Ruth (persoon)

Uit Christipedia

Ruth was de Moabietische schoondochter van Naomi. Door haar huwelijk met Boaz werd zij de overgrootmoeder van David. Naar haar is het boek Ruth genoemd.

De betekenis van de eigennaam is 'gezel, vriend'[1], 'vriendschap'[2], 'verzadigd, tevreden'[1] of 'aanzien, schoonheid'[3]. Het Strongnummer is 07327. De Hebreeuwse naam is רות, Roet. De naam komt 12x voor in het Oude Testament en 1x in het Nieuwe Testament (Matth. 1:5)

Ruth kleeft haar schoonmoeder Naomi aan en wil mee haar mee. Orpa (rechts) blijft in Moab.
Elimelech
 
Naomi
 
 
 
 
Machlon
 
Ruth
 
Chiljon
 
Orpa
 

Ruth woonde in haar geboorteland Moab. Hier huwde ze met de Israëliet Machlon. Deze was eerder met zijn ouders Elimelech en Naomi wegens een hongersnood uit Bethlehem-Juda naar Moab gegaan. Zijn broer Chiljon huwde eveneens een Moabietische vrouw: Orpa. Machlon en Chiljon stierven echter kinderloos in Moab.

Toen Naömi, de schoonmoeder van Ruth, terugkeerde naar Bethlehem-Juda, liet Ruth haar ouders in Moab achter (Ruth 2:11) en ging met haar schoonmoeder mee. Uw volk is mijn volk en uw God is Mijn God, zei ze tegen Naömi, die Ruth aanraadde in Moab te blijven. Orpa bleef in Moab, maar Ruth kleefde Naömi aan.

In Bethlehem ontmoette Ruth in de tijd van de gersteoogst op diens korenveld de rijke man Boaz, een bloedverwant van haar overledenen man Machlon.

Boaz kijkt naar Ruth. Weizenernte mit Ruth, door Gebhard Fugel.

Boaz nam haar tot vrouw. Zij baarde hem Obed, de grootvader van David.

Ruth was een voorouder van Israëls verlosser, onze Heiland Jezus Christus. Ze wordt genoemd in het geslachtsregister van de Heer Jezus.

Mt 1:5 en Salmon verwekte Boaz bij Rachab; en Boaz verwekte Obed bij Ruth; en Obed verwekte Isai,

Geslachtslijn
Salmon
 
Rachab
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Boaz
 
Ruth
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Obed
 
(onbekend)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Isaï
 
(onbekend)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
David

Uit het geslachtsregister van de Heer Jezus blijkt dat Rachab de moeder van Boaz en daarmee de schoonmoeder van Ruth was. Of Ruth de ex-prostitué uit Jericho nog gekend heeft, weten wij niet.

De ons onbekende schrijver van het boek Ruth leefde enige tijd na David. De gebeurtenissen door hem verhaald schijnen voorgevallen te zijn in de jaren die tussen het optreden van Gideon en Jefta waren verlopen[4].

Voetnoten

  1. 1,0 1,1 Bromiley, Geoffrey  W.: The International Standard Bible Encyclopedia, Revised. Wm. B. Eerdmans, 1988, 2002.
  2. Hebreeuws-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.
  3. S.J. van Ronkel, Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Ruth. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler. Van Ronkel zegt dat Ruth wellicht is samengetrokken uit Reüth = aanzien, schoonheid, van het wwerkwoord Raoh = zien.
  4. P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling (Haarlem: De erven F. Bohn, 1866) s.v. Ruth.