2 Korinthiërs/Hoofdstuk 12: verschil tussen versies

k
Regel 5:
'''Er moet geroemd worden'''. Eerst roemt hij in een bovennatuurlijke belevenis, maar liever roemt hij - wat hij later doet, 12:9v - in zijn zwakheden, omdat hierin de kracht van Christus wordt volbracht wordt, de Heer Jezus zelf zichtbaar wordt, gestalte krijgt, Zijn werk doet.
 
'''Ik zal komen tot gezichten enz.''' Daarover gaat hij nu spreken. Hij gaat verhalen wat hijzelf heeft meegemaakt, ofschoon hij spreekt als over een ander mens.
 
'''Openbaringen'''. Vergelijk iets verder:
 
''2Co 12:7 en opdat ik mij door de uitnemendheid van de openbaringen niet verhef, is mij een doorn voor het vlees gegeven, een engel van satan, om mij met vuisten te slaan, opdat ik mij niet verhef. (Telos)''
 
Een geval van een openbaring aan Paulus:
 
''1Co 11:23  Want <u>ik heb van de Heer ontvangen</u>, wat ik u ook heb overgegeven, dat de Heer Jezus in de nacht waarin Hij overgeleverd werd, brood nam; (Telos)''
 
== 2 Kor. 12:2 ==
Regel 19 ⟶ 23:
# Hij weet dat de mens in Christus werd opgenomen in de derde hemel. Hij zegt het alsof hij het zelf heeft meegemaakt.
# De opmerking 'God weet het', ook in het volgende vers, duidt erop dat Paulus zijn ervaring niet geheel kan duiden
 
Verder maakt vers 7 duidelijk dat het voorgaande op Paulus' eigen ervaring zinspeelt.
 
''2Co 12:7 en opdat ik mij door de uitnemendheid van de openbaringen niet verhef, is mij een doorn voor het vlees gegeven, een engel van satan, om mij met vuisten te slaan, opdat ik mij niet verhef.'' (Telos)
 
De reden dat hij zichzelf niet bij name noemt of direct naar zichzelf verwijst, is "opdat niemand hoger van mij denkt dan wat hij van mij ziet of van mij hoort" (vers 6).
 
== 2 Kor. 12:5 ==