Naar inhoud springen

Pest (ziekte): verschil tussen versies

2.361 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
 
Regel 2:
[[Bestand:Slachtoffer van de pest.jpg|miniatuur|561x561px|Slachtoffer van de pest (nagespeeld).]]'''Synoniemen''' zijn ''pestziekte'' en ''pestilentie''.
 
'''Hebreeuws woord.''' Het Hebreeuwse woord dat met 'pest', 'pestziekte' of 'pestilentie' is vertaald דבר, ''deber'', d.i. verderf<ref name=":0">H. Zeller, ''Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk''. Tweede deel K - Z. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1872) s.v. Krank, krankheid. </ref>. Het kan betekenen: 1) pest, of 2) veepest, veeziekte. Het woord komt 49x voor in het Oude Testament. Het Strongnummer[[strongnummer]] is 01698H1698. De oude Griekse vertaling ([[Septuagint]]) zet ''deber'' meer dan 30x over met het woord θανατος, dood<ref name=":1">Albert Barnes, ''Notes on the Whole Bible'', bij Opb. 6:8. </ref>.
 
De Statenvertaling zet in het Nederlands over door: pestilentie (43x), pest (6x). De NBG51-vertaling heeft: pest (48x), pestziekten (1x, Hos 13:14). De Engelse King James vertaling heeft: pestilence (47x), plagues (1x), murrain (1x).
Regel 8:
De eerste keer dat de pest (Hebr. ''deber'') in de Bijbel genoemd wordt is in Exodus 5:3<blockquote>''Ex 5:1 En daarna gingen Mozes en Aaron heen, en zeiden tot Farao: Alzo zegt de HEERE, de God van Israel: Laat Mijn volk trekken, dat het Mij een feest houde in de woestijn! Ex 5:2 Maar Farao zeide: Wie is de HEERE, Wiens stem ik gehoorzamen zou, om Israel te laten trekken? Ik ken den HEERE niet, en ik zal ook Israel niet laten trekken. Ex 5:3 Zij dan zeiden: De God der Hebreen is ons ontmoet; zo laat ons toch heentrekken, den weg van drie dagen in de woestijn, en den HEERE, onzen God, offeren, dat Hij ons niet overkome met pestilentie, of met het zwaard. (SV)''</blockquote>
 
'''Grieks woord.''' Het Griekse woord in het Nieuwe Testament, vertaald met 'pest(tilentieilentie)' is λοιμος, loi<u>mos</u>. Het wordt gebruikt van iedere zich door aansteking of besmetting snel verbreidende gevaarlijke ziekte<ref>D. Harting, ''Grieks Woordenboek op het Nieuwe Testament'' (1861-1863). Opgenomen als ''Grieks-Nederlands handwoordenboek op het Nieuwe Testament'' in Online Bible (uitgeverij Importantia).    </ref>, en overdrachtelijk van iemand, die door leer of wandel anderen besmet en bederft, Hand. 24:5. Het Strongnummer is 3061. Het woord komt enkele keren voor, in Luc. 21:11 en Hand. 24:5; sommige vertalingen, die uitgaan van de grondtekst Textus Receptus, hebben het woord ook in Matth. 24:7. Het Duitse woord is ''Seuche''.
 
<blockquote>''Lu 21:11  en er zullen grote aardbevingen, en nu hier, dan daar <u>pestziekten</u> en hongersnoden zijn, en ook vreselijke dingen en grote tekenen van de hemel. (NBG51)'' </blockquote>
Regel 23:
 
<blockquote>''Ps 78:50 Hij woog een pad voor Zijn toorn; Hij onttrok hun ziel niet van den dood; en hun gedierte gaf Hij aan de pestilentie over. (SV)''</blockquote>
 
== 'Dood' ==
In de Bijbel is woord ‘dood’ soms een toespeling op de pest<ref>Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), ''Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht'' (Boekencentrum, 1987), stelt dat in Jer. 15:2 'dood' een toespeling is op de pest, en verwijst ter vergelijking naar Jer 14.12, Jer 29.18, Eze 6.12, Eze 7.15. </ref> (Jer. 15:2).<blockquote>''Jer 15:2  En het zal geschieden, wanneer zij tot u zullen zeggen: Waarhenen zullen wij uitgaan? dat gij tot hen zult zeggen: Zo zegt de HEERE: Wie ten dood, ten dode; en wie tot het zwaard, ten zwaarde, en wie tot den honger, ten honger; en wie ter gevangenis, ter gevangenis!'' (SV)</blockquote>De oude Griekse vertaling ([[Septuagint]]) zet het Hebreeuwse woord ''deber,'' dat eigenlijk 'verderf' betekent<ref name=":0" /> en meestal vertaald wordt met 'pest', meer dan 30x over met het woord θανατος, dood<ref name=":1" />.
 
