Sthar-Boznai
Sthar-Boznai, ook geschreven Setar-boznai, Setar-Boznai, Sjethar-bozenai, Sjetar Boznai, was een beambte (gerechtsdienaar) van de Perzische vorst Darius I ten westen van de rivier de Eufraat, die, met de landvoogd Tattenai en anderen, te vergeefs de tempelbouw wilde beletten (Ezra 5 en 6). Maar Darius weerhield hen daarvan.
Ezr 6:6 Welnu, Tattenai, stadhouder van het gebied aan de overzijde van de Eufraat, Sthar-Boznai en uw ambtgenoten, u gerechtsdienaren aan de overzijde van de Eufraat, blijf daar weg! Ezr 6:7 Laat hen aan het werk blijven aan dit huis van God. Laten de stadhouder van de Joden en de oudsten van de Joden dit huis van God herbouwen op zijn oorspronkelijke plaats. (HSV)
Bron
P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Sthar-Boznaï' is op 4 feb. 2019 onder wijziging verwerkt.