Vuur

Uit Christipedia

Vuur is in de Heilige Schrift een zinnebeeld van oordeel en/of vertering en/of loutering/zuivering. 

Op het gebed van Elia kwam er vuur uit de hemel neer op het altaar.

Vuur is een element dat tot onderhouding van het aardse leven nuttig en onontbeerlijk is. In het apocriefe geschrift Sirach 39: 31 vinden we dat besef:

Sir 39:30 Het voornaamste dat tot het leven des mensen nodig is, is water, en vuur, en ijzer, en zout, en tarwemeel, en melk en honig, druivenbloed, en olie, en een kleed. (SV)

In het rijk van de natuur moet vuur, evenals hagel, sneeuw, storm, het „woord" of de wil van God ten uitvoer brengen (Ps. 148: 8). Het openbaart Gods majesteit of zijn straffende hand.

God een verterend vuur. God wordt vergeleken met een verterend vuur.

Ex 24:17  En het aanzien der heerlijkheid des HEEREN was als een verterend vuur, op het opperste diens bergs, in de ogen der kinderen Israëls. (SV)

De 4:24  Want de HEERE, uw God, is een verterend vuur, een ijverig God. (SV)

De 9:3  Zo zult gij heden weten, dat de HEERE, uw God, Degene is, die voor uw aangezicht doorgaat, een verterend vuur: Die zal hen verdelgen, en Die zal hen voor uw aangezicht nederwerpen; en gij zult ze uit de bezitting verdrijven, en zult hen haastelijk te niet doen, gelijk als de HEERE tot u gesproken heeft. (SV)

Heb 12:29  Immers onze God is een verterend vuur. (Telos)

Heb 10:26  Want als wij moedwillig zondigen nadat wij de kennis van de waarheid ontvangen hebben, blijft er geen slachtoffer voor de zonden meer over, Heb 10:27  maar een vreselijke verwachting van oordeel en een felheid van vuur dat de tegenstanders zal verslinden. (...) Heb 10:31  Vreselijk is het te vallen in de handen van de levende God! (Telos)

Da 7:9  Ik keek toe totdat er tronen werden geplaatst, en de Oude van dagen Zich neerzette. Zijn gewaad was wit als de sneeuw en het haar van Zijn hoofd als zuivere wol. Zijn troon [bestond uit] vuurvlammen en de wielen ervan waren laaiend vuur. Een geval waarin 'het vuur van Jahweh' onder het volk Israël ontbrandt en verteert: (HSV)

Een geval waarin 'het vuur van Jahweh' onder het volk ontbrandde en verteerde:

Nu 11:1 En het geschiedde, als het volk zich was beklagende, [dat] het kwaad was in de oren des HEEREN; want de HEERE hoorde het, zodat Zijn toorn ontstak, en het vuur des HEEREN onder hen ontbrandde, en verteerde, in het uiterste des legers. Nu 11:2  Toen riep het volk tot Mozes; en Mozes bad tot den HEERE; en het vuur werd gedempt. Nu 11:3  Daarom noemde hij den naam dier plaats Thab-era, omdat het vuur des HEEREN onder hen gebrand had. (SV)

Een ander geval, in verband met de opstand van Korach, Dathan en Abiram:

Nu 16:35  Daartoe ging een vuur uit van den HEERE, en verteerde die tweehonderd en vijftig mannen, die reukwerk offerden. (SV)

God openbaarde zich aan Mozes met een vurige vlam uit de braamstruik (Exod. 3 : 2 ). Elia voer met vurige paarden en wagens (2 Kron. 2 : 11) ten hemel. Bij het offer van Aaron (Lev. 9: 20), van David (1 Kron. 21 : 26), van Salomo (2 Kron. 7: 1), van Elia (1 Kon. 18 : 38), kwam er heilig vuur.

Engelen: tot een vuurvlam. God maakt de engelen "tot een vuurvlam" (Hebr. 1:7).

