Achaz: verschil tussen versies

1.795 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(7 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
'''Achaz''' (= "Jah heeft vastgehouden") is in de Bijbel de naam van twee verschillende mannen. De bekendste is Achaz, een slechte koning van het koninkrijk Juda (2-stammenrijk) in de 2<sup>e</sup> helft van de 8<sup>e</sup> eeuw voor Chr. Hij werd opgevolgd door zijn vrome zoon [[Hizkia]].
 
'''Naam'''. De naam is in het Hebreeuws אָחָז ; betekent “Jah heeft vastgehouden” of "Jah heeft gegrepen"<ref>>HebDut"Hij heeft gegrepen" volgens het ''Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen.'' Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige ''Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon'' van Larry Pierce.  </ref>. "Jah" is de afkorting van de Godsnaam Jahweh. In het Engels is de naam ''Ahaz.'' Het Strongnummer is 0271. De eigennaam komt in het Oude Testament 41x voor. De naam verwijst naar twee verschillende mannen:
# Een koning van Juda,
# Een achterkleinzoon van Jonathan. Hij was een zoon van Micha en een van de nakomelingen van koning Saul uit Jonathan.<BR><BR>
 
== Achaz koning van Juda ==
In de Bijbel is over zijn leven te lezen in onder meer 2 Koningen 16, Jesaja 7-9 en 2 Kronieken 28. Buiten de gewijde geschiedenis is niet veel bekend over het leven van Achaz.
 
Hij kwam op twintigjarige leeftijd op de troon (2 Kron. 28:1) als opvolger van zijn vader [[Jotham]], die een goede koning was.
 
{{Stamboom Koningshuis van David}}
 
In het 17e jaar (2 Kon. 16:2) van de regering van [[Pekah]] koning van Israël kwam hij op de troon en regeerde 16 jaar te [[Jeruzalem]] (2 Kon. 16:2; 2 Kron. 28:1), van 734-718 v. Chr.<ref>''Bijbels ontstaansmodel; tijdbalk Masoreten'' ([[Stichting De Oude Wereld]], 2009).
Achaz regeerde 16 jaar, van 734-718 v.Chr.<ref>>OudeWereld
 
741-725 v.Chr. volgens de tijdrekenkundige tabel in de editie van de Statenvertaling van Jongbloed uit 1995''. A New and Concise Bible Dictionary'' (George Morris, 1899) s.v. Ahaz, heeft 742-727 v.C..
</ref>.
 
{{Tijdbalk Israël 750-650700 v.C.}}
 
Hij was een slechte en zwakke koning. <blockquote>''2Kr 28:1 ... hij deed niet wat juist was in de ogen van de HEERE zoals zijn vader David, (HSV)''</blockquote>Hij wandelde in de weg van de koningen van Israël (tienstammenrijk) en deed naar de gruwelen van de heidenen (2 Kon. 16:3; 2 Kron. 28: 2-3). Hij omhelsde de religie van omliggende volken en liet in het hele land offerplaatsen met gegoten beelden voor hun goden, de Baäls (Hebr. Baäliem) oprichten (2 Kron. 28:4). Hij offerde zelfs één of meerdere van zijn eigen zonen door hen door het vuur te laten gaan (2 Kon. 16:3; 2 Kron. 28:3).
 
Tijdens de regeerperiode van Achaz predikten de profeten [[Jesaja (profeet)|Jesaja]], [[Hosea (profeet)|Hosea]] en [[Micha (Bijbelboek)|Micha]] tegen zijn beleid op godsdienstig gebied. De koning luisterde niet. Het huis van David werd rijp voor het oordeel. Op één dag werden 120.000 mensen gedood en 200.000 vrouwen en kinderen werden vervoerd naar Samaria, maar deze kwamen weer vrij dankzij de profeet Oded.
{{Tijdbalk Israël 750-650 v.C.}}
 
Op politiek gebied kwam Achaz snel in de problemen toen koning [[Rezin|Resin]] van Aram (met als hoofdstad Damascus) en koning [[Pekah (Pekach)]] van Israël een coalitie sloten en gezamenlijk tegen Juda ten strijde trokken. AchazOp zagéén zichdag gedwongenwerden hulpdoor inhet te roepenleger van koning Tiglat-Pileser[[Pekah]] van AssyriëIsraël 120.000 Hijstrijdbare betaaldemannen grotegedood sommen(2 goudKron. en28:6). zilverMaäseja, voorde dezezoon hulpvan en JudaAchaz, werd feitelijkgedood een(2 schatplichtigeKron. vazalstaat28:7). vanEn Assyrië200.000 Tiglat-Pileservrouwen veroverdeen hierna Damascuskinderen en lietroofgoed koningwerden Resinvervoerd ternaar doodSamaria brengen(2 Kron. In28:8), 722maar v.Chr.deze veroverdenkwamen deweer Assyriërsvrij ookdankzij hetde koninkrijkprofeet Israël[[Oded]] (10-stammenrijk)2 enKron. werden28:9v). de inwoners verbannen.
Hij was een slechte en zwakke koning. Hij omhelsde de religie van omliggende volken en liet in het hele land offerplaatsen met gegoten beelden voor hun goden, de Baäls (Hebr. Baäliem) oprichten. Hij offerde zelfs één of meerdere van zijn eigen zonen door hen door het vuur te laten gaan.
 
