Tempel van Zerubbabel

Uit Christipedia

De tempel van Zerubbabel is de tweede onroerende woning van God op aaarde, dat na de babylonische ballingschap werd gebouwd onder leiding van de Joodse landvoogd Zerubbabel (Ezra 3:8-11).

Opdracht tot herbouw. De opdracht tot de herbouw was gegeven door de Perzische koning Kores (Cyrus de Grote) in 538 v.C., daartoe opgewekt door God. Kores' naam en werk was meer dan honderdvijftig jaar daarvoor door de profeet Jesaja was aangewezen (Jes. 44 :26-28; 45). Hij gaf de joden verlof tot de terugkeer naar hun vaderland, en beval de herbouw van de Tempel.

Herbouw. De joden, die onder leiding van de landvoogd Zerubbabel en de hogepriester Jozua terugkeerden, ontvingen de gouden en de zilveren vaten van de Tempel terug, grote en kleine, samen 5400 stuks en begonnen direct met de herbouw. Deze begon in 536 v.C. en werd voltooid in 516/515 v.C. (Ezra 6:15). Deze tempel was op dezelfde plaats als de tempel gebouwd door koning Salomo.

Ezr 6:3 In het eerste jaar van koning Kores gaf koning Kores een bevel: Het huis van God in Jeruzalem, laat dat huis [weer] opgebouwd worden op de plaats waar men offers brengt. De fundamenten ervan moeten gelijk blijven, zijn hoogte zestig el en zijn breedte zestig el, Ezr 6:4 met drie rijen gehouwen stenen en een rij van nieuw hout. De onkosten zullen uit het huis van de koning betaald worden. Ezr 6:5 Bovendien moet men ook de gouden en zilveren voorwerpen van het huis van God, die Nebukadnezar uit de tempel in Jeruzalem had weggehaald en naar Babel had gebracht, teruggeven om naar de tempel in Jeruzalem gebracht te worden, op hun plaats; u moet ze terugzetten in het huis van God. (HSV)

Nadat een begin was gemaakt werd de herbouw 14 jaar lang tegengehouden door de Samaritanen, zodat er tijdens Kores’ regering (560-530 v.C.) niet veel meer gebeurde dan alleen de oprichting van het brandofferaltaar. Pas in 516/516 v.C., het zesde jaar van de regering van Darius Hystaspis (Darius I), werd hij voltooid, terwijl de bouw ervan vier jaar had geduurd.

Ezr 6:15 En dit huis werd voltooid op de derde dag van de maand Adar; het was het zesde regeringsjaar van koning Darius. (HSV)

600 — 550 v.C. < Israël 550 — 500 v.C.[1] > 500 — 400 v.C.
Zacharia (Bijbelboek)Darius IKoresDarius de MederBelsazarKoresDaniël (profeet)

Omvang. De omvang van de tempel was door Kores bepaald op 60 ellen in het vierkant. De hoogte moest 60 el (= 30 meter) worden, tweemaal zo hoog als de eerste tempel (30 el = 15 meter), hoewel de helft van de hoogte van de voorhal van Salomo's tempel (deze was 120 el = 60 meter hoog). De breedte moest 60 el (= 30 meter) worden, driemaal zo breed als de eerste tempel (20 el = 10 meter). Vele geleerden[2] verstaan deze 'breedte' als de lengte van het huis; in dat geval was de tweede tempel precies even lang als de eerste tempel.

Voorhoven. De Heilige Schrift biedt ons geen nauwkeurige beschrijving van deze tempel, maar volgens het eerste boek van de Makkabeën had hij, althans later, twee Voorhoven, door zuilengangen omgeven en van zijvertrekken voorzien.

Voorwerpen. De gereedschappen kwamen niet met die van de eerste Tempel, maar met die van de Tabernakel overeen: één wasvat, één kandelaar, één tafel der toonbroden. Maar in het Heilige der heiligen ontbrak de Ark van het Verbond, naar Jeremia’s voorspelling (Jer. 3: 16-17); op haar plaats lag volgens de joodse overlevering een steen, waarop de hogepriester op de Grote Verzoendag het wierookvat neerzette; velen menen dat dit de steen is, die in Zach. 3:9 wordt bedoeld, en zien daarin een afschaduwing van de Messias.

