Titels en namen van de Bijbel

Uit Christipedia

Aan het boek van God zijn verscheidene titels en namen gegeven: Bijbel, de Schriften, Heilige Schrift, Woord van God, Oude en Nieuwe Testament, en Boek der boeken.

De titel 'Bijbel' is afkomstig uit de middeleeuwen. Het woord is afgeleid van het Griekse Biblia (Βιβλία, = 'boeken'), meervoud van Biblion (= 'boek') en het Latijnse Biblia, dat in de middeleeuwen voor een vrouwelijk enkelvoudig zelf­standig naamwoord gold, ofschoon "Biblia" niets anders dan een Latijnse vorm van het Griekse onzijdige meervoudige woord Biblia was. Dat de Griekse Christenen de boeken die in hun kerken werden gelezen τα βιβλία ("de boeken") noemden, was zeer natuurlijk; maar deze benaming komt niet eerder dan in de vierde eeuw voor, waar zij bij Chrysostomus wordt gevonden, maar misschien is Biblia reeds eerder in gebruikt geweest. Het woord 'Bijbel' komt dus oorspronkelijk van een meervoudsvorm, die 'boeken' betekent. De kerkvader Hiëronymus noemt de Bijbel "een goddelijke bibliotheek".

In Nederland vinden we reeds in de 14de eeuw het enkelvoud die bibel naast meervoud die bibelen; het laatste raakte langzamerhand geheel in onbruik.

In de Evangeliën, de Handelingen en de Brleven worden de boeken die in de Joodse synagogen gelezen werden, dikwijls "de Schriften" genoemd. Soms (bijv. 1 Kor. 14:21) schijnen zij alle onder de titel "De Wet" begrepen te zijn.

Het schutblad van een oude editie van de Statenvertaling vermeldt de Latijnse benaming "Biblia" en de titel "H. Schrifture" (= "Heilige Schriftuur")

Andere benamingen voor de hele Bijbel zijn "Heilige Schrift" of "Heilige Schriftuur". Deze zijn ontleend aan de Bijbel zelf, die spreekt van de Schrift (Joh. 10:35, 2 Tim. 3:16), de Schriften (Matth. 22:29, Hand. 18:24), de Heilige Schriften (Rom. 1:2, 2 Tim. 3:15). In al deze teksten wordt met name het Oude Testament bedoeld, maar zij kunnen op de gehele Bijbel worden toegepast, daar het Nieuwe Testament de verklaring en de vervulling is van het Oude. De Bijbel heet Heilige Schrift, omdat zij door de Heilige Geest is ingegeven en dus het Woord van God is. De benaming Schrift ziet op de vorm, waarin dit Woord tot ons is gekomen. Omdat het voor alle geslachten en alle tijden is bestemd, heeft God het doen beschrijven, te boek laten stellen. De bijvoeging Heilige wijst het geheel enig, goddelijk karakter van het te boek gestelde aan.

De Bijbel wordt ook het Woord van God genoemd. Wel wordt in het Oude en Nieuwe Testament die naam nergens aan de gehele Bijbel gegeven, doch uiteraard slechts aan gedeelten ervan, (Luk. 1 :2: Het Woord; 1 Petr. 1 :25: Het Woord des Heeren; Rom 3 :2: de Woorden Gods), maar die naam mag tot heel de Bijbel worden uitgebreid op grond van zijn goddelijke ingeving.

Naar zijn inhoud wordt de Bijbel ook genoemd: Wet en Evangelie. De wet is tot op Christus, die het evangelie verkondigde.

De Bijbel bevat twee hoofddelen, bekend onder de namen: het Oude Testament en het Nieuwe Testament. Het woord testament is de Latijnse vertaling van het Griekse woord diatheke, dat verbond betekent. Met testament of verbond wordt aangeduid de overeenkomst tussen God en Zijn volk. In een merkwaardig gedeelte van zijn brleven spreekt Paulus van de boeken van Mozes, zo niet van de ge­hele Hebreeuwse Kanon, "van het Oude Testament (Oude verbond)" (Gr. της Παλαιάς Διαθήκης) (2 Cor. 3:14). In hetzelfde verband (vers 6) beschrijft hij zichzelf en zijn medearbeiders als "dienaars van het Nieuwe Testament (Nieuwe Verbond)". Deze benamingen "Het Oude Testament" en "Het Nieuwe Testament" werden naderhand door kerkelijke schrijvers gebruikt om de Joodse en de Christelijke Schriften te kunnen onderscheiden. Sinds het eind van de tweede eeuw komen de namen Oude en Nieuwe Testament voor, als aanduiding van de beide delen van de Heilige Schrift. Vooral de Latijnse Bijbelvertaling Vulgata heeft meegewerkt dat zij voor goed en algemeen een plaats hebben ontvangen in het kerkelijk spraakgebruik. De Latijnse vertaling van het Griekse Διαθήκη weifelde eerst tussen instrumentum en testamentum; maar testamentum verkreeg de over­hand. Vandaar dat, in de westerse talen, de twee verzamelingen van geschrlften die de Bijbel uitmaken, onder de naam van "Het Oude Testament" en "Het Nieuwe Testament" bekend werden.

De Bijbel wordt ook genoemd 'het Boek der boeken': het is Gods geschreven Woord, het belangrijkste en meest verspreide boek in de geschiedenis van de mensheid.

Bronnen

Bijbelsch Handboek en Concordantie. Rotterdam: J.M. Bredée, ca. 1892. Hieruit is in 2011 tekst gebruikt.

C. Lindeboom, Bijbelgids, of Handleiding tot het verkrijgen van Bijbelkennis (Middelburg: Stichting de Gihonbron, 2009; bewerking door J. Pluimers van de uitgave uit 1929), blz. 8-9. Hieruit is onder toestemming in mei 2011 tekst gebruikt.