Abraham en Ebla: verschil tussen versies

652 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
aanvulling op de tekst
(Aanvullingen op de tekst)
(aanvulling op de tekst)
Regel 85:
De informatie over Ebla roept de neiging op om een vergelijking te maken met de geschiedenissen van de aartsvaders, beschreven in het ons bekende Oude Testament. Logisch, vooral doordat namen van personen en plaatsen duidelijk overeenkomen. Dit maakt deze opgraving voor gelovigen uiterst interessant. De relatie tussen Ebla en de aartsvaders is onmiskenbaar aanwezig. Vanwege de duidelijke relatie met de Bijbel zijn archeologen beducht voor al te snelle conclusies. Vanuit hun standpunt bezien, misschien ook wel terecht. In ieder geval leverde de vraag naar de relatie tussen Ebla en de Bijbelse chronologie ernstige tweespalt op tussen de deskundigen. De hiervoor genoemde taalgeleerde Pattinato zag een duidelijk verband met de Bijbel. De archeologen Matthiae en zijn opvolger Alfonso Archi, beiden verbonden aan een universiteit te Rome ontkenden iedere toespeling op de Bijbel (1979). Tijdens hun rondreis door de V.S. (1983) ontkenden zij iedere relatie met steden, gelegen in Kanaän. Maar, het mag ook niet zo zijn dat er een situatie gaat ontstaan waarin ieder mag speculeren over de geschiedkundige context, maar niet wetenschappelijk bezig zou zijn, wanneer een relatie met de Bijbel wordt gelegd. Verwijzend ook naar de artikelen op Christipedia over ‘chronologie’ durven we echter enkele uitspraken te doen.
 
De geschiedenis van de steden Ebla en Mari strekt zich uit over de periode van Peleg ('''2659''') tot de uittocht ('''1472'''). Dit is een lange periode van ongeveer 1200 jaar. Over deze periode is weinig bekend. Belangrijk is wel het gegeven dat het Eerste Rijk van Ebla eindigde met een vernietiging van Ebla. Men neemt algemeen aan dat dit geschiedde in 2290 voor Christus. Omdat na de vernietiging Sargon van Akkad de grondlegger werd van de dynastie van Akkad, moeten we overeenkomstig de Bijbelse tijdlijn niet uitsluiten dat de ondergang van Ebla I mogelijk ook iets te maken heeft met de verwoesting van Sodom en Gomorra en de daaraan voorafgaande oorlogen met Kedor-Laomer (Lugal-zagesi?) en zijn bondgenoten ('''1856'''). Deze gebeurtenissen markeren tegelijk het einde van de vroegdynastieke periode III van Mesopotamië. Het was een tijdperk waarin de nakomelingen van Noach nog niet allen een vaste woonplaats hadden. Met meer of minder succes konden gemeenschappen ontstaan, die zich min of meer in stedelijke vorm konden handhaven. De steden Ebla, Mari en Ur lagen aan een handelsroute en hadden bij tijden gezag over hun omgeving. De route werd uiteraard gebruikt door trekkende handelslieden, waaronder een groot aantal Amorieten. Ze dienden de godheden Amurru en Asherah (of ook wel El genoemd). Het waren nakomelingen van Kanaän, maar spraken een Semitische taal.
 
Er van uit gaande dat Abram in 1955 voor Christus geboren is, laat de Bijbelse chronologie ons onderstaand beeld zien: