Teleologie: verschil tussen versies
k
→Wijsgerige theologie
kGeen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 18:
De wijsgerige teleologie onderzoekt waar nu de verklaring van de orde, die de natuurwetenschap ons aanwijst, te vinden is, m.a.w. waar dit metafysisch orde-beginsel, dat deze verklaring moet geven, huist.
De wijsgerige teleologen zijn het hierover lang niet eens. In de grond berust dit verschil van meningen op het verschil van zienswijze omtrent de oorsprong en de waarde onzer [[kennis
De ervaring of empirie, zo zeggen de ''empiristische'' subjectivisten, weet van eigenlijk gezegde doelstreving alleen in het bewustzijnsleven. Daarbuiten kent ze alleen oorzakelijk, geen bedoeld, gebeuren. Volgens hen mag men b.v. niet zeggen : we hebben ogen om te zien, want dat „om te zien” duidt een doel aan, en van zo’n doel weet de zinnelijke ervaring niets. Je mag volgens hen alleen zeggen: „we zien omdat we ogen hebben.” Dat we hier van bedoeling spreken, komt volgens die lieden daar vandaan, dat we hetgeen we in ons bewustzijn vinden, op de dingen buiten ons bewustzijn overdragen. We streven zelf immers herhaaldelijk naar een doel, kiezen middelen om dat doel te bereiken. Als we dan buiten bewustzijn de dingen naar een bepaald punt zien streven en er langs vaste wegen zien komen, beelden we ons in dat daar ook doelstreving in het spel is. De teleologische natuurbeschouwing berust alleen op een onweerstaanbare behoefte om het natuur-gebeuren te duiden naar analogie van het bewustzijnsleven.
▲Waar is, zoals gevraagd, het metafysisch ordebeginsel van de fysische orde-verschijnselen te vinden? Volgens de subjectivisten zit het beginsel in ons zelf; daar buiten zit het niet, we weten althans niet, of het er is. Eigenlijk gezegd hebben de subjectivisten dan ook geen recht, onder de teleologen gerekend te worden; want wat heeft men aan teleologie, die de orde en doelstreving als hersenschim verklaart?
== Dualistische teleologie ==
Regel 68 ⟶ 64:
== Bron ==
Th. F. Bensdorp, ''Apologetica''. Verzameld en ingeleid door M. Stoks. Derde deel. Amsterdam: N.V. de R.K. Boek-Centrale, 1922. Tekst van blz. 85-
== Voetnoot ==
|