2 Thessalonicenzen/Hoofdstuk 2: verschil tussen versies

k
Regel 166:
'''De verborgenheid van de wetteloosheid werkt al.''' De Wetteloze is de verpersoonlijking van de wetteloosheid. Tegenover zijn ''openbaring'' staat de ''verborgenheid'' die eraan voorafgaat. Dat 'werkt al' is waarschijnlijk geen onmerkbare werking, maar een werking die al gemerkt kan worden. De wetteloosheid is een werkzame kracht, die zich al laat merken, zoals het bewegen van een gordijn in de schouwburg dat de onzichtbare speler verraadt.
 
'''Hij die nu tegenhoudt.''' Zie vers 6.
 
In Genesis 19 lezen wij over de redding van Lot. God kon de slechte stad Sodom niet omkeren vóórdat Lot een veilig heenkomen had bereikt. God zei:
 
''Ge 19:22  Haast u! Vlucht daarheen! Want <u>Ik kan niets doen</u>, totdat u daar bent aangekomen. ...'' (HSV)
 
In zekere zin was het de aanwezigheid van Lot die God 'tegenhield' om het oordeel uit te voeren. Van eigenlijk tegenhouden door Lot is hier geen sprake. Het was een bepaalde volgorde van gebeurtenissen die doorlopen moest worden; eerst moest Lot weg zijn.
 
== 2 Thess. 2:8 Openbaring en ondergang. ==