k
→2 Tim. 1:8
k (→2 Tim. 1:14) |
k (→2 Tim. 1:8) |
||
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 14:
'''Schaam je dus niet.''' Zie verzen 12 en 16.
''2Ti 2:15 Beijver je, je aan God beproefd voor te stellen als een arbeider die zich niet hoeft te schamen, die het woord van de waarheid recht snijdt. (Telos)''
== 2 Tim. 1:12 ==
Regel 20:
'''Ik schaam mij niet.''' Zie vers 8.
'''Mijn aan Hem toevertrouwde pand.''' Dit pand is waarschijnlijk Paulus' ziel.
== 2 Tim. 1:14 ==
Regel 29:
2Ti 1:16 Moge de Heer het huis van Onesiforus barmhartigheid geven, omdat hij mij dikwijls verkwikt en zich voor mijn keten niet geschaamd heeft; (Telos)
'''Barmhartigheid.''' Zie vers 18.
'''Mijn keten.'''
''2Ti 2:9 waarin ik verdrukking lijd en zelfs boeien draag als boosdoener; maar het woord van God is niet geboeid. (Telos)''
== 2 Tim. 1:17 ==
|