Onaanzienlijk. Vergeleken bij de eerste tempel was deze tweede tempel een onaanzienlijk gebouw. De ouden die de heerlijkheid van het eerste huis hadden gekend, betreurden dat. God voorzegde dat de heerlijkheid van het toekomstige Godshuis groter zou zijn dan dat van de eerste tempel.

Hag 2:3 (2:4) Wie is er onder u overgebleven die dit huis in zijn eerste heerlijkheid gezien heeft? En hoe ziet u het nu? Is het niet als niets in uw ogen? Hag 2:4 (2:5) Nu dan, wees sterk, Zerubbabel, spreekt de HEERE, wees sterk, Jozua, zoon van Jozadak, hogepriester, en wees sterk, heel de bevolking van het land, spreekt de HEERE. Werk door, want Ik ben met u, spreekt de HEERE van de legermachten. Hag 2:5 (2:6) Volgens het woord van het verbond dat Ik met u sloot, toen u uit Egypte vertrok, en Mijn Geest, Die in uw midden stond: Wees niet bevreesd! Hag 2:6 (2:7) Want zo zegt de HEERE van de legermachten: Nog één ogenblik, en dat is een korte tijd, dan zal Ik de hemel, de aarde, de zee en het droge doen beven. Hag 2:7 (2:8) Ik zal alle heidenvolken doen beven. Zij zullen komen naar het verlangen van alle heidenvolken en Ik zal dit huis vullen met heerlijkheid, zegt de HEERE van de legermachten. Hag 2:8 (2:9) Van Mij is het zilver en van Mij is het goud, spreekt de HEERE van de legermachten. Hag 2:9 (2:10) De heerlijkheid van dit toekomstige huis zal groter zijn dan die van het eerste, zegt de HEERE van de legermachten. In deze plaats zal Ik vrede geven, spreekt de HEERE van de legermachten. (HSV)

De Statenvertaling heeft in vers 4, dat de heidenen zullen komen tot de Wens aller heidenen, dat is de Heiland der wereld.

Latere geschiedenis. Deze Tempel is in 167 v.C. door Antiochus Epifanes geplunderd en ontheiligd, maar drie jaar later door Judas de Makkabeër gereinigd, die het geroofde gereedschap door nieuw verving. Ter gedachtenis hiervan viert men sindsdien het feest van de Vernieuwing van de Tempel (Joh. 10 :22; 1 Makk. 4 :59). In 63 v.C. werd de Tempel door de Romeinen onder Pompejus, na een belegering van drie maanden, op de Grote Verzoendag verwoest; een geweldig bloedbad werd aangericht in de Voorhoven van de Tempel, maar geplunderd werd hij niet; dit deed Crassus in 37 v.C. Herodes de Grote nam hem in 37 v.C. bij de verovering van Jeruzalem, met hulp van Romeinse soldaten in, bij welke gelegenheid een deel van de bijgebouwen verbrandde.

De tweede tempel is eeuwen in gebruik geweest tot het jaar 20 v.C., toen Herodes de Grote een grondige renovatie van het Godshuis begon, zie Tempel.

Bron

C. Lindeboom, Bijbelgids, of Handleiding tot het verkrijgen van Bijbelkennis (Middelburg: Stichting de Gihonbron, 2009; bewerking door J. Pluimers van de uitgave uit 1929), blz. 170. Hieruit is, onder toestemming, op 19 feb. 2017 tekst gebruikt.

Voetnoot

  1. De jaartallen zijn merendeels ontleend aan Bijbels ontstaansmodel; tijdbalk Masoreten (Stichting De Oude Wereld, 2009).
  2. Aldus [1]John Gill in zijn commentaar (John Gill's Expositor) op Ezr 6:3. Hij noemt geen namen van geleerden.