Spenen betekent onder meer: van de speen of borst afwennen, niet meer zogen[1].

Vroeger werd een kind gespeend, moest het de moederborst ontwennen, wanneer het een jaar of drie was. In Talmoedische tijden placht men te spenen en dat te vieren wanneer het kind anderhalf tot vijf jaar oud was.[2]

Toen Izak gespeend werd, maakte Abraham een grote maaltijd. Het was een feestelijke gebeurtenis.

Ge 21:8 En het kind werd groot, en werd gespeend; toen maakte Abraham een groten maaltijd op den dag, als Izak gespeend werd. (SV)

David vergelijkt in Ps. 131 zijn verstilde ziel als een gespeend kind bij zijn moeder.

Ps 131:2 Zo ik mijn ziel niet heb gezet en stil gehouden, gelijk een gespeend kind bij zijn moeder! Mijn ziel is als een gespeend kind in mij. (SV)

Ps 131:2 Voorwaar, ik heb mijn ziel tot rust en tot stilte gebracht, als een kind dat de borst ontwend is, bij zijn moeder, mijn ziel is in mij als een kind dat de borst ontwend is. (HSV)

Ps 131:2 Nee, bedaren liet ik, verstillen mijn ziel als een gespeend kínd bij zijn móeder, —als een gespeend kínd rust mijn zíel bij míj. (NaB)

Zijn ziel is gelijk een gespeend kind, namelijk niet een dat begint gespeend te worden, maar geheel gespeend bij zijn moeder ligt, zonder ongeduldig schreiend naar de moederborst te verlangen, maar daarmee tevreden, dat het bij de moeder is. Gelijk zo'n gespeend kind is bij David, d.i. in betrekking tot zijn ik, zijn eigen ziel[3]


Frannie Vink zingt "Als een gespeend Kind" In het vrederijk zal een gespeend kind zonder gevaar bij de schuilplaats van een adder, een giftige slang, spelen.

Jes 11:8  En een zoogkind zal zich vermaken over het hol van een adder; en een gespeend kind zal zijn hand uitsteken in de kuil van den basilisk. (SV)

Voetnoten

  1. Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000.
  2. Volgens de school van Hillel wordt het kind gespeend bij 18 maanden; volgens Rabbi Eliëzer mag het kind de borst krijgen tot 24 maanden; volgens rabbi Jozua mag tot duren tot 5 jaar(Kettubot 60). Bron: Nutrition and the laws of Kashrut, archive.jewishagancy.org, 28 aug. 2005. Geraadpleegd op 27 april 2020.
  3. Naar een commentaar van Delitszch, aangehaald in Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Ps. 131:2.