Naar inhoud springen

Strafrecht van God: verschil tussen versies

2.380 bytes toegevoegd ,  6 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
Het '''strafrecht van God''' is Zijn recht waarin Hij bepaalt heeft wie, wanneer en hoe gestraft zal worden.
 
'''Voorbeeld 1: de moord op Naboth'''. De uitvoering van Gods strafrecht zijn wij bijvoorbeeld in de geschiedenis van Naboth, die door koningin Izebel werd omgebracht. God houdt haar man Achab medeverantwoordelijk voor de misdaad. <blockquote>''1Kon 21:19 En u moet tegen hem zeggen: Zo zegt de HEERE: Hebt u een moord gepleegd en ook iemands land in bezit genomen? Verder moet u tot hem spreken: Zo zegt de HEERE, op de plaats waar de honden het bloed van Naboth opgelikt hebben, zullen de honden uw bloed oplikken, ja, het uwe! (HSV)''</blockquote>Wat het slachtoffer is overkomen, zal Achab, door God medeplichtig gehouden. overkomen.
Een toepassing van Gods strafrecht zien wij in het oordeel aangaande het grote [[Babylon]] in het laatste bijbelboek.
 
Achabs kwaad wordt met kwaad (onheil) vergolden. <blockquote>''1Kon 21:23 Verder ook over Izébel sprak de HEERE, zeggende: De honden zullen Izébel eten, aan den voorwal van Jizreël. 1Kon 21:24 Die van Achab sterft in de stad, zullen de honden eten; en die in het veld sterft, zullen de vogelen des hemels eten.'' (SV)</blockquote>De honden ''lekten'' het bloed van Naboth te [[Jizreël]]. Zij zullen aldaar het vlees van Izebel en de nakomelingen van Achab ''eten''. <blockquote>''1Kon 21:23 En verder sprak de HEERE over Izebel: De honden zullen Izebel opeten bij de vestingwal van Jizreël. 1Kon 21:24 Wie van Achab in de stad sterft, die zullen de honden opeten, en wie in het veld sterft, die zullen de vogels in de lucht opeten. (HSV)''</blockquote>De vergelding is zwaarder (gegeten in plaats van gelekt), vermoedelijk omdat Achab en Izebel ook andere misdaden op hun geweten hadden.
 
Elia's aanzegging van Gods oordeel verdroot Achab. De vorst vernederde zich voor Gods aangezicht. Men ziet dat de Heer hiermee rekening. Hij zegt tot Elia, die de straf had aangekondigd:<blockquote>''1Kon 21:29 Hebt u gezien dat Achab zich heeft vernederd voor Mijn aangezicht? Omdat hij zich heeft vernederd voor Mijn aangezicht, zal Ik dat onheil nog niet in zijn dagen brengen. In de dagen van zijn zoon zal Ik dat onheil over zijn huis brengen. (HSV)''</blockquote>'''Voorbeeld 2: Babylon.''' Een toekomstig toepassing van Gods strafrecht zien wij in het oordeel aangaande het grote [[Babylon]] in het laatste bijbelboek.
 
<blockquote>''Opb 18:4 En ik hoorde een andere stem uit de hemel zeggen: Gaat uit van haar, mijn volk, opdat u met haar zonden geen gemeenschap hebt en opdat u van haar plagen niet ontvangt; Opb 18:5 want haar zonden zijn opgestapeld tot aan de hemel en God heeft Zich haar ongerechtigheden herinnerd. Opb 18:6 Vergeldt haar zoals ook zij vergolden heeft, en verdubbelt haar dubbel naar haar werken; mengt haar dubbel in de drinkbeker die zij gemengd heeft. Opb 18:7 Naarmate zij zichzelf verheerlijkt heeft en weelderig geleefd heeft, geeft haar zoveel pijniging en rouw. Want zij zegt in haar hart: Ik zit als koningin en ben geen weduwe en zal helemaal geen rouw zien. Opb 18:8 Daarom zullen haar plagen op een dag komen: dood en rouw en honger, en met vuur zal zij verbrand worden; want sterk is de Heer, God, die haar geoordeeld heeft. (TELOS)''</blockquote>
 
'''Passend'''. Gods straf is altijd ''passend'' bij de begane zonde(n), ook als de vergelding een dubbele is (als in Opb. 18:6). Een belangrijk beginsel van Zijn strafrecht is dat van de [[wedervergelding]]: met gelijke munt betalen, oog om oog en tand om tand, oogsten wat men gezaaid heeft, ondervinden wat men de medemens heeft aangedaan.
 
'''Tegendeel'''. De straf kan ook bestaan in het toedelen van het tegendeel van hetgeen iemand ervaren heeft, een tegendeel dat de geoordeelde vreest en schuwt. <blockquote>''Opb 18:7 Naarmate zij zichzelf verheerlijkt heeft en weelderig geleefd heeft, geeft haar zoveel pijniging en rouw. Want zij zegt in haar hart: Ik zit als koningin en ben geen weduwe en zal helemaal geen rouw zien. Opb 18:8 Daarom zullen haar plagen op een dag komen: dood en rouw en honger, en met vuur zal zij verbrand worden; want sterk is de Heer, God, die haar geoordeeld heeft. (TELOS)''</blockquote>
 
== Soorten gerichten ==
Om de zonden van (groepen) mensen te straffen, zijn er drie of vier zware gerichten waarvan God zich vaak bedient:
* het zwaard
* de honger
Regel 16 ⟶ 20:
* het wild gedierte
<blockquote>''Eze 14:21 Maar zo zegt de Here HERE: En toch, al zend Ik ook mijn vier zware gerichten, het zwaard, de honger, het wild gedierte en de pest, naar Jeruzalem om daar mens en dier uit te roeien, (NBG51)''</blockquote>
 
Drie gerichten worden in het Oude Testament het meest genoemd: zwaard, hongersnood en pest. Daarnaast zendt God ook [[vuur]]. Sodom en Gomorra werden door vuur (en zwaar) verwoest. Jeruzalem werd in 70 na Christus door vuur verwoest. De eindtijdse stad Babylon zal door vuur worden verbrand.
 
David wordt na zijn ongeoorloofde volkstelling door de dienst van de profeet Gad voor de keus gesteld:
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.