2 Korinthiërs/Hoofdstuk 4: verschil tussen versies

3.930 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
k (Kees Langeveld heeft de pagina 2 Korinthiërs/Commentaar/Hoofdstuk 4 hernoemd naar 2 Korinthiërs/Hoofdstuk 4 zonder een doorverwijzing achter te laten)
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
{{Commentaar hoofdstuk}}
 
== 2 Kor. 4:1 ==
2Co 4:1   Daarom, nu wij deze bediening hebben, naardat ons barmhartigheid bewezen is, worden wij niet moedeloos; (Telos)
'''Deze bediening.''' Die van het nieuwe verbond, 3:6.
 
'''Worden wij niet moedeloos.''' Ondanks de tegenstand en de verdrukking die ons wedervaren.
 
''Efe 3:13  Daarom vraag ik u niet moedeloos te worden door mijn verdrukkingen voor u, die uw heerlijkheid zijn. (Telos)''
 
== 2 Kor. 4:2 ==
2Co 4:2  maar wij hebben verworpen de verborgen dingen van de schande, daar wij niet wandelen in sluwheid of het woord van God vervalsen, maar door het openbaren van de waarheid onszelf aan elk menselijk geweten aanbevelen voor Gods aangezicht. (Telos)
'''De verborgen dingen van de schande.''' De schandelijke beweegredenen, zoals geldelijk gewin of het ondermijnen van Paulus' gezag en dienst.
 
'''Of het woord van God vervalsen.'''
 
''2Co 2:17  Want wij zijn niet als de velen die het woord van God vervalsen; maar als uit oprechtheid, maar als uit God, spreken wij voor Gods aangezicht in Christus. (Telos)''
 
== 2 Kor. 4:4 Verblind ==
2Co 4:4  in wie de god van deze eeuw de gedachten van deze ongelovigen verblind heeft, opdat de lichtglans van het evangelie van de heerlijkheid van Christus, die het beeld van God is, hen niet zou bestralen. (Telos)
'''De god van deze eeuw'''. D.i. de [[duivel]].
 
'''De gedachten van deze ongelovigen verblind heeft.''' Deze verblinding is tevens een oordeel van God wegens hun ongeloof, hun onbekeerlijkheid.
 
''Joh 12:39  Daarom konden zij niet geloven, omdat Jesaja opnieuw heeft gezegd: Joh 12:40  ‘Hij heeft hun ogen verblind en hun hart verhard, opdat zij niet met hun ogen zien en met hun hart begrijpen en zich bekeren, en Ik hen gezond maak’. (Telos)''
 
'''De lichtglans ... hen niet zou bestralen.'''
 
''2Co 4:6  Want de God die gezegd heeft: ‘Uit duisternis zal licht schijnen’, Die heeft geschenen in onze harten tot de lichtglans van de kennis van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus. (Telos)''
 
'''Het evangelie van de heerlijkheid van Christus'''. De heerlijkheid van Christus bestaat hierin, dat Hij is God geopenbaard in het vlees en verheerlijkt is vanwege zijn lijden van de dood. Paulus predikte 'Christus Jezus als Heer' (vers 5).
 
''Joh 17:5  en nu, verheerlijk Mij, U, Vader, bij Uzelf met de heerlijkheid die Ik bij U had voordat de wereld was. (Telos)''
 
''Heb 2:9  maar wij zien Jezus, die een weinig minder dan de engelen gemaakt was vanwege het lijden van de dood met heerlijkheid en eer gekroond, opdat Hij door de genade van God voor alles de dood smaakte. (Telos)''
 
== 2 Kor. 4:5 ==
2Co 4:5  Want wij prediken niet onszelf, maar Christus Jezus als Heer, en onszelf als uw slaven om Jezus’ wil. (Telos)
'''Als uw slaven om Jezus' wil.'''
 
''2Co 1:24  Niet dat wij heersen over uw geloof, maar wij zijn medewerkers aan uw blijdschap; want door het geloof staat u. (Telos)''
 
''1Co 9:19  Want terwijl ik vrij ben van allen, heb ik mij allen tot slaaf gemaakt om er zoveel mogelijk te winnen. (Telos)''
 
''Mt 20:25  Jezus nu riep hen bij Zich en zei: U weet, dat de oversten van de volken over hen heersen en de groten gezag over hen voeren. Mt 20:26  Zo zal het onder u niet zijn; maar wie onder u groot wil worden, zal uw dienstknecht zijn,  Mt 20:27  en wie onder u de eerste wil zijn, zal uw slaaf zijn;'' (Telos)
 
== 2 Kor. 4:7 ==
2Co 4:7  Maar wij hebben deze schat in aarden vaten, opdat de uitnemendheid van de kracht van God is, en niet uit ons: (Telos)
'''Aarden vaten.''' 'Vat' in figuurlijke zin wordt ook gebezigd in 2 Tim. 2:20.
 
''2Ti 2:20  In een groot huis nu zijn niet alleen gouden en zilveren vaten, maar ook houten en aarden; en sommigen wel tot eer, maar anderen tot oneer.  2Ti 2:21  Als dan iemand zich van deze vaten reinigt, zal hij een vat zijn tot eer, geheiligd, bruikbaar voor de Meester, tot alle goed werk toebereid.'' (Telos)
 
== 2 Kor. 4:10 ==