Talmai
Talmai verwijst in de Bijbel naar: 1. een van de Enakitische reuzen; 2. een koning van Gesur.
Naam. De Hebreeuwse naam is תלמי, Talmay. De eigennaam betekent "gegroefd"[1]. De naam komt 6x voor in de Bijbel. Het Strongnummer is H8526.
Talmai de Enakiet
Familie. Hij was een zoon van de reus Enak. Zijn broers waren Sesai en Ahiman.
Enakieten |
---|
Hij woonde in Hebron.
Israël. Hij en zijn broers werden gezien door de verkenners van Israëls.Nu 13:22 En zij trokken op in het zuiden, en kwamen tot Hebron toe, en daar waren Ahiman, Sesai en Talmai, kinderen van Enak; Hebron nu was zeven jaren gebouwd voor Zoan in Egypte. (SV)Jozua verdreef ze.
Joz 15:13 Doch Kaleb, den zoon van Jefunne, had hij een deel gegeven in het midden der kinderen van Juda, naar den mond des HEEREN tot Jozua, de stad van Arba, vader van Enak, dat is Hebron. Joz 15:14 En Kaleb verdreef van daar de drie zonen van Enak, Sesai, en Ahiman, en Talmai, geboren van Enak. (SV)Mannen van de stam Juda doodden hem.
Ri 1:10 En Juda was heengetogen tegen de Kanaänieten, die te Hebron woonden (de naam nu van Hebron was te voren Kirjath-arba), en zij sloegen Sesai, en Ahiman, en Thalmai. (SV)
Talmai van Gesur
Talmai was een zoon van Ammihud, koning van Gesur. Later werd hijzelf koning van die stad. Hij was de vader van Maächa, de moeder van Absalom en een vrouw van David. Hij was derhalve een schoonvader van koning David.
Voetnoot
- ↑ Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen. Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon van Larry Pierce.