Romeinen 5

Uit Christipedia

Romeinen 5 is een hoofdstuk van De brief van Paulus aan de Romeinen, een geschrift in de Bijbel, en telt 21 verzen.

Hoofdstukken van De brief van Paulus aan de Romeinen samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16
Verzen van Romeinen 5 becommentarieerd: · 2 · 3 · 4 · 5 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21

Samenvatting

1-11 Gevolgen van de rechtvaardiging. 12-21 Door Adam is de zonde en de dood gekomen, door Christus de gerechtigheid en het leven.  

2

2 door Wie wij ook de toegang verkregen hebben door het geloof tot deze genade waarin wij staan, en wij roemen in de hoop op de heerlijkheid van God. (Telos) 

Tot deze genade waarin wij staan. Zie ook vers 3.

Wij roemen in de hoop op de heerlijkheid van God. Wij prijzen ons gelukkig in die hoop. De heerlijkheid van God is een heerlijkheid waar wij als ongerechtvaardigde zondaars niet toe kwamen.
Ro 3:23  Want allen hebben gezondigd en komen te kort aan de heerlijkheid van God, (Telos)
Ro 8:17  En zijn wij kinderen, dan ook erfgenamen: erfgenamen van God en medeerfgenamen van Christus, als wij inderdaad met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden. (Telos)
Ro 8:30  En hen die Hij tevoren heeft bestemd, die heeft Hij ook geroepen; en die Hij heeft geroepen, die heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij heeft gerechtvaardigd, die heeft Hij ook verheerlijkt. (Telos)
1Pe 5:10 De God nu van alle genade, die u heeft geroepen tot zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, Hij zal u, nadat u een korte tijd geleden hebt, volmaken, bevestigen, versterken, grondvesten. (Telos)

3

3 En dat niet alleen, maar wij roemen ook in de verdrukkingen, daar wij weten dat de verdrukking volharding werkt, (Telos) 
Dat de verdrukking volharding werkt.
2Th 1:4  zodat wij zelf in u roemen in de gemeenten van God over uw volharding en geloof onder al uw vervolgingen en verdrukkingen die u verdraagt:
1Pe 5:10 De God nu van alle genade, die u heeft geroepen tot zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, Hij zal u, nadat u een korte tijd geleden hebt, volmaken, bevestigen, versterken, grondvesten. (...) 1Pe 5:12  Door Silvanus ... heb ik in het kort geschreven om u te vermanen en te betuigen, dat dit de ware genade van God is waarin u moet staan. (Telos)

4

4 en de volharding beproefdheid en de beproefdheid hoop; (Telos) 
Beproefdheid. Wanneer wij volharden en opgeven, de Heer trouw blijven en Hem niet verlaten, worden wij beproefd en zijn wij, na afloop, beproefd. Vergelijk:
Mt 7:24 Ieder dan die deze mijn woorden hoort en ze doet, zal vergeleken worden met een wijs man, die zijn huis op de rots heeft gebouwd; Mt 7:25 en de slagregen viel en de waterstromen kwamen en de winden waaiden en beukten tegen dat huis; en het viel niet, want het was op de rots gegrondvest. (TELOS)
De verdrukkingen (vs. 3) zijn als de waterstromen en winden die tegen het huis slaan. Het huis dat blijft staan is beproefd. En de beproefdheid hoop. De verdrukkingen, waarin hij volharden en beproefd worden, doen ons des te sterker verlangen en uitzien naar de rust, het geluk en de heerlijkheid die ons geschonken zal worden.
2Th 1:4  zodat wij zelf in u roemen in de gemeenten van God over uw volharding en geloof onder al uw vervolgingen en verdrukkingen die u verdraagt:  2Th 1:5 een bewijs van het rechtvaardig oordeel van God, dat u het koninkrijk van God waard geacht wordt, waarvoor u ook lijdt; (Telos)
Ro 8:28  Maar wij weten dat hun die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, hun die naar zijn voornemen zijn geroepen. (Telos)

5

5 en de hoop beschaamt niet, omdat de liefde van God in onze harten is uitgestort door [de] Heilige Geest die ons gegeven is. (Telos) 

Omdat de liefde van God in onze harten is uitgestort. Paulus bemerkte dat hij zijn verdrukkers (vergelijk vers 3) kon liefhebben door de liefde van God die in zijn hart was uitgestort door de Heilige Geest. Paulus was het voorwerp van Gods werk in het heden, wat hem de zekerheid gaf dat hij ook het voorwerp van Gods werk in de toekomst zal zijn, wanneer hij verheerlijkt zal worden. In die "hoop op de heerlijkheid van God" (vs. 2) zal de gelovige niet beschaamd worden.

