Spreuken/Hoofdstuk 14
Bijbelboeken: Ge • Ex • Le • De • Joz • Ri • Ru • 1Sa • 2Sa • 1Ko • 2Ko • 1Kr • 2Kr • Ezr • Ne • Est • Job • Ps • Sp • Pr • Hgl • Jes • Jer • Kla • Eze • Da • Hos • Joë • Am • Ob • Jon • Mi • Na • Hab • Zef • Hag • Za • Mal ║ Mt • Mr • Lk • Jh • Hn • Rm • 1Ko • 2Ko • Gl • Ef • Fp • Col • 1Th • 2Th • 1Tm • 2Tm • Tit • Fm • Hb • Jk • 1Pe • 2Pe • 1Jh • 2Jh • 3Jh • Jd • Opb |
Spreuken:
Hoofdstuk 14 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.
Spr. 14:19
Spr 14:19 De kwaden buigen voor het aangezicht der goeden neder, en de goddelozen voor de poorten des rechtvaardigen. (SV)
Buigen. Vergelijk:
Opb 3:9 Zie, Ik geef enigen uit de synagoge van de satan, die zeggen dat zij Joden zijn en het niet zijn, maar liegen; zie, Ik zal maken dat zij komen en zich neerbuigen voor uw voeten en erkennen dat Ik u heb liefgehad. (TELOS)
Opb 15:4 Wie toch zou U niet vrezen, Heer, en uw naam niet verheerlijken? Want U alleen bent heilig, want alle naties zullen komen en zich voor U neerbuigen, omdat uw gerechtigheden openbaar zijn geworden. (TELOS)
Ro 14:11 want er staat geschreven: ‘Zo waar Ik leef, zegt de Heer, voor Mij zal elke knie zich buigen en elke tong zal God belijden’. (TELOS)
Spr. 14:21
Spr 14:21 Die zijn naaste veracht, zondigt; maar die zich over de nederigen ontfermt, die is welgelukzalig.
Die zich over de nederigen ontfermt. Vergelijk:
Lu 13:10 Hij nu leerde in een van de synagogen op de sabbat. Lu 13:11 En zie, er was een vrouw die achttien jaar een geest van ziekte had gehad, en zij was kromgebogen en kon zich in het geheel niet oprichten. Lu 13:12 Toen nu Jezus haar zag, riep Hij haar bij Zich en zei tot haar: Vrouw, u bent verlost van uw ziekte. Lu 13:13 En Hij legde haar de handen op en onmiddellijk richtte zij zich op en zij verheerlijkte God. (TELOS)
Spr. 14:13
Spr 14:23 In alle smartelijke arbeid is overschot; maar het woord der lippen [strekt] alleen tot gebrek.
Vergelijk:
Jes 53:11 Om den arbeid Zijner ziel zal Hij het zien, [en] verzadigd worden; door Zijn kennis zal Mijn Knecht, de Rechtvaardige, velen rechtvaardig maken, want Hij zal hun ongerechtigheden dragen. (SV)