Vijgenboom

Uit Christipedia
(Doorverwezen vanaf Vijgeboom)

De vijgenboom (ficus carica, Eng. fig tree, Du. Feigenbaum) komt in het land Israël veel voor en wordt, evenals de wijnstok en de olijf, in de Heilige Schrift veel genoemd. Samengebonden vijgenbladeren maakten 's mensen eerste kleren uit[1].

Vijgenboom

De vijgenboom is een boom van het Beloofde Land. Hij is “nog altijd door het ganse land verspreid”, schreven pelgrimsreizigers halverwege de 19e eeuw[2].

De vijgenboom heeft een lage knobbelige stam. Overal waar hij geplant is of zichzelf heeft voortgeplant groeit hij op een lage stam weelderig voort. “Nooit zagen wij een boom met meer vruchtdragend hout.”[3] 

Men kan zien dat de boom boven alles een vruchtboom is; voordat de bladen uitkomen heeft de vrucht zich reeds gezet; en als de late vijg begint aan te komen vallen de bladeren van de boom en laten aan de vrucht alle sappen die zij nodig heeft om in het gevorderd jaargetijde nog te kunnen rijpen. De vijgenboom kan tweemaal, ja zelfs soms driemaal in het jaar zijn vruchten leveren.

Vijgen

Men zou met een weinig zorg de vijgenboom eindeloos kunnen vermenigvuldigen.

De vijg is niet alleen een aangename vrucht zij is ook een voornaam voedingsmiddel voor het volk. Men is gewoon de vijgen te drogen; “ook perst men ze nog tegenwoordig, als in Davids en Abigaïls tijd, tot koeken samen.”[3]

Vijgenboom te Jeruzalem.

We weten dat de vijgenboom ook reeds in het paradijs gevonden werd en dat zijn aan elkaar gehechte bladeren onze stamouders na hun zonden het eerst bedekten.

Vijgenboom (Ficus carica)

De vijgenboom is in de Bijbel een beeld van Gods zegening over zijn volk en van het volk Israël zelf.

Na de fundering van de tempel ten tijde van de profeet Haggaï, sprak God onder meer van de vijgenboom. Deze had tot dan toe niet gedragen, maar onder Gods zegen zou de boom voortaan vrucht geven. 
Hag 2:18 Bedenkt toch wat voorafgegaan is aan deze dag, de vierentwintigste der negende maand, van de dag aan, waarop de tempel des HEREN gegrondvest werd. Hag 2:19 Bedenkt: Is er nog zaad in de schuur? Ja, ook de wijnstok, de vijgeboom, de granaatappelboom en de olijfboom hebben niet gedragen. Van deze dag aan zal Ik zegenen. (NBG51)
De Heer Jezus vond, nadat hij de vorige dag de tempel had bezichtigd en nu honger had, aan een vijgenboom bij Jeruzalem niets dan bladeren, waarop Hij de boom vervloekte. Een zinnebeeld van het natuurlijke Israël, waar de Heer vergeefs vrucht zocht.
Mt 21:18 ‘s Morgens vroeg nu, toen Hij naar de stad terugkeerde, had Hij honger. Mt 21:19 En toen Hij een vijgeboom langs de weg zag, ging Hij er naar toe en vond niets daaraan dan alleen bladeren. En Hij zei tot hem: Laat van u in eeuwigheid geen vrucht meer komen! En de vijgeboom verdorde onmiddellijk. Mt 21:20 En toen de discipelen dit zagen, verwonderden zij zich en zeiden: Hoe is de vijgeboom zo onmiddellijk verdord?  (TELOS)
Daarna drijft de Heer de handelaars uit de tempel, die als het ware een rovershol geworden was in plaats van een gebedshuis voor alle volken.  Toen de Heer Jezus sprak over de gebeurtenissen die, als boden, aan zijn wederkomst voorafgaan, wees hij op het voorbeeld van de jaarlijkse ontwikkeling van de vijgenboom.
Mt 24:31  En Hij zal zijn engelen uitzenden met luid bazuingeschal, en zij zullen zijn uitverkorenen bijeenverzamelen uit de vier windstreken, van de uitersten van de hemelen tot de andere uitersten daarvan. Mt 24:32 Leert nu van de vijgeboom deze gelijkenis: Wanneer zijn tak al zacht wordt en de bladeren uitspruiten, dan weet u dat de zomer nabij is. Mt 24:33  Zo ook u, wanneer u al deze dingen zult zien, weet dan dat het nabij is, voor de deur. (Telos)
Bijna alle bomen in het land Israël behouden hun bladeren in de winter, de vijgenboom verliest ze alle. Wanneer de bladeren van de vijgenboom uitspruiten, is dat een heel duidelijke voorbode van de zomer.[4]
Vijgenboom met uitspruitende bladeren
De vijgenboom is een metafoor van Israël. In het evangelie volgens Lukas wijst de Heer tevens op het voorbeeld van de overige bomen.
Lu 21:28  Als nu deze dingen beginnen te gebeuren, richt u op en heft uw hoofden omhoog, want uw verlossing is nabij.  Lu 21:29 En Hij sprak een gelijkenis tot hen: Ziet de vijgeboom en alle bomen; Lu 21:30  wanneer zij al uitlopen en u dit ziet, dan weet u uit uzelf dat de zomer al nabij is. Lu 21:31  Zo ook u, wanneer u deze dingen zult zien gebeuren, weet dan dat het koninkrijk van God nabij is. (Telos)
Aan de ontwikkeling van de vijgeboom en de andere bomen in de natuur kan men weten dat de zomer nabij is. Zo zijn ook de toekomstige gebeurtenissen die de Heer heeft geschetst, voortekenen van zijn terugkeer.

Bronnen

Bij de eerste opzet van dit lemma is gebruik gemaakt van tekst uit: P.M.Snikkers, P.J. van Leeuwen, J.H. van Gent, Pelgrimsreize naar het Heilige Land, gedaan in het jaar 1859, blz. 200-201. ’s Gravenhage: J.A. Frentrop, 1863. Dit werk is als Google ebook beschikbaar: ebook.

Voetnoten

  1. H. Zeller, Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk. Tweede deel K - Z. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1872) s.v. Vijg, vijgeboom.
  2. P.M.Snikkers, P.J. van Leeuwen, J.H. van Gent, Pelgrimsreize naar het Heilige Land, gedaan in het jaar 1859, blz. 200. ’s Gravenhage: J.A. Frentrop, 1863
  3. 3,0 3,1 P.M.Snikkers, P.J. van Leeuwen, J.H. van Gent, Pelgrimsreize naar het Heilige Land, gedaan in het jaar 1859, blz. 201. ’s Gravenhage: J.A. Frentrop, 1863
  4. Gijs van den Brink, The Gospel according to Matthew (1997).