Vergelijk:
Ro 9:33 zoals geschreven staat: ‘Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis’; en ‘wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden’. (TELOS)
Ro 10:11 Want de Schrift zegt: ‘Ieder die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden’. (TELOS)
1Pe 2:6 Want er staat in de Schrift: ‘Zie, Ik leg in Sion een uitverkoren, kostbare hoeksteen, en wie in Hem gelooft, zal geenszins beschaamd worden’. (TELOS)

8

8 Maar God bevestigt zijn liefde tot ons hierin, dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren. (Telos) 

Gods drijfveer voor verlossing en rechtvaardiging: liefde.

9

9 Veel meer dan zullen wij, nu wij gerechtvaardigd zijn door zijn bloed, door Hem behouden worden van de toorn. (Telos) 

Gerechtvaardigd zijn door zijn bloed. 'Door', in het Grieks: εν (in, door, met).

Ro 3:25  Hem heeft God gesteld tot een genadetroon door het geloof, in zijn bloed, tot betoning van zijn gerechtigheid wegens het voorbij laten gaan van de zonden die tevoren hadden plaatsgevonden onder de verdraagzaamheid van God; (Telos)

Het bloed en de verzoening (vs. 10) doen ons weer denken aan het bloed van de twee zondoffers die op en vóór het verzoendeksel werden gesprengd, tot verzoening van de hogepriester en zijn huisgezin en van het volk.

Door Hem behouden worden van de toorn. Zie ook vs. 10. 'Van' in "van de toorn" is Gr. apo (= weg van, van ... vandaan, vanaf), zowel in de meerderheids- als in de minderheidstekst. De zin is dat wij niet in de toorn komen, dat we er niet aan worden blootgesteld.

De behoudenis waarvan Rom. 5:9 spreekt is een toekomstige.
1Th 1:10  en zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, die Hij uit de doden heeft opgewekt, Jezus, die ons redt van de komende toorn. (Telos)
1Th 5:9  want God heeft ons niet bestemd tot toorn, maar tot het verkrijgen van de behoudenis door onze Heer Jezus Christus, (Telos)
De toorn van God komt over de zonen van de ongehoorzaamheid.
Efe 5:6  Laat niemand u bedriegen met zinloze woorden; want om deze dingen komt de toorn van God over de zonen van de ongehoorzaamheid. (Telos)
Col 3:6  om welke dingen de toorn van God komt over de zonen van de ongehoorzaamheid. (Telos)
De gelovigen daarentegen zijn gekomen tot 'geloofsgehoorzaamheid' (Rom. 1).

10

10 Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood van zijn Zoon, veel meer zullen wij, nu wij verzoend zijn, behouden worden door zijn leven. (Telos) 

Verzoend zijn. Zie vs. 11.

Door de dood van zijn Zoon. 'Door', Griek: δια, dia, betekent hier 'door middel van'[1].

Door zijn leven. 'Door', Grieks: εν, en, betekent hier 'in de kracht van'.

11

11 En [dat] niet alleen, maar wij roemen ook in God door onze Heer Jezus Christus, door Wie wij nu de verzoening ontvangen hebben. (Telos) 

En [dat] niet alleen, maar wij roemen ook in God door onze Heer Jezus Christus. En niet alleen dit, dat wij zeker zijn van de toekomstige toorn te zullen behouden worden (9-10), maar wij roemen ook nu reeds in God, als in Hem, die ons Zijn heerlijkheid deelachtig zal maken (2), door onze Heer Jezus Christus.[2]

Door Wie wij nu de verzoening ontvangen hebben. Door middel van Zijn dood (10).

12

12 Daarom, zoals door één mens de zonde in de wereld is gekomen en door de zonde de dood, en zo de dood tot alle mensen is doorgegaan, doordat allen gezondigd hebben … (Telos) 

Hierna schijnt een tussenzin te volgen. De gedachte wordt hernomen in vers 18.

Door één mens. De eerste mens, Adam.

13

13 (want tot aan [de] wet was er zonde in [de] wereld, maar zonde wordt niet toegerekend als er geen wet is; (Telos) 

Tot aan [de] wet, dat is tot aan de wet van Mozes (zie volgende vers).

14

14 toch heeft de dood geregeerd van Adam tot Mozes, ook over hen die niet gezondigd hadden door te overtreden zoals Adam, die een voorbeeld is van Hem die zou komen. (Telos) 

Hem die zou komen. D.i. de Christus, "de laatste Adam" (1 Cor. 15:45).

15

15 Maar de genadegave is niet zoals de overtreding. Want als door de overtreding van de ene de velen gestorven zijn, veel meer is de genade van God en de gave in genade die door de ene mens Jezus Christus is, overvloedig geweest over de velen. (Telos) 

Genadegave. Grieks: χαρισμα, charisma = vrije gave om niet[3]. Bedoeld is de gave van de gerechtigheid.

