Genesis/Hoofdstuk 18

Uit Christipedia
Genesis > Hoofdstuk 18
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

Genesis:


Hoofdstuk 18 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Gen. 18:2

Ge 18:2  En hij hief zijn ogen op en zag; en ziet, daar stonden drie mannen tegenover hem; als hij hen zag, zo liep hij hun tegemoet van de deur der tent, en boog zich ter aarde. (SV)

Tegenover hem. Lett. op hem[1].

Gen. 18:3

Ge 18:3  En hij zei: Mijne heren! heb ik nu genade gevonden in Uw oog, zo gaat toch niet aan Uw knecht voorbij. (CP[2])

Mijne heren. In het Hebreeuws de meervoudsvorm Adonai[3].

Uw oog. Enkelvoud. Abraham spreekt nu tot één persoon.[4]

Gen 18:4

Ge 18:4  Dat toch een weinig waters gebracht worde, en wast Uw voeten, en leunt onder de boom. (CP[2])

Wast Uw voeten. In het Hebreeuws een mannelijk meervoud[5]. Abraham richt zich tot de drie mannen.

Opvallend is wat daarentegen onze Heer Jezus deed: Hijzelf waste de voeten van zijn leerlingen.

Leunt onder de boom. 'Leunt' is een mannelijke meervoud[5]. Hebr. 'de boom', niet 'deze boom' (Statenvertaling).

Gen. 18:8

Ge 18:8  En hij nam boter en melk, en het kalf, dat hij toegemaakt had, en hij zette het hun voor, en stond bij hen onder dien boom, en zij aten. (SV)

Zij aten. God at op aarde! De Heer Jezus, die is God geopenbaard in het vlees, zien wij in het Nieuwe Testament meerdere malen een maaltijd houden. En ook, na zijn hemelvaart, zegt Hij:

Opb 3:20  Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop; als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik ook bij hem binnenkomen en de maaltijd met hem houden en hij met Mij. (Telos)

Gen. 18:10

Ge 18:10  En Hij zei: Ik zal voorzeker weer tot u komen, omtrent deze tijd van leven; en zie, Sarah, uw huisvrouw, [zal] een zoon [hebben]! En Sarah hoorde het aan de deur van de tent, welke achter Hem was. (CP[2])

Omtrent deze tijd van leven. Zie ook vers 14 en:

Ge 17:21  Maar Mijn verbond zal Ik met Izak oprichten, die u Sara op dezen gezetten tijd in het andere jaar baren zal. (SV)

Dit houdt in dat deze verschijning van God kort na de vorige (Gen. 17) plaatsvond.

Gen 18:12

Ge 18:12  Zo lachte Sara bij zichzelve, zeggende: Zal ik wellust hebben, nadat ik oud geworden ben, en mijn heer oud is? (SV)

Wellust hebben. Seksueel genot hebben. Zie Wellust. Sommige vertalers denken aan het genoegen van een kind te hebben. Zie ook het volgende vers. Zo vertaalt Obbink met 'kinderweelde'.

Mijn heer. Sarah blijkt het gezag van haar man als haar hoofd te erkennen. De apostel Petrus stelt haar hierin tot voorbeeld voor de gelovige vrouwen:

1Pe 3:5  ... de heilige vrouwen die hun hoop op God stelden, terwijl zij aan hun eigen mannen onderdanig waren; 1Pe 3:6  zoals Sara Abraham gehoorzaamde en hem ‘heer’ noemde; en haar kinderen bent u geworden, als u goed doet en geen enkele verschrikking vreest. (Telos)

Gen. 18:20

Ge 18:20  Voorts zei de HEERE: het geroep van Sodom en Gomorra is groot, en haar zonde is zeer zwaar, (CP[2])

Het geroep van Sodom en Gomórra. Dit kan tweeërlei betekenen. Of, dat het geroep van de zonden en ongerechtigheden groot is, of, dat de klachten van hen, die door Sodoms inwoners vreselijk onderdrukt worden, vele zijn. De tweede verklaring heeft het meeste voor zich, dat over de zonden nog afzonderlijk gesproken wordt. Het roepen zou dan tevens een roepen om wraak zijn. In de Heilige Schrift gaat er van sommige zonden een roep uit, zie Zonde. De tweede verklaring heeft tegen zich, dat God de onderdrukten dan veroordeelt met de onderdrukkers. Maar het is denkbaar dat de onderdrukten zelf ook schuldig waren aan allerlei zonden. In elk geval werden in Sodom nauwelijks rechtvaardigen gevonden, zoals uit het vervolg blijkt.

Gen. 18:21

Ge 18:21  Zal Ik nu afgaan en bezien, of zij naar hun geroep, dat tot Mij gekomen is, alles gedaan hebben, en zo niet, Ik zal het weten. (SV)

Alles. Alles waarover tot God geroepen werd.

Bron

Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Gen. 18. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 14 juni 2020.

Voetnoten

  1. Zo Hebraïcus Danny Ben-Gigi in: Danny Ben-Gigi: The Trinity Revealed in Hebrew. Youtube.com: Prophecy Watchers, 5 nov. 2018. Op 7 min. 21 sec.
  2. 2,0 2,1 2,2 2,3 Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.
  3. Zo Hebraïcus Danny Ben-Gigi in: Danny Ben-Gigi: The Trinity Revealed in Hebrew. Youtube.com: Prophecy Watchers, 5 nov. 2018. Vanaf 9 min. 11 sec.
  4. Zo Hebraïcus Danny Ben-Gigi in: Danny Ben-Gigi: The Trinity Revealed in Hebrew. Youtube.com: Prophecy Watchers, 5 nov. 2018. Vanaf 11 min. 35 sec.
  5. 5,0 5,1 Zo Hebraïcus Danny Ben-Gigi in: Danny Ben-Gigi: The Trinity Revealed in Hebrew. Youtube.com: Prophecy Watchers, 5 nov. 2018. Vanaf 12 min. 5 sec.