Naar inhoud springen

Geluk: verschil tussen versies

127 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
 
Regel 54:
In de Schrift worden gelovige mensen gelukkig genoemd, terwijl hun tegenwoordige omstandigheden moeilijk zijn of althans te wensen overlaten. Zij worden gelukkig genoemd met het oog op (1) tegenwoordige gunstige omstandigheden in een schijnbaar slechts ongunstige situatie of (2) de toekomstige goederen die hen vast en zeker te beurt zullen vallen.
 
Petrus schrijft:<blockquote>''1Pe 4:14 Als u in de naam van Christus smaad lijdt, bent u <u>gelukkig</u>, omdat de Geest van de heerlijkheid en kracht en Die van God op u rust. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''1Pe 3:14 Maar al lijdt u ook ter wille van de gerechtigheid, <u>gelukkig</u> bent u. Vreest echter niet zoals zij vrezen, en wordt niet in verwarring gebracht, (TELOS)''</blockquote>De zaligsprekingen van de Heiland zien vooral op de toekomst, het toekomstige heil, waarom de Heer de ontvangers nu al gelukkig (gelukzalig, zalig, welgelukzalig) noemt: <blockquote>''Mt 5:3 Gelukkig de armen van geest, want van hen is het koninkrijk der hemelen.''</blockquote><blockquote>''Mt 5:4 Gelukkig zij die treuren, want zij zullen vertroost worden.''</blockquote><blockquote>''Mt 5:5 Gelukkig de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beerven.''</blockquote><blockquote>''Mt 5:6 Gelukkig zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden.''</blockquote><blockquote>''Mt 5:7 Gelukkig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid verkrijgen.''</blockquote><blockquote>''Mt 5:8 Gelukkig de reinen van hart, want zij zullen God zien.''</blockquote><blockquote>''Mt 5:9 Gelukkig de vredestichters, want zij zullen zonen van God worden genoemd.''</blockquote><blockquote>''Mt 5:10 Gelukkig zij die worden vervolgd ter wille van de gerechtigheid, want van hen is het koninkrijk der hemelen.''</blockquote><blockquote>''Mt 5:11 Gelukkig bent u wanneer zij u smaden en vervolgen en liegend allerlei kwaad van u spreken ter wille van Mij.''</blockquote>In de Griekse wereld van Jezus' dagen achtte men het woord μακάριος, makários, van toepassing op iemand die rijk was of met eer en roem overladen werd<ref>Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), ''Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht'' (Boekencentrum, 1987), commentaar bij Matth. 5:3. </ref>.
 
In de Griekse wereld van Jezus' dagen achtte men het woord μακάριος, makários, van toepassing op iemand die rijk was of met eer en roem overladen werd<ref>Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), ''Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht'' (Boekencentrum, 1987), commentaar bij Matth. 5:3. </ref>. In de zaligsprekingen van de Heer wordt duidelijk dat het ware geluk niet door mensen, maar door God wordt geschonken.
Jakobus schrijft met het oog op de toekomstige gunstige omstandigheden: <blockquote>''Jak 1:12 <u>Gelukkig</u> de man die verzoeking verdraagt; want beproefd geworden zal hij de kroon van het leven ontvangen, die Hij beloofd heeft aan hen die Hem liefhebben.'' (TELOS)</blockquote><blockquote>''Jak 5:11 Zie, wij prijzen hen <u>gelukkig</u> die volhard hebben. U hebt van de volharding van Job gehoord en hebt uit het einde van de Heer gezien dat de Heer vol genegenheid en ontfermend is. (TELOS)''</blockquote>De Heer Jezus zegt in het laatste hoofdstuk van de Bijbel: <blockquote>''Opb 22:14 <u>Gelukkig</u> zij die hun lange kleren wassen, opdat zij recht hebben op de boom van het leven en zij door de poorten de stad binnengaan. (TELOS)''</blockquote>
 
Jakobus schrijft met het oog op de toekomstige gunstige omstandigheden: <blockquote>''Jak 1:12 <u>Gelukkig</u> de man die verzoeking verdraagt; want beproefd geworden zal hij de kroon van het leven ontvangen, die Hij beloofd heeft aan hen die Hem liefhebben.'' (TELOS)</blockquote>
 
<blockquote>''Jak 5:11 Zie, wij prijzen hen <u>gelukkig</u> die volhard hebben. U hebt van de volharding van Job gehoord en hebt uit het einde van de Heer gezien dat de Heer vol genegenheid en ontfermend is. (TELOS)''</blockquote>
 
De Heer Jezus zegt in het laatste hoofdstuk van de Bijbel:
 
<blockquote>''Opb 22:14 <u>Gelukkig</u> zij die hun lange kleren wassen, opdat zij recht hebben op de boom van het leven en zij door de poorten de stad binnengaan. (TELOS)''</blockquote>
 
== 'Gelukkigste landen' ==
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.