Ahazia (koning van Israël): verschil tussen versies

k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 4:
</ref> vóór Chr. Hij deed wat slecht was in de ogen van God. We lezen over deze koning in onder meer 1 Kon. 22:50-54; 2 Kon 1.
 
Hij was een zoon van [[Achab]] en [[Izebel]]<ref>Hij wandelde in de verkeerde weg van zijn moeder, leren we uit 2 Kon. 22:53. Zij is waarschijnlijk Izebel. </ref>. <blockquote>''1Kon 22:51 (22-52) Ahazia, de zoon van Achab, werd koning over Israël in Samaria in het zeventiende jaar van Josafat, de koning van Juda, en regeerde twee jaar over Israël. (HSV)''</blockquote>Het zeventiende jaar is vermoedelijk gerekend na een 3-jarig mederegentschap van [[Josafat]] met diens vader [[Asa]] in zijn laatste levensjaren.
 
{{Stamboom Ahazia (koning van Juda)}}
 
<blockquote>''1Kon 22:51 (22-52) Ahazia, de zoon van Achab, werd koning over Israël in Samaria in het zeventiende jaar van Josafat, de koning van Juda, en regeerde twee jaar over Israël. (HSV)''</blockquote>Het zeventiende jaar is vermoedelijk gerekend na een 3-jarig mederegentschap van [[Josafat]] met diens vader [[Asa]] in zijn laatste levensjaren.
{{Tijdbalk AsaIsraël tot900-800 Joramv.C.}}
 
{{Tijdbalk Asa tot Joram}}
Het [[tienstammenrijk]] Israël verkeerde onder Ahazia's bestuur, door de nederlaag van zijn vader Achab, in geen gunstige toestand, daar men voor de Syriërs vreesde en de [[Moabieten]] na Achabs dood afvielen (2 Kon. 1:1). Met [[Josafat]], de koning van Juda, was Ahazia in vriendschappelijke betrekking. Evenzeer was hij Achab gelijk in neiging en liefde voor de [[afgoderij]].<blockquote>''1Kon 22:52 (22-53) Hij deed wat slecht was in de ogen van de HEERE. Hij ging namelijk in de weg van zijn vader en in de weg van zijn moeder, in de weg van Jerobeam, de zoon van Nebat, die Israël deed zondigen. 1Kon 22:53 (22-54) Hij diende de Baäl en boog zich voor hem neer, en verwekte de HEERE, de God van Israël, tot toorn, overeenkomstig alles wat zijn vader gedaan had. (HSV)''</blockquote>Na een bijna tweejarige regering stierf hij aan een noodlottige val (2 Kon. 1).