Vuur uit de hemel viel op de twee hoofdlieden (2 Kon. 1: 10), op Jobs kudden en knechten (1: 16), op Egypte (Exod. 9: 23), op Sodom en Gomorra (Gen. 19 : 21.; vgl. Wijsh. 10: 6), Nadab en Abihu (Lev. 10 : 2), het oproer van Korach (Num. 16: 35), de morrende Israëlieten (Num. 11:1), en op andere goddelozen (Hos. 8: 14; Jer. 17: 27; Amos 7: 4). Bij de laatste opstand van de mensheid zal vuur uit de hemel de opgetrokken legers verteren.

Opb 20:9 En zij kwamen op over de breedte van de aarde en omsingelden de legerplaats van de heiligen en de geliefde stad; en er daalde vuur neer van God uit de hemel en verteerde hen. (TELOS)

Vreemd vuur. In het Oude Testament heeft het vuur aan de mensen zijn uitnemende dienst gedaan bij het offer, waarbij geen vreemd vuur, d. i. vuur niet ontleend aan het heilig altaarvuur (Lev. 6: 13), mocht gebruikt worden (Lev. 10: 1 , 2).

Vuurkolom boven de tabernakel.

Vuurkolom. Zijn meest verheven dienst heeft het vuur gedaan als de wonderbare vuurzuil (Exod. 13: 21; 14: 24; Num. 14: 14), die bij nacht de Israëlieten op hun tocht de weg wees.

Kinderen verbrand. Een afschuwelijk gebruik werd er van gemaakt bij de heidenen en afgodische Joden, die hun zonen door het vuur lieten gaan en hen de Moloch ter ere verbrandden in het dal Hinnom (Deut. 12: 31; 18: 10; Ezech, 20: 31; 2 Kon. 17: 17; 23: 10; 16: 3; 21 : 6; Jer. 7 : 31).

Vuur afroepen. Vuur van de hemel al te roepen is, als de genade in Christus verschenen is, niet meer gepast (Luk. 9: 54).

Verzoekingen. Verzoekingen zijn als een vuur dat ons geloof beproefd.

1Pe 1:6 Daarin verheugt u zich, zo nodig nu een korte tijd bedroefd door allerlei verzoekingen, 1Pe 1:7 opdat de beproefdheid van uw geloof, veel kostbaarder dan die van goud, dat vergankelijk is en door vuur beproefd wordt, blijkt te zijn tot lof en heerlijkheid en eer bij de openbaring van Jezus Christus. (TELOS)

1Pe 4:12 Geliefden, laat de vuurgloed in uw midden die tot uw beproeving dient, u niet bevreemden alsof u iets vreemds overkwam; (TELOS)

Toekomst

Beoordeling voor de rechterstoel van Christus. Na de wegrukking van de gemeente komen gelovigen voor de rechterstoel van Christus. Dan zal al het waardeloze dat een gelovige tot stand mocht hebben gebracht, door het vuur verbrand worden, terwijl hetgeen waardevol is zal blijven (1 Kor. 3: 12-15).

1Co 3:10 Naar de genade van God die mij gegeven is, heb ik als een wijs bouwmeester het fundament gelegd en een ander bouwt erop. Maar laat ieder uitkijken hoe hij erop bouwt. 1Co 3:11 Want niemand kan een ander fundament leggen dan wat er ligt, dat is Jezus Christus. 1Co 3:12 Als nu iemand op het fundament bouwt: goud, zilver, kostbare stenen, hout, hooi, stro, 1Co 3:13 ieders werk zal openbaar worden. Want de dag zal het aan het licht brengen, omdat deze in vuur geopenbaard wordt, en hoe ieders werk is, dat zal het vuur beproeven. 1Co 3:14 Als iemands werk dat hij daarop gebouwd heeft, zal blijven, zal hij loon ontvangen; 1Co 3:15 als iemands werk zal verbranden, zal hij schade lijden; maar zelf zal hij behouden worden, maar zo als door vuur heen. (TELOS)

Dag van Jahweh.

2Th 1:6  daar het rechtvaardig is bij God, aan hen die u verdrukken, verdrukking te vergelden, 2Th 1:7  en aan u die verdrukt wordt, rust met ons bij de openbaring van de Heer Jezus van de hemel met de engelen van zijn kracht, 2Th 1:8  in vlammend vuur, als Hij wraak brengt over hen die God niet kennen en over hen die het evangelie van onze Heer Jezus niet gehoorzamen.  2Th 1:9  Zij zullen als straf lijden het eeuwig verderf, verwijderd van het aangezicht van de Heer en van de heerlijkheid van zijn sterkte, (Telos)

Vuur wordt ingezet in de dag van Gods verbolgenheid, wanneer Hij het aardrijk zal oordelen.

