Naar inhoud springen

Farao van de Uittocht: verschil tussen versies

47 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
Regel 39:
 
== Ramses II? ==
[[Bestand:RamsesIIEgypt.jpg|miniatuur|320x320px]]
William Albright (zie boven) opperde de gedachte dat op basis van zijn naam, met handhaving van de Egyptische jaartelling zoals men die algemeen had aangenomen, farao Ramses II wel eens de farao kon zijn van de uittocht. Volgens de gangbare Egyptische chronologie was Ramses II farao van de 19<sup>e</sup> dynastie van 1290-1224 v.Chr.
 
Regel 55 ⟶ 56:
Begin maart 2017 vond men in Caïro, op de plaats waar Heliopolis lag, restanten van twee beelden (van Ramses II en Seti). Ruim een week later oordeelde men dat, hoewel het beeld van Ramses wel typisch de vorm had van andere beeltenissen van hem uit zijn tijd (ca 1280 v.Chr.), de hiërogliefen daarop duidelijk typerend waren voor de tijd van Psammetichus (ca 650 v. Chr.), een verschil tussen beiden van ca 600 jaar. Men heeft nu bedacht dat Psammetichus een 600 jaar oude beeltenis van Ramses II heeft gebruikt voor eigen doelstellingen. Volgens Velikovsky bestaat dat verschil in tijd niet, omdat volgens hem Ramses II, Seti en Psammetichus tot dezelfde dynastie behoorden (Ramses II = Necho II; Seti de Grote, de vader van Ramses = Psammetichus; ook een kleinzoon van Ramses heette Seti).
 
Anderen zochten de oplossing van het probleem in de Heilige Schrift zelf. De Bijbel zou naar hun mening in enkele gevallen concreet melding doen van zogenaamde geschiedkundige feiten, terwijl ze een meer symbolische betekenis zouden hebben. Zij die vast willen houden aan een late uittocht onder Ramses II, zijn zo doende met het idee gekomen dat de periode van 480 jaar niet letterlijk genomen behoeft te worden. Men bedoelde, volgens hen, in de Bijbel slechts een symbolisch getal (12x40 jaar, voor 12 generaties, terwijl in werkelijkheid de periode korter kan zijn, ook door overlapping). Anderen interpreteerden het getal 480 als puur symbolisch. Twaalf stammen hebben een omzwerving in de woestijn gekend (inclusief de richterentijd) van gedurende 40 jaar. De Bijbel geeft met betrekking tot deze gedachten echter geen enkele aanleiding. Zo maakte de richter [[Jefta]] tegen de koning van de kinderen van Ammon de opmerking dat de Israëlieten sinds de intocht reeds 300 jaar in [[Hesbon]] en het omliggende land wonen (Richteren 11:26).
 
== Toetmoses III? ==
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.