Wagen

Uit Christipedia

Een wagen een voertuig.

Woordherkomst. Het woord 'wagen' gaat terug op het Oudnederlandse woord vagn = 'wat zich beweegt', vgl. 'vehikel' van Latijnse vehiculum, van het Latijnse werkwoord vehere = reizen. In de vijftiende eeuw ontleende het Engels het woord wagen, dat in hun taal wagon werd en verwees (en nog steeds verwijst) naar een voertuig met vier wielen. Met de ontwikkeling van spoorwegen werd het Engelse woord wagon ook gebruikt voor wagens van een trein, waarna het als wagon terugkwam in het Nederlands.

Oude oosten

Het gebruik van reis- en pakwagens in het oude Oosten was zeldzamer dan bij ons, daar de meer tot dragen dan tot trekken gebruikte kamelen en ezels altijd de voor die landen het gemakkelijkste en geschiktste vervoermiddel voor mensen en handelswaren geweest zijn. Men moeten onderscheiden reiswagens, staatsiewagens, strijdwagens, bagagewagens en dorswagens.

Reiswagens

De Gouden Koets op prinsjesdag 2011. De Nederlandse Gouden Koets is een staatsiewagen, inz. een statiekoets.

Hebreeuws agala = het rollende (Gen. 45: 19, 27; 1 Kon. 12 : 18; Hand. 8: 28).

Staatsiewagens

Van de koningen en groten. Hebreeuws maerkafa = wat tot voortbeweging client (Gen. 41 : 43; 46: 29. 2 Sam. 15 :1. 1 Kon. 1: 5. 2 Kon. 5 :21; 9 : 21; 27 : 10, 15. Jes. 22: 18. Jer. 17: 25).

Strijdwagens

Hebreeuws raechaes (Gen. 50: 9. Ex. 14 : 9 ; 15 : 19 enz.), ook Hebr. maerkas, maerkasa (Ex. 15: 4; 1 Sam. 8: 11. 1 Kon. 4: 26; 22 : 35. Jes. 2 : 7 en andere plaatsen), rekeb (Richt. 4:3) en agala (Ps. 46: 10), dikwijls geheel van ijzer, bijvoorbeeld bij de Egyptenaren, of ten minste sterk met ijzer beslagen, en in de regel met ijzeren zeisen aan de assen voorzien, om wegmaaijende op het voetvolk te kunnen instormen (Joz. 17: 16. Richt. 4: 3. Nah. 2: 4. zie ook het apocriefe 2 Makk. 13 : 2), bij de Kanaänieten (Joz. 11: 4) , Filistijnen (Richt. 1 : 19. 1 Sam. 13: 7), Egyptenaren (Ex. 14 : 6 v.; 2 Kron. 12: 3; Jer. 46 : 9), Babyloniërs (Jer. 47: 3), Assyriërs (Ps. 46 : 10; 76 : 7), Syriërs (Ps. 20 : 8. 2 Sam. 8 : 4. 1 Kon. 20: 1), en andere volkeren van de oudheid, vooral bewoners van de vlakte (Richt. 1: 19).

Egyptische farao op een Hethitische strijdwagen

De Kanaänitische koning Jabin ten tijde van Debora en Barak had 900 ijzeren strijdwagens.

Ri 4:3  Toen riepen de Israëlieten tot de HEERE, want hij had negenhonderd ijzeren strijdwagens en hij had de Israëlieten met geweld onderdrukt, twintig jaar [lang]. (HSV)

Een Kanaänitische strijdwagen werd door twee paarden getrokken. Op de wagen stonden twee mannen; de één hield de teugels van de paarden vast, terwijl de ander pijlen afschoot. Aan de zijkant van de wagen zat een koker voor pijlen. Achter de wagen lopen soldaten te voet, ze waren bewapend met schilden en zwaarden in de vorm van een sikkel.[1]

Deze hoofdsoort van wapening was door David, zoals uit 2 Sam. 8 : 4 volgt, voor het eerst bij de Israëlieten ingevoerd, hoewel bij hen altijd van ondergeschikte betekenis. Hierom zocht men zich tegen Assyrië (2 Kon. 18 : 24. Jer. 31: 1; 37 : 24, vgl. Nah. 2: 14), en Babylonië (Jer. 50 : 37 ; 51: 21. Ezech. 17 : 15), door Egyptische wagenstrijders te versterken.

De wagens lam maken, vermorzelen (2 Sam. 8 : 4; 10 : 18, vgl. Joz. 11 : 9), betekent de tot de wagens behorende paarden en mensen doden of onbruikbaar makers. Daar volgens deze plaatsen (vgl. 1 Kon. 22: 31. 2 Kon. 6:14), de grootste sterkte van de Syriërs in krijgswagens bestond, zo wordt in Ps. 68 : 18 gezegd: de in Sion wonende God is veel machtiger dan de op hun wagens trotsende Syria's (want zonder twijfel heeft de psalm betrekking op de Ammonitisch-Syrische oorlog). Gods strijdwagens zijn voorzeker slechts voor geopende geloofsogen zichtbaar (2 Kon. 6: 17).

Vaak wordt God in zijn verschijningen in stormweer en als rechter vergeleken met een op zijn strijdwagen aanstormende krijgsheld (Ps. 104 : 3. Jes. 66 : 15).

