Toverkunst
Toverkunst is de kunst van het toveren, zwarte kunst, magische kunst. Synoniem: magie. Het woord 'toverkunst' kan ook verwijzen naar wat door magische kunst tot stand is gebracht.[1] Iemand die toverkunsten bedrijft is een toverkunstenaar, synoniem: magiër[1].
In Efeze, toen Paulus daar tijdens zijn derde zendingsreis was, waren velen die toverkunsten bedreven
Hnd 19:19 Ook velen van hen die toverkunsten hadden bedreven, ... (TELOS)
Het Griekse woord is in de brontekst van dit vers is περιεργα, perierga, dat met betrekking tot zaken betekent: nietigheden, beuzelarijen, zinloze aangelegenheden, ijdele zaken, overbodigheden[2]. De Statenvertaling heeft "ijdele kunsten", met als kanttekening: "Of, zonderlinge kunsten; zo worden met een zachtere naam genoemd de duivelse en zwarte kunsten van toverij en waarzeggen; waartoe de Efeziërs van ouds zeer genegen waren."
Demonisch. Toverkunst is van een boze geest. Zoals God buitengewone krachten kan doen door de handen van de apostel Paulus (Hand. 19:11), zo kan een boze geest buitengewone krachten doen door een toverkunstenaar.
In Efeze, waar Paulus het evangelie verkondigde, onderwijs gaf en buitengewone krachten deed, waren ook mensen die toverkunsten bedreven. Zij bezaten geschriften over de kunst van bezweren, horoscoop trekken, toverdranken bereiden en dergelijke. Talrijk waren de papieren of perkamenten stroken of rollen waarop toverformules stonden. Efeze was beroemd om haar toverboeken, de zogenaamd Efesia grammata. Onder meer waren er vele papieren in omloop met „Efezinische letters," dat wil zeggen de geheimzinnige tekens die op beeld der godin Artemis waren gegrift. Vele van die toverpapieren, van heidense, Joodse oorsprong, ook wel van christenen, uit Efeze en andere plaatsen, zijn teruggevonden. De handel in magische voorwerpen en papyri bloeide er.
Toverkunstenaars die inzien dat ze in de ogen van God met verkeerde dingen bezig zijn, breken ermee. Dat gebeurde bijvoorbeeld in Efeze, waar de apostel Paulus het evangelie predikte en het woord van de Heer werkte. De toverkunstenaars die geloofden, gaven hun kunst op en verbranden hun boeken.
Hnd 19:18 En velen van hen die geloofden, kwamen hun daden belijden en bekendmaken. Hnd 19:19 Ook velen van hen die toverkunsten hadden bedreven, brachten hun boeken bijeen en verbrandden ze in bijzijn van allen; en zij berekenden de waarde daarvan en kwamen op vijftigduizend zilverstukken. Hnd 19:20 Zo nam het woord van de Heer toe met macht en werd sterker. (TELOS)
Gezien het belang dat het belang dat men toen aan dergelijke boeken hechtte, was de verbranding een radicale breuk met het heidense verleden.[3]
Bron
Aantekeningen bij de Leidse Vertaling. Tekst van de aantekening bij Hand. 19:19 is verwerkt op 21 mei 2018.
Voetnoten
- ↑ 1,0 1,1 Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000.
- ↑ De Naardense Vertaling vertaalt door "overbodigheden".
- ↑ Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht (Boekencentrum, 1987), commentaar bij Hand. 19:19.