Ps 50:1 Een psalm van Asaf. De God der goden, de HEERE spreekt, en roept de aarde, van den opgang der zon tot aan haar ondergang.  Ps 50:2  Uit Sion, de volkomenheid der schoonheid, verschijnt God blinkende. Ps 50:3  Onze God zal komen en zal niet zwijgen; een vuur voor Zijn aangezicht zal verteren, en rondom Hem zal het zeer stormen. Ps 50:4  Hij zal roepen tot den hemel van boven, en tot de aarde, om Zijn volk te richten. Ps 50:5  Verzamelt Mij Mijn gunstgenoten, die Mijn verbond maken met offerande! Ps 50:6  En de hemelen verkondigen Zijn gerechtigheid; want God Zelf is Rechter. Sela. (SV)

Ps 97:1 De HEERE regeert, de aarde verheuge zich; dat veel eilanden zich verblijden. Ps 97:2  Rondom Hem zijn wolken en donkerheid, gerechtigheid en gericht zijn de vastigheid Zijns troons. Ps 97:3  Een vuur gaat voor Zijn aangezicht heen, en het steekt Zijn wederpartijen rondom aan brand. Ps 97:4  Zijn bliksemen verlichten de wereld; het aardrijk ziet ze en het beeft. Ps 97:5  De bergen smelten als was voor het aanschijn des HEEREN, voor het aanschijn des HEEREN der ganse aarde.  Ps 97:6  De hemelen verkondigen Zijn gerechtigheid, en alle volken zien Zijn eer. (SV)

Joe 2:30  En Ik zal wondertekenen geven in den hemel en op de aarde: bloed, en vuur, en rookpilaren. Joe 2:31  De zon zal veranderd worden in duisternis, en de maan in bloed, eer dat die grote en vreselijke dag des HEEREN komt. (SV)

Hnd 2:19  En Ik zal wonderen geven in de hemel boven en tekenen op de aarde beneden: bloed en vuur en rookwalm. (Telos)

Jes 66:15 Want ziet, de HEERE zal met vuur komen, en Zijn wagenen als een wervelwind; om met grimmigheid Zijn toorn hiertoe te wenden, en Zijn schelding met vuurvlammen. (SV)

Laatste opstand. Bij de laatste opstand van de mensheid zal vuur uit de hemel de opgetrokken legers verteren.

Opb 20:9 En zij kwamen op over de breedte van de aarde en omsingelden de legerplaats van de heiligen en de geliefde stad; en er daalde vuur neer van God uit de hemel en verteerde hen. (TELOS)

Hellevuur. In de hel, de plaats van eeuwige verdoemenis, zal een vuur branden tot pijniging van de satan en de vervloekten. Het zal als eeuwig vuur nooit worden geblust (Jes. 66: 24; Mark. 9: 44-48; Matth. 3: 10, 12; 25 : 41). En bij al zijn scherpte en gloed wel storend maar niet verstorend (vernietigend) werken op de opstandingslichamen van de onrechtvaardigen, die ter eeuwige smart daaraan onderworpen zijn (Opb. 20:10; 21: 8). Verbranding van de eerste hemel en aarde. God heeft Noach gezegd dat hij de aardbodem niet meer door water zou verwoesten.

Ge 9:11  En Ik richt Mijn verbond op met u, dat niet meer alle vlees door de wateren des vloeds zal worden uitgeroeid; en dat er geen vloed meer zal zijn, om de aarde te verderven. (SV)

Hij zal de eerste (huidige) hemel (kosmos) en de eerste aarde (waarop wij thans leven) vernietigen door vuur. Zijn laatste dienst zal het element vuur hier beneden doen na de voleinding van het duizendjarig vrederijk, wanneer hemel en aarde door vuur verwoest zullen worden (2 Petr. 3: 10, 12).

Bron

H. Zeller, Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk. Tweede deel K - Z. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1872) s.v. Vuur. De tekst van dit lemma is op 25 aug. 2017 verwerkt.