Willibrord
Willibrord of Willebrord (568-739) was een Engelse evangelieprediker die onder de Friezen gearbeid heeft. Hij wordt 'de apostel der Friezen' genoemd.
Hij werd geboren 658 in Northumberland. Zijn eerste opleiding ontving hij in het klooster Ripon bij York onder Wilfried, zijn verdere opleiding genoot hij in een lers klooster onder Egbert, wiens schuld aan de Friezen (deze was namelijk eens van plan geweest onder de Friezen te arbeiden, maar was door vrees van de uitvoering van dit plan teruggehouden) hij overnam. Hij begon zijn werkzaamheid. Hij reisde naar Rome en ontving de autorisatie van de paus, alsmede de gebruikelijke relikwieën. Ook Pepijn de Korte zegde hem zijn bescherming toe.
Na veeljarige arbeid ging Willibrord in 675 voor de tweede maal naar Rome. Daar wijdde Sergius I hem tot aartsbisschop der Friezen. Hij ontving de naam Clemens en Pepijn wees hem Utrecht tot zetel aan.
Van daaruit werd de kerk uitgebreid tot zelfs op Deens gebied. Daar zag hij geen vrucht op zijn werk en ontkwam ternauwernood aan de dood.
Toen Karei Martel in 715 bij Keulen door Radboud verslagen werd, geraakte de zendingsarbeid onder de Friezen in gedrang. Willibrord trok zich nu in het klooster in Echternach terug. Vandaaruit bleef hij de arbeid van de missie besturen.
In 718 werd Radboud overwonnen en Willebrord kon naar Utrecht terugkeren. Daar werkte bij drie jaar, gesteund door Bonifatius.
Willebrord keerde nu naar Echternach terug en op 81-jarigen leeftijd stierf hij aldaar 8 november 739.
Zijn leven is beschreven door Alcuinus[1]. Toen Willebrord stierf, was de bekering van de Friezen een voldongen feit. Willebrord heet daarom de apostel der Friezen.
Bron
Christelijke Encyclopaedie voor het Nederlandsche Volk (Kampen: Kok, 1925-1931) s.v. Willebrord. Hieruit is op 5 juli 2015 tekst genomen en onder wijziging verwerkt.
- ↑ Bibl. rer. germ. VI, 39 v.v.