1 Samuël: verschil tussen versies

1 byte verwijderd ,  6 jaar geleden
Regel 34:
 
== Samenvatting ==
'''1 Sam. 1-7. Israël onder de richterlijke en profetische werkzaamheid van Samuël.''' <blockquote>1 Sam. 1-4. Hanna, de vrome vrouw van Elkana, ontvangt op haar gebed een zoon van de Here God, dien zij Samuël noemt en wijdt aan de dienst van God. Hanna's lofzang. Vergel. Luk. 1: 46 — 55. Samuëls opvoeding te Silo. Eli's goddeloze zonen. Het gericht over het huis van Eli, aan Samuël geopenbaard, waarmee zijn profetische roeping aanvangt. Israël wordt door de Filistijnen geslagen; de Ark van God weggevoerd. Dood van Eli en zijne zonen. </blockquote><blockquote>1 Sam. 5-6. De ArkeArk van God en Dagon. Haar terugzending. Haar ont­heiliging te Beth-Semés. De straf van God.</blockquote><blockquote>1 Sam. 7. De Ark van God te Kirjath-Jearim. Israëls bekering en de overwinning op de Filistijnen. Samuëls richterlijke werk­zaamheid.</blockquote>'''1 Sam. 8-15. Het koningschap van Saul tot zijne verwerping.'''<blockquote>1 Sam. 8-11. Israël begeert een koning als de andere volken. God geeft het volk in Saul een koning naar zijn lust. Samuël zalft hem als zodanig. Het volk kiest hem door het lot en na zijn overwinning over de Ammonieten wordt hij in het koningschap bevestigd.</blockquote><blockquote>1 Sam. 12-14. Samuël houdt zijn laatste rede tot het volk. Sauls krijgsbedrijven; zijn eigenwillige godsdienst. Jonathans heldenmoed en Sauls dwaasheid. De overwinning over de Filistijnen en andere omwonende volken. Sauls geslacht. </blockquote><blockquote>1 Sam. 15. De ongehoorzaamheid van Saul in zijn krijg tegen de Amalekieten en zijn verwerping daarom van de zijde van God. </blockquote>'''1 Sam. 16-31. Davids verkiezing en zalving tot koning. Sauls vervol­ging.''' <blockquote>1 Sam. 16-17. Terwijl Samuël op Gods bevel David te Bethlehem tot koning zalft, wijkt de Geest des Heeren van Saul en een boze geest begint hem te verschrikken. Davids harpspel. Zijn strijd met Goliath. </blockquote><blockquote>1 Sam. 18-20. David wordt bevriend met Jonathan en wordt krijgsoverste van Saul. Diens ijverzucht en boze plannen. Saul tracht David te doden. Hij vlucht naar Samuël. Zijn verbond met Jonathan. Diens vruchteloze voorspraak bij zijn vader. </blockquote><blockquote>1 Sam. 21-24. David te Nob; te Gath; in de spelonk van Adullam; in het land van Moab en in het woud Hereth in Juda. Sauls schrikkelijke wraak over de priesterstad Nob. Hij vervolgt David te Kegila en in de woestijn Zif, later in de woestijn Engedi, waar David hem had kunnen doden. </blockquote><blockquote>1 Sam. 25-31. Samuëls dood. David in de woestijn Paran. Zijn verzoek aan Nabal en diens hooghartige weigering. Het wijze optreden van Abigaïl. Saul zoekt David wederom te doden, maar David verschoont ten tweeden male zijn leven. Nu vlucht David naar de Filistijnen; hij krijgt Ziklag als woonplaats en strijdt tegen Israëls vijanden. Saul komt opnieuw in krijg met de Filistijnen. Zijn gang naar de waarzegster te Endor. Terwijl David kampt tegen de Amalekieten, strijdt Saul tegen de Filistijnen, verliest de slag en brengt zich zelf om het leven.</blockquote>
 
== Meer weten ==