Naar inhoud springen

Dan: verschil tussen versies

1 byte toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
→‎Persoon en stam van Dan: tekstuele foutjes verbeterd
k (→‎Persoon en stam van Dan: tekstuele foutjes verbeterd)
Regel 12:
Aan het eind van zijn leven sprak vader Jacob de volgende woorden over zijn zoon Dan:<blockquote>''Ge 49:16 Dan zal over zijn volk rechtspreken, als een van de stammen van Israël.'' ''Ge 49:17 Dan zal een slang zijn op de weg, een adder op het pad, die in de hielen van het paard bijt, zodat zijn berijder achterovervalt.'' ''(HSV)''</blockquote>Dan, hoewel de zoon van een dienstmaagd, zal, overeenkomstig zijn naam “rechter” of “richten” zijn volk richten, even goed als een van de stammen van Israël. Als zoon van een dienstmaagd was hij minder geacht dan de zonen van de vrije mensen. Maar omdat ook hij een zoon van Jakob was, daarom zou ook uit Dan voortkomen, wie aan het hoofd van Israël zou staan. En uit Dan kwam de richter Simson voort, die door kracht en slimheid uitmuntte.<blockquote>''Ge 49:17 Dan zal een slang zijn op de weg, een adder op het pad, die in de hielen van het paard bijt, zodat zijn berijder achterovervalt.'' ''(HSV)''</blockquote>Dan zal zich van list bedienen. De zoon van de dienstmaagd bevond zich in een eigenaardige positie. Enigszins minder geacht dan de andere zonen uit Lea of Rachel, en zelf misschien laag neerziende op de dienstbaren in zijn vaderhuis, was zijn toestand zulk een, die hem er toe aanzette, de voorzichtigheid van de slangen te betrachten. Daarom wordt list met een slang vergeleken, die door slimheid of list moet winnen, wat hij door kracht niet verkrijgen kan. Deze karaktertrek was ook Dan eigen.
 
Na deze woordtwoorden volgt vers 18:<blockquote>''Ge 49:18 Op Uw zaligheid wacht ik, HEERE! (HSV)''</blockquote>Niet zozeer met eigen toestand staat deze uitroep in verband, waarom dan niet uitgesproken aan het begin of aan het einde van deze toespraak, maar met de geschiedenis van Dan in het bijzonder en van Israël in het algemeen. Ook de mening, dat Jakob met deze woorden een weinig zich heeft willen sterken, voor de volgende zegeningen, is te verwerpen.
 
Of Judas Iskarioth uit de stam van Dan is geweest, kan niet met volkomen zekerheid bevestigd worden. Wel is het opmerkelijk, dat onder de 144000 verzegelden in het boek van de Openbaringen, de stam van Dan niet gemeld wordt, maar volgens Hendrik van Griethuysen Antz.<ref>Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Gen. 49:18. </ref> hierom niet, omdat de stam van Dan later met die van Juda is samengesmolten.
 
De naar Dan genoemde stam lag tussen Efraïm, Benjamin, Juda en de Middellandse zeeZee, met de beroemde haven Jaffo of Joppe.
[[Bestand:Israel stammen-Access Foundation.jpg|gecentreerd|miniatuur|1333x1333px|''Ligging van het grondgebied van de Danieten'']]
Daar de Danieten de vijanden, die nog in hun stamgebied woonden, niet verdrijven konden, de Filistijnen namelijk en de Amorieten, en hun grondgebied hun te eng was, trokken eindelijk zeshonderd van hen door Efraïm naar het noordelijk gedeelte van het land, namen plotseling de stad Laïs of Lesem in, doodden de niets kwaads vermoedende inwoners, en gaven aan de stad, na haar herbouw, de naam van Dan (Richt. 18). Over deze stad, zie de volgende paragraaf.
47

bewerkingen

Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.