'''Vierde zegel.''' Bij het vierde zegel in het boek Openbaring doden de Dood en de [[Hades]] met 'de dood', dat is waarschijnlijk een dodelijke pestziekte of pestachtige ziekte.<blockquote>''Opb 6:8  En ik zag en zie, een bleekgroen paard, en hij die erop zat, zijn naam was de dood en de hades volgde hem; en hun werd macht gegeven over het vierde deel van de aarde om te doden met het zwaard en met honger en met <u>de dood</u> en door de wilde dieren van de aarde. (Telos)''</blockquote>
 
Zie het commentaar bij [[Openbaring 6#8|Opb. 6:8]] voor een verklaring van 'dood' in dit vers.
 
== Hoofdsoorten ==
Regel 76 ⟶ 83:
 
== Pest als straf ==
Pest kan door God als straf of tuchtmiddel worden gezonden. In de geschiedenis van de [[Plagen van Egypte|plagen van Egypte]], bij de vijfde plaag, zien wij hoe spoedig de pest kan optreden, in dit geval onder het vee (veepest):<blockquote>''Ex 9:1 Daarna zeide de HEERE tot Mozes: Ga in tot Farao, en spreek tot hem: Alzo zegt de HEERE, de God der Hebreen: Laat Mijn volk trekken, dat het Mij diene. Ex 9:2 Want zo gij hen weigert te laten trekken, en gij hen nog met geweld ophoudt, Ex 9:3 Zie, de hand des HEEREN zal zijn over uw vee, dat in het veld is, over de paarden, over de ezelen, over de kemelen, over de runderen, en over het klein vee, door <u>een zeer zware pestilentie</u>. Ex 9:4 En de HEERE zal een afzondering maken tussen het vee der Israelieten, en tussen het vee der Egyptenaren, dat er niets sterve van al wat van de kinderen Israels is. Ex 9:5 En de HEERE bestemde een zekeren tijd, zeggende: Morgen zal de HEERE deze zaak in dit land doen. Ex 9:6 En de HEERE deed deze zaak des anderen daags; en al het vee der Egyptenaren stierf; maar van het vee der kinderen Israels stierf niet een. Ex 9:7 En Farao zond er heen, en ziet, van het vee van Israel was niet tot een toe gestorven. Doch het hart van Farao werd verzwaard, en hij liet het volk niet trekken. (SV)''</blockquote>De pest is een van de vloeken die Israël zou treffen als dit volk ongehoorzaam zou zijn:<blockquote>''De 28:21 De HEERE zal u de <u>pestilentie</u> doen aankleven, totdat Hij u verdoe van het land, waar gij naar toe gaat, om dat te erven. (SV)'' </blockquote><blockquote>''De 28:27  De HERE zal u slaan met Egyptische zweren, met builen, uitslag en schurft, waarvan gij niet kunt genezen. (NBG51)'' </blockquote><blockquote>''2Kr 7:12  En de HEERE verscheen Salomo des nachts, en Hij zeide tot hem: Ik heb uw gebed verhoord, en heb Mij deze plaats verkoren tot een offerhuis.  2Kr 7:13  Zo Ik den hemel toesluite, dat er geen regen zij, of zo Ik den sprinkhaan gebiede, het land te verteren, of <u>zo Ik pest onder Mijn volk zende</u>; 2Kr 7:14  En Mijn volk, over dewelken Mijn Naam genoemd wordt, zich verootmoedigt en bidt, en zij Mijn aangezicht zoeken, en zich bekeren van hun boze wegen; zo zal Ik uit den hemel horen, en hun zonden vergeven, en hun land genezen.'' ''2Kr 7:15  Nu zullen Mijn ogen open zijn, en Mijn oren opmerkende op het gebed dezer plaats.'' (SV) </blockquote>De pest is een van de vier zware straffen die God toepast: het zwaard (oorlog, strijd), de honger (gebrek aan voedsel), het boos gedierte (dierenplaag) en de pest (ziekte). Eze. 5:12; 14:21; 2 Kron. 20:9; Jer. 14:12; 21:6-9; 29:18; Ez. 6:12. <blockquote>''Eze 14:21 Want alzo zegt de Heere HEERE: Hoeveel te meer als Ik mijn vier boze gerichten, het zwaard, en den honger, en het boze gedierte, en de <u>pestilentie</u> gezonden zal hebben tegen Jeruzalem, om daaruit mensen en beesten uit te roeien!'' (SV)</blockquote>De oude Griekse vertaling ([[Septuagint]]) neemt In Ezech. 