Ahinoam: verschil tussen versies

149 bytes toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(7 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
'''Ahinoam''' ('broeder der liefelijkheid'), ook geschreven ''Achinoam'', is de naam van een van Davids vrouwen en van een Sauls vrouwen.
 
De Hebreeuwse naam is אחינעם, Achinoam. De eigennaam betekent 'broeder der liefelijkheid'<ref name=":0">Aldus S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld''. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Ahinoam. Van Ronkel was hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler. </ref><ref>''Hebreeuws-Nederlands Lexicon'', onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia, geeft als betekenis op: 'mijn broeder is vreugde'.</ref> of liever: 'wier broeder de liefelijkheid is'<ref name=":0" />, van ''Ach'', broer, en ''Noam'', lieflijkheid, van het werkwoord Naôm, 'liefelijk, bekoorlijk zijn'.
Regel 7:
De eigennaam is in de Bijbel van twee verschillende vrouwen:
 
'''1.''' de vrouw van Saul, een dochter van Ahimaäz. 1 Sam. 14:50.
 
{{Stamboom Saul}}
<blockquote>''1Sa 14:50 De naam van Sauls vrouw was Ahinoam, een dochter van Ahimaäz. (HSV)''</blockquote>
 
<blockquote>''1Sa 14:50 De naam van Sauls vrouw was Ahinoam, een dochter van Ahimaäz. (HSV)''</blockquote>Van Saul kreeg zij drie zonen en twee dochters (zie schema), onder wie Jonathan, de vriend van David, en Michal, die David tot vrouw werd. Haar man en drie zonen sneuvelden in de slag tegen de Filistijnen op het gebergte [[Gilboa]].
{| class="wikitable" style="float:right; width: 100px; margin-left: 20px;"
|-
! Ahinoam, Davids derde vrouw
|-
| style="padding: 15px;"|{{Stamboom David}}
|}
 
'''2.''' de Jizreëlitische vrouw van David, de moeder van Ammon. Zijn derde vrouw. 1 Sam. 25:43; 27:3; 30:5, 18; 2 Sam. 2:2; 3:2; 1 Kron. 3:1. <blockquote>''1Sa 25:43 Ook nam David Ahinoam uit Jizreël tot vrouw; (HSV)''</blockquote>Zij was na [[Michal]], de dochter van koning [[Saul]], en [[Abigaïl]], de weduwe van [[Nabal]], de derde die David zich tot vrouw nam. Michal was intussen door Saul aan een andere man gegeven.
 
| style="padding: 15px;"|{{Stamboom David}}
 
<blockquote>''1Sa 1425:5043 DeOok naamnam van Sauls vrouw wasDavid Ahinoam, eenuit dochterJizreël vantot Ahimaäz.vrouw; (HSV)''</blockquote>
 
Zij was na [[Michal]], de dochter van koning [[Saul]], en [[Abigaïl]], de weduwe van [[Nabal]], de derde die David zich tot vrouw nam. Michal was intussen door Saul aan een andere man gegeven.
 
Ahinoam verbleef met Abigaïl bij David in [[Gath]] (1 Sam. 27:3) en later in [[Ziklag]]. Toen [[David]] afwezig vielen [[Amalekieten]] de stad binnen, plunderden haar en brandden haar plat. Ahinoam, Abichaïl en de andere inwoners werden meegenomen. David en zijn mannen bevrijdden hen.