Archelaüs: verschil tussen versies

1.041 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(11 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1:
'''Archelaüs''' was de voornaamste opvolger van zijn vader [[Herodes de Grote]]. Hij was de tirannieke viervorst van [[Samaria (landstreek)|Samaria]], [[Judea]] en [[Idumea]] van 4 vóór Chr. tot 6 na Chr.
 
[[Bestand:Herod Archelaus.jpg|miniatuur|Munt van Herodes Archelaüs. Zijn naam is (in Griekse letters) weergegeven als 'Herodes'.]]Zijn naam wordt ook geschreven ''Archelaos.'' Door Dio ­Cassius en op munten wordt hij ook Herodes genoemd
 
Hij was een zoon van [[Herodes de Grote (Herodes I)|Herodes de Grote]] en van dediens Samaritaanse vrouw Malthake. Hij was de oudste volle broer van [[Herodes Antipas]], die Johannes de Doper liet onthoofden.
 
{{Stamboom/start}}
Regel 11:
{{Stamboom|border=1|boxstyle=background:lightblue;font-size:12px;
|Ar| |An| |Ol|An=[[Herodes Antipas]]|Ma=Mariamne III|Ar=[[Archelaüs]]|Ol=Olympias||Olkl=pink}}
{{Stamboom/eind}}
{{Stamboom/eind}}Evenals de meeste zonen van Herodes genoot hij zijn opleiding te [[Rome]]. Bij het laatste testament van zijn vader werd hij diens voornaamste erfgenaam. Met de koningstitel worden hem de provincies [[Judea]], [[Samaria (landstreek)|Samaria]] en Idumea toegedeeld.
 
{{Stamboom/eind}}Evenals de meeste zonen van Herodes genoot hij zijn opleiding te [[Rome]]. Bij het laatste testament van zijn vader werd hij diens voornaamste erfgenaam. Met de koningstitel wordenwerden hem de provincies [[Judea]], [[Samaria (landstreek)|Samaria]] en Idumea toegedeeld.[[Bestand:Verdeling van Herodes Koninkrijk - Access Foundation.jpg|miniatuur|1024x1024px|Rood gearceerd is het gebied dat Archelaüs door zijn vader Herodes I de Grote kreeg toebedeeld.|geen]]
Toen Herodes ziek was geworden, spoorden twee populaire leraren, Judas en Matthias, hun leerlingen aan om de gouden adelaar van de ingang van de tempel te Jeruzalem te verwijderen. Een dergelijk beeld was tegen de wil van God. Op 13 maart 4 v.C. werden de leraren en hun leerlingen levend verbrand). Na de dood van Herodes in datzelfde jaar kreeg zijn opvolger Archelaüs te maken met een verbolgen menigte, die eerherstel van de martelaren van 13 maart eiste. De nieuwe vorst doodde echter ongeveer drieduizend joden tijdens de viering van Pascha.
 
== Moord op 3000 Joden tijdens Pascha ==
Toen de rust was weergekeerd spoedde Archelaüs zich naar Rome om zich door keizer Augustus tot koning te laten kronen. Daar wilde hij het testament door keizer Augustus laten bekrachtigen en de koningswaardigheid ontvangen. Hoewel een gezantschap van 50 man der Joden tegen zijn opvolging protesteerde (vgl. Luc. 19, 12 vv.) bevestigde Augustus de beschikkingen van Herodes, maar onthield aan Archelaüs de koningstitel. In plaats van de titel van koning moest Archelaüs zich met de lagere titel van „ethnarch" (= viervorst) vergenoegen. De zoon van Herodes moest eerst laten zien, dat hij de koningstitel waard was.[[Bestand:Verdeling van Herodes Koninkrijk - Access Foundation.jpg|miniatuur|1024x1024px|Rood gearceerd is het gebied dat Archelaüs door zijn vader Herodes I de Grote kreeg toebedeeld.]]Tijdens Archelaüs' afwezigheid braken er opnieuw onlusten onder de Joden uit. De leiders waren een rover genaamd Judas, een koninklijke slaaf genaamd Simon, een herder genaamd Athronges en zijn broers. De Romeinse gouverneur van Syrië, Publius Quinctilius Varus, moest met Romeinse legioenen de soldaten van Archelaüs te hulp komen. Twee duizend mensen werden gekruisigd, maar niet alle leiders van de opstandelingen werden gevangen. Uiteindelijk kwam Archelaüs tot overeenstemming met één van de broers van Athronges.
Toen Herodes ziek was geworden, spoorden twee populaire leraren, Judas en Matthias, hun leerlingen aan om de gouden adelaar van de ingang van de tempel te Jeruzalem te verwijderen. Een dergelijk beeld was tegen de wil van God. Op 13 maart 4 v.C. werden de leraren en hun leerlingen levend verbrand). Na de dood van Herodes in datzelfde jaar kreeg zijn opvolger Archelaüs te maken met een verbolgen menigte, die eerherstel van de martelaren van 13 maart eiste. De nieuwe vorst doodde echter ongeveer drieduizend jodenJoden tijdens de viering van Pascha.
== Niet koning, maar viervorst ==
Toen de rust was weergekeerd spoedde Archelaüs zich naar Rome om zich door keizer Augustus tot koning te laten kronen. Daar wilde hij het testament van zijn vader door keizer Augustus laten bekrachtigen en de koningswaardigheid ontvangen. Hoewel een gezantschap van 50 man der Joden tegen zijn opvolging protesteerde (vgl. Luc. 19, 12 vv.) bevestigde Augustus de beschikkingen van Herodes, maar onthield aan Archelaüs de koningstitel. In plaats van de titel van koning moest Archelaüs zich met de lagere titel van „ethnarch" (= viervorstvolksleidert) vergenoegen. De zoon van Herodes moest eerst laten zien, dat hij de koningstitel waard was.[[Bestand:Verdeling van Herodes Koninkrijk - Access Foundation.jpg|miniatuur|1024x1024px|Rood gearceerd is het gebied dat Archelaüs door zijn vader Herodes I de Grote kreeg toebedeeld.]]Tijdens Archelaüs' afwezigheid braken er opnieuw onlusten onder de Joden uit. De leiders waren een rover genaamd Judas, een koninklijke slaaf genaamd Simon, een herder genaamd Athronges en zijn broers. De Romeinse gouverneur van Syrië, Publius Quinctilius Varus, moest met Romeinse legioenen de soldaten van Archelaüs te hulp komen. Twee duizend mensen werden gekruisigd, maar niet alle leiders van de opstandelingen werden gevangen. Uiteindelijk kwam Archelaüs tot overeenstemming met één van de broers van Athronges.
 
