Naar inhoud springen

Jaïrus: verschil tussen versies

25 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
(Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Jairus''' (= Jah verlicht) was een overste van een synagoge, wiens dochtertje Jezus uit de doden opwekte. Zie Mark. 5: 22 vv., Luk. 8: 41 vv. en Matth. 9: 18 vv....')
 
kGeen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1:
'''Jairus''' (= Jah verlicht) was een overste van een synagoge, wiens dochtertje Jezus uit de doden opwekte. Zie Mark. 5: 22 vv., Luk. 8: 41 vv. en Matth. 9: 18 vv.,
 
'''Naam'''. De naam in de Griekse grondtekst van het Nieuwe Testament is Ιαειρος, Jaeiros, de Griekse vorm van het Hebreeuwse ''Jaïr''<ref>De naam Jaïr komt 9x voor in het Oude Testament, bijvoorbeeld in Esther 2:5.</ref>'','' en betekent "Jah verlicht". ''Jaïrus'' komt 2x voor in het Nieuwe Testament. Het StrongnummeriStrongnummer is 2383. Mattheus verhaalt de geschiedenis zonder Jaïrus naam te noemen.
 
Hij was een van de oversten van een synagoge (Marc. 5:22; Luk. 8:41). Zo'n bestuurder regelde de dienst van de synagoge en beheerde het gebouw. Een synagoge kon meer dan één bestuurder hebben. <blockquote>''Hnd 13:15 En na het lezen van de wet en de profeten zonden <u>de oversten</u> van de synagoge een boodschap tot hen en zeiden: Mannen broeders, als u een woord van bemoediging voor het volk hebt, zegt het. (Telos)''</blockquote>Volgens sommigen was deze synagoge die van [[Kapernaüm]]<ref>H. Zeller, ''Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk''. Eerste deel A - J. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1867) s.v. Jaïrus. </ref>. Nadat Jezus van het land van de Gerasenen was overgevaren, kwam hij, zegt Matth. 9:1, in zijn eigen stad, dat is Kapernaüm (Matth. 4:13). Volgens anderen was de synagoge waarschijnlijk bij de westkust van het Meer van Galilea<ref>''Grieks-Nederlands Lexicon'', onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. </ref>.
[[Bestand:Herbert Schmalz - La fille de Jairus.jpg|miniatuur|''La fille de Jairus'' (De Dochter van Jaïrus). Door Herbert Gustave Schmalz.]]
Volgens Marcus smeekte de overste hem: "mijn dochtertje ligt op haar uiterste; komt toch en leg haar de handen op, opdat zij behouden wordt en leeft" (Marc. 5:23). Volgens Mattheüs zei de overste, toen hij bij Jezus kwam, "mijn dochter is zojuist gestorven; maar komt en leg uw hand op haar, en zij zal leven" (Matth. 9:18). In het verslag van Marcus verneemt de overste dat zijn dochtertje is gestorven. Mattheus zag op hetgeen geboodschapt was, namelijk dat het meisje intussen gestorven was (Marc. 5:35 }. Mattheüs is kort en trekt de bijzondere omstandigheden samen. Hij vermeldt het ''resultaat'' (de dood van het meisje), zoals hij ook doet in het geval van de knecht van de centurion (Matth. 8:5 enz). Het verhaal van Marcus is veel omstandiger. Wij leren eruit, dat Jaïrus uit zijn huis gaande, zijn dochtertje in doodsnood gelaten had, en dat hij pas onder zijn gesprek met de Heiland droeve tijding van haar overlijden gekregen had.
Regel 19:
 
== Voetnoten ==
<references />
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.