Tubal

Uit Christipedia

Tubal, ook geschreven Toebal, was een zoon van Jafeth en een kleinzoon van Noach (Gen 10:2; 1 Kron 1:5). De naam betekent wellicht 'metaal'[1].

Ge 10:2 De zonen van Jafeth [zijn]: Gomer, en Magog, en Madai, en Javan, en Tubal, en Mesech, en Thiras. (SV)

Ook Tubals nageslacht wordt in de Bijbel door 'Tubal' aangeduid. Ze hebben zich gevestigd ten zuid-oosten van de Zwarte Zee.

Kaart: Tubals nageslacht, zuidoostelijk van de Zwarte Zee

Ze werden bekend als de Tiberanen (Tibareni). Ze brachten slaven en brons naar de havenstad Tyrus.

Eze 27:13 Javan, Tubal en Mesech waren uw kooplieden; met mensenzielen en koperen vaten dreven zij onderlingen handel met u. (SV)

In de toekomst zal Tubal met Mesech onder de vijanden van de Joden zijn en vernietigd worden (Eze. 38-39).

Eze 38:2 Mensenkind! zet uw aangezicht tegen Gog, het land van Magog, den hoofdvorst van Mesech en Tubal; en profeteer tegen hem, (SV)

De nakomelingen van Tubal woonden in een streek die thans deel uitmaakt van Turkije en Georgië.

Mesech en Tubal worden steeds verbonden in Assyrische inscripties en wel onder de namen van Muskai en Tuplai, welke laatste naam 'Tubal' benadert.

Bron

A New and Concise Bible Dictionary (George Morris, 1899) s.v. Tubal. Hieruit is tekst genomen, vertaald en verwerkt.

Voetnoot

  1. Aldus S.J. van Ronkel, Woordenboek der eigennamen (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Thubal. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëedigd vertaler.