Augustinus

Uit Christipedia

Aurelius Augustinus (354- 430) wordt wel als de grootste christelijke theoloog sinds de dagen van de apostel Paulus gezien. Hij wordt ook beschouwd als de vader van de westerse kerk. Zijn gedachten drukten een stempel op de Middeleeuwen, zowel in positieve als negatieve zin. In de 16e eeuw waren zowel de Reformatie als de Contra-Reformatie gebaseerd op leringen van Augustinus.

Leven

Aurelius Augustinus werd in 354 geboren in Thagaste (in het huidige Algerije). Hij was de zoon van een heidense vader en een christelijke moeder, Monica. Hij studeerde filosofie in Carthago, verwierp het Oude testament als ruw en ongeestelijk en sloot zich aan bij Manicheeën, een Perzische religie die slechts twee grote principes aanvaarden, licht en duisternis. De hele stoffelijke wereld kwam volgens hen voort uit de duisternis, terwijl de menselijke ziel het product was van het licht. De menselijke verantwoordelijkheid voor verkeerde daden werd  ontkend. Toch werd Augustinus teleurgesteld in deze leer en begon verder te zoeken naar de waarheid.

In 384 werd hij benoemd tot professor in de retoriek in Milaan, een belangrijke post die als opstap zou kunnen dienen naar een hoge regeringspost. In deze tijd zocht hij het meer in Neo-Platonische werken, waar hij een beter antwoord meende te vinden op het probleem van het kwade. Zo werd hij een bewonderaar van  Ambrosius, die door middel van allegorische uitleg van het Oude Testament probeerde dit in te passen in de Platonische spiritualiteit.

Verstandelijk kwam hij steeds meer open te staan voor het christendom maar verzette zich tegen de toenmaals geldende opvatting, dat toewijding aan Christus, een leven in celibaat zou betekenen. Hierdoor werd hij innerlijk verscheurd. Juist in die dagen wandelde hij door de tuin en hoorde een kind de woorden roepen: “neem en lees!” Hij opende de Bijbel bij Romeinen 13:13+14 waar hij las: “We moeten ons behoorlijk gedragen alsof het al helemaal dag is. Dus geen zwelgpartijen en drinkgelagen, geen ontucht en losbandigheden, geen onenigheid en afgunst.  Nee, we moeten ons als het ware wapenen met de Heer Jezus Christus en niet ons zondige ik koesteren dat tot allerlei begeerten aanzet.” Deze woorden drongen diep door in zijn hart en de duisternis van de twijfel verdween. Op Pasen van 386 werd hij gedoopt door Ambrosius.

Na zijn bekering wijdde hij zich met enkele gelijkgezinden aan ascese en studie in het Woord. Hij schreef heel wat filosofische werken, waaronder 13 werken tegen de Manicheeën. In deze werken beargumenteerde hij de vrije wil van de mens, door de Manicheeën afgewezen. Zonde komt niet uit God voort,  maar is een product van misbruik van de vrije wil. De wil is vrij, maar wij zijn verantwoordelijk voor onze keuzes, goede of kwade.

In 388 keerde Augustinus terug naar Afrika. In 391 werd hij tot priester gewijd in Hippo waar hij 5 jaar later de bisschop van Hippo opvolgde,  wat hij bleef tot zijn dood in 430. Als bisschop werd hij geconfronteerd met een slepend conflict in de kerk over het Donatisme, wat reeds in 312 had geleid tot  een schisma. Augustinus maakte diepgaande studie van de ideeën van de Donatisten en bestreed hun misvattingen met zoveel kracht, dat vanaf 412 het Donatisme langzaam maar zeker aan invloed begon in te boeten. Augustinus benadrukte met kracht de katholiciteit van de kerk. Hij gebruikte als eerste de term “onzichtbare kerk” en stelde  dat  niet alle zo genoemde christenen ook werkelijk christenen waren. In de kerk zijn ook veel naamchristenen. Alleen God zelf weet wie Hem toebehoort en wie niet. Augustinus onderscheidde het instituut kerk van de ware gemeenschap van  gelovigen.

In 430 stierf Augustinus.

Geschriften en invloed

Zeer sterk is de nadruk die Augustinus legde op de genade als vrije gave van God, waarbij het geloof niet een gevolg is van onze vrije keuze, maar van het feit dat God ons heeft uitgekozen. Door een diepere studie in de brieven van Paulus kwam hij tot deze conclusie. Hiervan legt hij ook getuigenis af in zijn beroemd geworden “Belijdenissen.” Zijn ideeën hadden in later eeuwen geweldige invloed op de Reformatie.

Twee andere belangrijke werken van Augustinus waren zijn werk over “de Drie-eenheid” en zijn latere werk “De stad van God.”  Dit werk schreef hij naar aanleiding van de inname van Rome door de barbaren in 410. Men beweerde dat dit kwam omdat de oude goden waren verlaten wat hun woede bewerkte. In zijn schrijven stelde Augustinus dat de goden geen aardse voorspoed of tegenspoed hadden gebracht. Maar tevens maakte hij duidelijk dat christendom ook geen tijdelijk, werelds succes ten gevolge heeft. Het Evangelie brengt innerlijke vrede en eeuwige bestemming, maar geen aardse welvaart. Hij stelt dat er vanaf de schepping tot de eeuwigheid twee rijken bestaan, de stad van God en de stad van Satan, een hemelse en een aardse stad, Jeruzalem tegenover Babylon. Ze worden gekenmerkt door twee soorten liefde, de liefde tot God en de zelfliefde.