Bagagewagens

Dorswagen in Egypte

Hebr. agala (1 Sam. 6: 7v. 2 Sam. 6 :3. Am. 2: 13), voor het vervoer van de heilige gereedschappen, overdekt (Num. 7 : 3, 6v).

Dorswagens

Hebr. barkanim (Richt. 8 : 7, 16), agala (Jer. 28 : 27, 28).

Inrichting en vorm

Als enkele delen van een wagen worden in de Bijbel genoemd het rad, de radvelgen (Hebr. gobbim, 1 Kon. 7 : 33. Ezech. 1 : 18), naven, de wagenas (1 Kon. 7 : 32 v). Vierraderige wagens moeten eerst kort voor Christus in het Westen zijn opgekomen. De vorm van de strijdwagens kennen wij uit Egyptische en Assyrische afbeeldingen. Zij waren tamelijk laag, zodat men gemakkelijk op- en afstijgen kon. Tweeraderige wagens, voor 1 of 2 personen, die staande streden en of zelf de wagen bestuurden, of nog een wagenmenner bij zich hadden. Ter zijde van het tweespan liep een derde paard, voor 't geval dat er een onbruikbaar werd (2 Kron. 9: 25). Als trekdieren bij transportwagens komen runderen voor (1 Sam. 6 : 7. 2 Sam. 6: 6), misschien slechts bij de verbondsark, daar die door een rein dier vervoerd moest worden. Verder werden paarden of muildieren aangespannen.

Hemelwagens

Gods wagens zijn talrijk.

Ps 68:17  (68-18) Gods wagenen zijn tweemaal tien duizend, de duizenden verdubbeld. De Heere is onder hen, een Sinaï in heiligheid! (SV)

Ps 68:33  (68-34) Dien, Die daar rijdt in den hemel der hemelen, Die van ouds is; ziet, Hij geeft Zijn stem, een stem der sterkte. (SV)

God maakt ook van de wolken zijn wagen:

Ps 104:3  Die Zijn opperzalen zoldert in de wateren, Die van de wolken Zijn wagen maakt, Die op de vleugelen des winds wandelt. (SV)

Jes 19:1  De last van Egypte. Ziet, de HEERE rijdt op een snelle wolk, en Hij zal in Egypte komen; en de afgoden van Egypte zullen bewogen worden van Zijn aangezicht, en het hart der Egyptenaren zal smelten in het binnenste van hen. (SV)

De 33:26  Niemand is er gelijk God, o Jeschurun! Die op den hemel vaart tot uw hulp, en met Zijn hoogheid op de bovenste wolken. (SV)

Gods Zoon voer in wolken ten hemel (hemelvaart). Hij komt terug met of op de wolken van de hemel (Matth. 26:64, Opb. 1:7) De profeet Elia voer in een vurige wagen met vurige paarden ten hemel.

2Kon 2:11  En het gebeurde, als zij voortgingen, gaande en sprekende, ziet, zo was er een vurige wagen met vurige paarden, die tussen hen beiden scheiding maakten. Alzo voer Elia met een onweder ten hemel. (SV)

In psalm 18:10 en 2 Sam. 22:11 is de cherub een vervoermiddel voor God.

Ps 18:10  (18-11) En Hij voer op een cherub, en vloog; ja, Hij vloog snellijk op de vleugelen des winds. (SV)

2Sa 22:11  En Hij voer op een cherub, en vloog, en werd gezien op de vleugelen des winds. (SV)

Elisa en zijn dienstknecht werden beschermd door vurige paarden en wagens, welke voor het natuurlijke oog onzichtbaar waren.

2Kon 6:16  En hij zeide: Vrees niet; want die bij ons zijn, zijn meer, dan die bij hen zijn. 2Kon 6:17  En Elisa bad, en zeide: HEERE, open toch zijn ogen, dat hij zie! En de HEERE opende de ogen van den jongen, dat hij zag; en ziet, de berg was vol vurige paarden en wagenen rondom Elisa. (SV)

In Ezechiël 1 zien wij de troonwagen van God, waarbij cherubs een taak hebben.

Eze 1:15 Toen ik die levende wezens zag, zie, er was een wiel op de grond naast die levende wezens, bij alle vier aan de voorkant ervan.  Eze 1:16  Het uiterlijk van de wielen en hoe zij gemaakt waren, was als de schittering van een turkoois. Alle vier hadden dezelfde gedaante: hun uiterlijk en hun bouw waren zo, alsof er een wiel midden in een ander wiel zat. (HSV)

De profeet Zacharia zag in een gezicht (Zach. 6:1v) vier wagens, die tussen twee bergen van koper tevoorschijn kwamen. Ze worden getrokken door verschillend gekleurde paarden. De engel verklaarde dat de wagens de vier winden van de hemel zijn

Varia

De 'wagens van de zon' waren afgodisch gewijd aan de zon. De vrome koning Josia verbrandde ze met vuur (2 Kon. 23:11). De 'Wagen aan de hemel' is een sterrenbeeld (Job. 9 : 9; 38: 32).

Bronnen

H. Zeller, Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk. Tweede deel K - Z. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1872) s.v. Wagen. De tekst van dit lemma is op 2 aug. 2019 onder wijziging verwerkt.

Wagen, nl.wikipedia.rog. Enige tekst hiervan, betreffende de etymologie van 'wagen', is onder wijziging verwerkt op 2 aug. 2019.

  1. Malcolm Day, De wereld van de Bijbel (Kampen: Uitgeverij Kok. 1995, 2e druk 1998), blz. 44.