14:21 voor het Hebreeuwse ''deber'' (d.i. verderf, zoals de pest) het Griekse woord ''thanatos'' = dood. <blockquote>''Jer 14:12 Ofschoon zij vasten, Ik zal naar hun geschrei niet horen, en ofschoon zij brandoffer en spijsoffer offeren, Ik zal aan hen geen welgevallen hebben; maar door het zwaard, en door den honger, en door de <u>pestilentie</u> zal Ik hen verteren.'' (SV) </blockquote><blockquote>''Jer 29:18  En Ik zal ze achterna jagen met het zwaard, met den honger en met de <u>pestilentie</u>; en Ik zal ze overgeven tot een beroering, allen koninkrijken der aarde, tot een vloek, en tot een schrik, en tot een aanfluiting, en tot een smaadheid, onder al de volken, waar Ik ze henengedreven zal hebben;'' (SV)</blockquote>God gaf bij monde van de profeet Gad aan David de keuze tussen drie plagen, waaronder de pest:<blockquote>''2Sa 24:13 Zo kwam Gad tot David, en maakte het hem bekend, en zeide tot hem: Zal u een honger van zeven jaren in uw land komen? Of [wilt] gij drie maanden vlieden voor het aangezicht uwer vijanden, dat die u vervolgen? Of dat er drie dagen <u>pestilentie</u> in uw land zij? Merk nu, en zie toe, wat antwoord ik Dien zal wederbrengen, Die mij gezonden heeft. 2Sa 24:15 Toen gaf de HEERE een pestilentie in Israel, van den morgen af tot den gezetten tijd toe; en er stierven van het volk, van Dan tot Ber–seba toe, zeventig duizend mannen. (SV)''</blockquote><blockquote>''1Kr 21:14 De HEERE dan gaf <u>pestilentie</u> in Israel; en er vielen van Israel zeventig duizend man. (SV)''</blockquote>De profeet Ezechiel[[Ezechiël]] kondigde namens God aan dat een derde van de inwoners van Jeruzalem als straf door de pest zouden omkomen:<blockquote>''Eze 5:12 Een derde deel van u zal van de pestilentie sterven, en zal door honger in het midden van u te niet worden; en een derde deel zal in het zwaard vallen rondom u; en een derde deel zal Ik in alle winden verstrooien, en Ik zal het zwaard achter hen uittrekken. Eze 5:17 Ja, honger en boos gedierte, die u van kinderen beroven zullen, zal Ik over u zenden; ook zal <u>pestilentie</u> en bloed onder u omgaan; en het zwaard zal Ik over u brengen; Ik, de HEERE, heb [het] gesproken! (SV)''</blockquote><blockquote>''Eze 6:12  Die verre af is, zal door de <u>pest</u> sterven, en die nabij is, zal door het zwaard vallen; maar die overgebleven en belegerd is, zal door honger sterven; alzo zal Ik Mijn grimmigheid tegen hen volbrengen.'' (SV)</blockquote>Ook de profeet [[Jeremia (profeet)|Jeremia]] kondigde Jeruzalem de pest aan:<blockquote>''Jer 21:6 En Ik zal de inwoners dezer stad slaan, zowel de mensen als de beesten; door een grote <u>pestilentie</u> zullen zij sterven. Jer 21:7 En daarna spreekt de HEERE, zal Ik Zedekia, den koning van Juda, en zijn knechten, en het volk, en die in deze stad overgebleven zijn van de pestilentie, van het zwaard en van den honger, geven in de hand van Nebukadnezar, den koning van Babel, en in de hand hunner vijanden, en in de hand dergenen, die hun ziel zoeken; en hij zal ze slaan met de scherpte des zwaards; hij zal ze niet sparen, noch verschonen, noch zich ontfermen. Jer 21:8 En tot dit volk zult gij zeggen: Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik stel voor ulieder aangezicht den weg des levens en den weg des doods. Jer 21:9 Die in deze stad blijft, zal sterven door het zwaard, of door den honger, of door de <u>pestilentie</u>; maar die er uitgaat en valt tot de Chaldeen, die ulieden belegeren, die zal leven, en zijn ziel zal hem tot een buit zijn. (SV)''</blockquote>Helaas leidt zo'n zware straf of correctie niet altijd tot bekering:<blockquote>''Am 4:10 Ik heb de <u>pestilentie</u> onder ulieden gezonden, naar de wijze van Egypte; Ik heb uw jongelingen door het zwaard gedood, en uw paarden gevankelijk laten wegvoeren; en Ik heb den stank uwer heirlegeren zelfs in uw neus doen opgaan; nochtans hebt gij u niet bekeerd tot Mij, spreekt de HEERE.''</blockquote>
 
== Bevrijding en bewaring ==
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.