Ook de Edomieten sloegen Juda (2 Kron. 28:17) en de Filistijnen nemen steden van Juda in (2 Kron. 28:17-18).
Op politiek gebied kwam Achaz snel in de problemen toen koning Resin van Aram (met als hoofdstad Damascus) en koning Pekah (Pekach) van Israël een coalitie sloten en gezamenlijk tegen Juda ten strijde trokken. Achaz zag zich gedwongen hulp in te roepen van koning Tiglat-Pileser van Assyrië. Hij betaalde grote sommen goud en zilver voor deze hulp en Juda werd feitelijk een schatplichtige vazalstaat van Assyrië. Tiglat-Pileser veroverde hierna Damascus en liet koning Resin ter dood brengen. In 722 v.Chr. veroverden de Assyriërs ook het koninkrijk Israël (10-stammenrijk) en werden de inwoners verbannen.
 
Achaz zag zich gedwongen hulp in te roepen van koning [[Pul|Tiglat-Pileser]] van Assyrië. <blockquote>''2Kr 28:20 Tiglath-Pileser, de koning van Assyrië, kwam naar hem toe, dreef hem in het nauw, en steunde hem niet. 2Kr 28:21 Achaz haalde weliswaar het huis van de HEERE en het huis van de koning en de vorsten leeg, en gaf dat aan de koning van Assyrië, maar dat hielp hem niet. 2Kr 28:22 Zelfs in de tijd toen men hem in het nauw dreef, ging die koning, Achaz, verder met ontrouw te zijn aan de HEERE. (HSV)''</blockquote>Hij betaalde grote sommen goud en zilver voor deze hulp en Juda werd feitelijk een schatplichtige vazalstaat van Assyrië. Tiglat-Pileser veroverde hierna Damascus en liet koning Resin ter dood brengen. In 722 v.Chr. veroverden de Assyriërs ook het koninkrijk Israël (10-stammenrijk) en werden de inwoners verbannen. Achaz verving het brandofferaltaar door een altaar gemaakt naar het voorbeeld dat hij bij een bezoek aan Tiglatpileser in [[Damascus]] had gezien.
Achaz verving het brandofferaltaar door een altaar gemaakt naar het voorbeeld dat hij bij een bezoek aan Tiglatpileser in Damascus had gezien.
 
Gods genade onttrok zich echter niet en Achaz ontving een teken dat "een maagd zal zwanger worden en een zoon baren, en Zijn naam Immanuël noemen.", Jes. 7:14. Hoewel alles faalde in Juda zowel als in Israël, God had iemand op het oog door wie de zegen uiteindelijk zou worden verzekerd.
Tijdens de regeerperiode van Achaz predikten de profeten Jesaja, Hosea en [[Micha]] tegen zijn beleid op godsdienstig gebied. De koning luisterde niet. Het huis van David werd rijp voor het oordeel. Op één dag werden 120.000 mensen gedood en 200.000 vrouwen en kinderen werden vervoerd naar Samaria, maar deze kwamen weer vrij dankzij de profeet Oded.
 
Achaz stierf op 36-jarige leeftijd en werd begraven in Jeruzalem, maar niet in de graven der koningen van Israël (2 Kron. 28:27). Hij werd opgevolgd door zijn zoon [[Hizkia]].
Gods genade onttrok zich echter niet en Achaz ontving een teken dat "een maagd zal zwanger worden en een zoon baren, en Zijn naam Immanuël noemen.", Jes. 7:14. Hoewel alles faalde in Juda als in Israël, God had iemand op het oog door wie de zegen uiteindelijk zou worden verzekerd.
 
In Achaz' sterfjaar geschiedde ook een last aan de profeet Jesaja, betreffende Filistea (Jes. 14:28-32).
Achaz stierf op 36-jarige leeftijd en werd begraven in Jeruzalem. Hij werd opgevolgd door zijn zoon [[Hizkia]].
 
== Leeftijdenkwestie ==