Naar inhoud springen

Bruiloft: verschil tussen versies

92 bytes toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 17:
 
De Heer Jezus vergeleek het koninkrijk der hemelen met tien meisjes, bekenden van de bruid, die in afwachting van de komst van de bruidegom waren.
[[Bestand:Tien bruidsmeisjes.jpg|miniatuur|360x360px|De vijf wijze en de vijf dwaze meisjes.]]
 
<blockquote>''Mt 25:1 Dan zal het koninkrijk der hemelen gelijk zijn geworden aan tien maagden die hun lampen namen en uitgingen de bruidegom tegemoet. <br>Mt 25:2 Vijf van hen nu waren dwaas en vijf wijs. <br>Mt 25:3 Want de dwaze namen hun lampen, maar namen geen olie met zich mee;<br>Mt 25:4 de wijze echter namen olie in hun kruiken, met hun lampen.''<br>''Mt 25:5 Toen nu de bruidegom uitbleef, werden zij allen slaperig en sliepen in.<br>Mt 25:6 Maar te middernacht klonk een geroep: Zie, de bruidegom! Gaat uit, hem tegemoet!<br>Mt 25:7 Toen stonden al die maagden op en brachten hun lampen in orde.<br>Mt 25:8 De dwaze nu zeiden tot de wijze: Geeft ons van uw olie, want onze lampen gaan uit.<br>Mt 25:9 De wijze antwoordden echter en zeiden: Nee, opdat er niet misschien voor ons en voor u helemaal niet genoeg is; gaat liever naar de verkopers en koopt voor uzelf.<br>Mt 25:10 Toen zij echter weggingen om te kopen, kwam de bruidegom; en zij die gereed waren, gingen met hem naar binnen naar de bruiloft, en de deur werd gesloten.<br>Mt 25:11 Daarna echter kwamen ook de overige maagden en zeiden: Heer, heer, doe ons open!<br>Mt 25:12 Hij echter antwoordde en zei: Voorwaar, ik zeg u: ik ken u niet. -<br>Mt 25:13 Waakt dan, want u kent de dag of het uur niet.<br>(TELOS)''</blockquote>
 
De lampen waren stokken met lampen bovenop<ref>Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Matt. 25:1.</ref>. De bruidsmeisjes begaven zich eerst naar het huis van de bruid en gingen van daar uit, om de bruidegom te gemoettegemoet te gaan, zodra zijn aankomst gemeld zou worden (vs. 6), en hem in de bruiloftszaal bij de ouders van de bruid te leiden. 
 
In de gelijkenis klonktklonk te middernacht, toen de diepste duisternis heerste, een geroep: „Zie, de bruideom! Gaat uit, hem tegemoet!" In de praktijk kan dat het geroep zijn van de vrienden, die de bruidegom vergezelden en dat zich in de stilte van de nacht ver genoeg verbreidde. 
 
Toen stonden, in de gelijkenis, al die bruidsmeisjes op, plotseling opgewekt uit hun slaap en bereidden hun lampen; zij ontdeden deze van het verbrande, trokken de nog glimmende pit naar boven en deden olie in de lamp. De lampen schitterden nu met nieuwe glans. 
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.