Door de overtreding van de ene de velen gestorven zijn. Doordat de nakomelingen van Adam zijn zondige natuur erfden, door hem tot zondaars zijn gesteld (vers 19), waardoor zij, stuk voor stuk, ertoe gekomen zijn om te zondigen (vgl. vers 12). En de velen zijn tenslotte gestorven doordat zij gezondigd hebben (vgl. vers 12).

Gave. Grieks: δωρεα, doorea = geschenk[4].

Overvloedig geweest over de velen. Zie vzn. 17, 20.

16

16 En de gave is niet zoals het zondigen van de ene. Want het oordeel was uit één daad tot veroordeling, maar de genadegave is uit vele overtredingen tot rechtvaardiging. (Telos)

Eén overtreding van Adam → oordeel → veroordeling. Vele overtredingen van Adams nakomelingen → genadegave → rechtvaardiging.

Gave. Grieks: δωρημα, doorema = vrije gave om niet[3], gift, geschenk, weldaad[4].

Het oordeel was uit één daad tot veroordeling. zie ook vs. 18. Eén daad van Adam leidde tot zijn veroordeling en tot veroordeling van al zijn nakomelingen.

De genadegave is uit vele overtredingen tot rechtvaardiging. Een mens wordt, ondanks zijn vele overtredingen, uit genade van God gerechtvaardigd. Vele mensen worden, in weerwil van hun overtredingen, gerechtvaardigd door de genade van God.

Genadegave. Grieks: χαρισμα, charisma. Genade is in het Grieks charis.

17

17 Want als door de overtreding van de ene de dood heeft geregeerd door die ene, veel meer zullen zij die de overvloed van de genade en van de gave der gerechtigheid ontvangen in het leven regeren door de Ene, Jezus Christus.) - (Telos) 

Overvloed van genade. Zie vs. 15, 20. Een overvloed jegens ons die vele overtredingen hebben begaan.

Overvloed ... van de gave der gerechtigheid. Aan vele overtreders wordt deze gave geschonken. 'Gave', in het Grieks: δωρεα, doorea = vrije gave om niet[3], geschenk[4].

In [het] leven regeren door de Ene. Zie ook vs. 10. Wij zullen leven èn regeren, want we zijn niet meer onderworpen aan de regering van de dood, wíj regeren, niet de dood.

18

18 zoals het dus door één overtreding tot alle mensen tot de veroordeling [strekt], zo ook [strekt] het door één gerechtigheid tot alle mensen tot [de] rechtvaardiging van [het] leven. (TELOS)

Zie ook vs. 16.

Tot alle mensen tot veroordeling. Alle mensen zijn behept met de zonde, zondigen en maken zich strafschuldig voor God.
Ro 3:19  Nu weten wij, dat al wat de wet zegt, zij dat spreekt tot hen die onder de wet zijn, opdat elke mond wordt gestopt en de hele wereld strafschuldig wordt voor God. (Telos)
Eén gerechtigheid. De gerechtigheid van de één mens, Jezus Christus (vergelijk vs. 19). Anders: één daad van gerechtigheid, op het kruis van Golgotha.

Tot alle mensen tot [de] rechtvaardiging. De gerechtigheid van Christus dient ter rechtvaardiging van alle mensen. Wel moeten ze de gave van gerechtigheid door het geloof aannemen.

Rechtvaardiging van leven. Staat tegenover de veroordeling tot de dood. De rechtvaardiging van de gelovige strekt tot zijn eeuwig leven. Zie vs. 21: "gerechtigheid tot het eeuwige leven".

19

19 Want zoals door de ongehoorzaamheid van de ene mens de velen tot zondaars zijn gesteld, zo zullen ook door de gehoorzaamheid van de Ene de velen tot rechtvaardigen gesteld worden. (Telos) 

20

20  Maar de wet is daarbij gekomen, opdat de overtreding zou toenemen; maar waar de zonde toenam, is de genade veel overvloediger geworden; (Telos) 

Is de genade veel overvloediger geworden. Zie vzn. 15, 17.

21

21 opdat, zoals de zonde heeft geregeerd door de dood, zo ook de genade zou regeren door gerechtigheid tot het eeuwige leven, door Jezus Christus onze Heer. (Telos) 

Wet → Zonde → Dood. Genade → Gerechtigheid → Eeuwig leven.

Voetnoten

  1. Het Nieuwe Testament; herziene Voorhoeve-uitgave (Vaassen: uitgeverij H. Medema, 1982), voetnoot 5 bij Rom. 5:10.
  2. Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901).  Enige tekst van het commentaar is onder wijziging verwerkt op 19 jan. 2024.
  3. 3,0 3,1 3,2 Het Nieuwe Testament; herziene Voorhoeve-uitgave (Vaassen: uitgeverij H. Medema, 1982), voetnoot 9 bij verzen 15 en 16.
  4. 4,0 4,1 4,2 Grieks-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.