maar den gordel zult gij van geborduurd werk maken. Ex 28:40   Voor de zonen van Aäron zult gij ook rokken maken, en gij zult voor hen gordels maken; ook zult gij voor hen mutsen maken, tot heerlijkheid en sieraad. (SV)

Ex 28:39  U moet vervolgens het onderkleed weven, van fijn linnen. U moet ook een tulband van fijn linnen maken, maar de gordel moet u van borduurwerk maken. Ex 28:40 U moet voor de zonen van Aäron ook onderkleren maken en u moet voor hen gordels maken. Ook moet u voor hen hoofddoeken maken die [hun] waardigheid en aanzien [geven]. (HSV)

De Canisius-vertaling heeft hier 'tuniek'. De rok was een van de kledingstukken van de hogepriester.

Ex 29:5  Daarna zult gij de klederen nemen, en Aäron den rok, en den mantel des efods, en den efod, en den borstlap aandoen; en gij zult hem omgorden met den kunstelijken riem des efods. (SV)

Ex 29:5  Trek Aäron daarna de priesterkleding aan: de tuniek, het bovenkleed dat bij de priesterschort hoort, de priesterschort en de borsttas; bind de schort vast met de bijbehorende band. (NBV04)

Twee rokken over elkaar te dragen was weelde (Matth. 10: 10; Luc. 3: 11; 9: 3).

'De rok door het vlees bevlekt'. „Haat ook de rok, die van het vlees bevlekt is" (Judas vs. 23, Statenvertaling), betekent: haat ook alle uitwendige zedelijke onreinheid, haat alles wat ook maar van verre enige gemeenschap met de zonde zou kunnen hebben, dus ook de schijn van kwaad. Anderen vertalen in plaats van 'rok': 'kleed' (NBG51, Lei, Telos, NaB), 'kleren' (NBV04).

Meer informatie

Exodus 28 - The Jewish Priestly Garments. Youtube.com: Messages of Christ, 5 okt. 2015. Vanaf 5 min. 47 sec. wordt het priesteronderkleed getoond.

Bron

F. W. Grosheide, J.H. Landwehr, C. Lindeboom, J.C. Rullmann, Christelijke Encyclopaedie voor het Nederlandsche volk. Kampen: J.H. Kok, 1925-1931. Zes delen. Tekst van het lemma 'Rok' is onder wijziging verwerkt op 26 jan. 2022.

Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen. Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon van Larry Pierce.

Voetnoot

  1. Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen. Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon van Larry Pierce.