Absalom: verschil tussen versies

214 bytes toegevoegd ,  7 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 10:
Hij viel op door zijn uitwendige schoonheid en zijn weelderige haardos, 2 Sam. 14: 25,26.
 
Vertoornd op zijn halfbroer Amnon, daar deze [[Thamar|Tamar]], Absaloms zuster, verkracht en verstoten had, doodde hij hem na twee jaren op listige wijze. Drie jaren lang moest Absalom voor deze euveldaad als balling rondzwerven, in Gezur.[[Bestand:Absalom steelt het hart des volks.jpg|miniatuur|479x479px]]Daarna werd hij op initiatief van Joab teruggeroepen, maar nog niet toegelaten tot de tegenwoordigheid van zijn vader David. (De verzoening kwam tot stand ten koste van gerechtigheid en zonder berouw bij Absalom – geheel in strijd met Gods bediening van de verzoening, 2 Kor. 5: 18-20; enz.).
 
Daarna werd hij op initiatief van Joab teruggeroepen, maar nog niet toegelaten tot de tegenwoordigheid van zijn vader David. (De verzoening kwam tot stand ten koste van gerechtigheid en zonder berouw bij Absalom – geheel in strijd met Gods bediening van de verzoening, 2 Kor. 5: 18-20; enz.).
 
De profeet [[Nathan]] maakte aan David bekend dat zijn troonopvolger nog niet geboren was, 2 Sam. 7:12. Dit werd waarschijnlijk ook bekend bij Absalom.
 
Hem werden drie zonen en een dochter geboren, 2 Sam 14:27. Haar naam was Tamar, dezelfde naam als zijn zus die door Amnon was verkracht.
[[Bestand:Absalom steelt het hart des volks.jpg|miniatuur|470x470px]]
Als koningszoon in zijn eer hersteld, vatte hij het misdadig voornemen op, en volvoerde het, om zijn vader gewelddadig van de troon te stoten en zichzelf tot vorst over Israël op te werpen. Daar zijn halfbroer Amnon dood was, en misschien ook Kileab, zijn twee oudere broers, zou hij natuurlijk kunnen denken dat de troon op hem overging, en dit kan hebben geleid tot zijn verraad.
[[Bestand:Absaloms opstand en Davids vlucht - Wilson.jpg|links|miniatuur|578x578px|De vlucht van David van Jeruzalem naar Mahanaïm. De slag tussen de manschappen van David en het leger van Israël in het woud van Efraïm.]]
 
Aanvankelijk gelukte hem alles. Door listige daden met een schijn van minzaamheid stal hij de harten van de mensen. Toen wierp hij zich in Hebron op als koning, en ontmoette bij velen bijval. De opstand was zo sterk dat David moest vluchten uit [[Jeruzalem]]. 
 
Absalom kwam de stad binnen, vergezeld door Amasa en [[Achitofel]]. De laatste raadde Absalom om te gaan, in het openbaar, tot de bijvrouwen van David, die in Jeruzalem waren achtergelaten. Zodoende zou alle hoop op een verzoening worden opgegeven. Dit misdrijf was voorzegd als een straf voor David, 2 Sam. 12:11.[[Bestand:Absalom hangend aan de boom - James Tissot.jpg|miniatuur|466x466px]]Doch door Husaï liet Absalom zich tot de verwerping bewegen van Achitofels goede raad, om met 12.000 man terstond tegen David, die gevlucht was, op te trekken. Had hij dit gedaan, dan was David waarschijnlijk verloren geweest. Maar nu had David tijd om een leger te verzamelen en zich in veiligheid te brengen.
Toen Absalom eindelijk een groot leger verzameld had, leverde hij met Amasa aan het hoofd van zijn leger zijn vader slag bijin Efraïmshet gebergtewoud van Efraïm. De uitslag was voor hem noodlottig; hij zelf bleef, toen hij vluchtte, met het hoofd tussen de takken van een eik geklemd hangen en zou gewurgd zijn, indien Joab hem niet tot straf voor zijn oproer gedood had.
 
Doch door Husaï liet Absalom zich tot de verwerping bewegen van Achitofels goede raad, om met 12.000 man terstond tegen David, die gevlucht was, op te trekken. Had hij dit gedaan, dan was David waarschijnlijk verloren geweest. Maar nu had David tijd om een leger te verzamelen en zich in veiligheid te brengen.
[[Bestand:Absalom hangend aan de boom - James Tissot.jpg|links|miniatuur|497x497px]]
Toen Absalom eindelijk een groot leger verzameld had, leverde hij met Amasa aan het hoofd van zijn leger zijn vader slag bij Efraïms gebergte. De uitslag was voor hem noodlottig; hij zelf bleef, toen hij vluchtte, met het hoofd tussen de takken van een eik geklemd hangen en zou gewurgd zijn, indien Joab hem niet tot straf voor zijn oproer gedood had.
 
Davids verdriet was groot, maar Joab riep hem op zijn taken weer op te nemen.