k
geen bewerkingssamenvatting
(Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Ada''' (Hebr. ''Adah;'' betekenis: “sieraad") is in de Bijbel de eigennaam van twee personen: * Ada, de eerste van de twee vrouwen van Lamech (een nakomel...') |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
(4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1:
'''Ada'''
* Ada, de eerste van de twee vrouwen van Lamech (een nakomeling van Kaïn)▼
'''Naam.''' De Hebreeuwse naam is ''Adah;'' betekenis: “sieraad". De naam komt 8x in de [[Schrift]] voor.
'''Verwijzingen.'''
{{Lamech gezin}}
2. Ada, een Hittietische, een van de vrouwen van [[Ezau]]. Ze is de grootmoeder van [[Amalek]], de stamvader van de Amalekieten.
{{Ezau nageslacht}}
|