== Nieuwe onlusten ==
Toen Archelaüs viervorst was geworden, waren Jozef, Maria en de jonge Jezus in [[Egypte]]. Daar zei een engel dat zij naar het land Israël moesten terugkeren. [[Jozef (vader van Jezus)|Jozef]], de vader van Jezus, was bang om terug te gaan naar het gebied dat door Herodes' zoon Archelaus geregeerd werd. Daarom besloot hij, op een aanwijzing van God, zich te vestigen in Galilea te vestigen (Mattheüs 2:22).<blockquote>''Mattheüs 2:19 Toen nu Herodes was gestorven, zie, een engel van de Heer verscheen in een droom aan Jozef in Egypte Mattheüs 2:20 en zei: Sta op, neem het kind en zijn moeder mee en ga naar het land Israel; want zij die het kind naar het leven stonden, zijn gestorven. Mattheüs 2:21 En hij stond op, nam het kind en zijn moeder mee en kwam in het land Israel. Mattheüs 2:22 Toen hij echter hoorde dat Archelaus koning over Judea was in de plaats van zijn vader Herodes, was hij bang daarheen te gaan; en toen hij een Goddelijke aanwijzing in een droom ontvangen had, vertrok hij naar de streken van Galilea, Mattheüs 2:23 en kwam en woonde in een stad, Nazareth geheten; opdat vervuld werd wat gesproken is door de profeten dat Hij Nazoreeer zou worden genoemd.'' (TELOS)</blockquote>Dat Archelaüs in Matth. 2:22 „koning" genoemd wordt moet worden opgevat in de bredere zin van regent of vorst.
Tijdens Archelaüs' afwezigheid braken er opnieuw onlusten onder de Joden uit. De leiders waren een rover genaamd Judas, een koninklijke slaaf genaamd Simon, een herder genaamd Athronges en zijn broers. De Romeinse gouverneur van Syrië, Publius Quinctilius Varus, moest met Romeinse legioenen de soldaten van Archelaüs te hulp komen. Twee duizend mensen werden gekruisigd, maar niet alle leiders van de opstandelingen werden gevangen. Uiteindelijk kwam Archelaüs tot overeenstemming met één van de broers van Athronges.
 
== Jozef, Maria en Jezus ==
Zijn regering was tyranniek, en in zijn privéleven gaf hij vooral aanstoot door zijn huwelijk met Glaphyra, de weduwe van zijn halfbroer Alexander. Haar eigen (tweede) man was nog in leven en Archelaüs' vrouw ook.
Toen Archelaüs [[viervorst]] was geworden, waren Jozef, Maria en de jonge Jezus in [[Egypte]]. Daar zei een engel dat zij naar het land Israël moesten terugkeren. [[Jozef (vader van Jezus)|Jozef]], de vader van Jezus, was bang om terug te gaan naar het gebied dat door Herodes' zoon Archelaus geregeerd werd. Daarom besloot hij, op een aanwijzing van God, zich te vestigen in Galilea te vestigen (Mattheüs 2:22).<blockquote>''Mattheüs 2:19 Toen nu Herodes was gestorven, zie, een engel van de Heer verscheen in een droom aan Jozef in Egypte Mattheüs 2:20 en zei: Sta op, neem het kind en zijn moeder mee en ga naar het land Israel; want zij die het kind naar het leven stonden, zijn gestorven. Mattheüs 2:21 En hij stond op, nam het kind en zijn moeder mee en kwam in het land Israel. Mattheüs 2:22 Toen hij echter hoorde dat Archelaus koning over Judea was in de plaats van zijn vader Herodes, was hij bang daarheen te gaan; en toen hij een Goddelijke aanwijzing in een droom ontvangen had, vertrok hij naar de streken van Galilea, Mattheüs 2:23 en kwam en woonde in een stad, Nazareth geheten; opdat vervuld werd wat gesproken is door de profeten dat Hij Nazoreeer zou worden genoemd.'' (TELOS)</blockquote>Dat Archelaüs in Matth. 2:22 „koning" genoemd wordt moet worden opgevat in de bredere zin van regent of vorst.
 
== Zijn vrouwen ==
Nadat men meer dan 9 jaren zijn heerschappij had geduld, bracht een gezantschap van de Joodse adel bij keizer Augustus bezwaren tegen hem in, tengevolge waarvan hij in 6 na Chr. van de troon vervallen werd verklaard en naar Vienna in Gallië (het huidige Vienne in Frankrijk) verbannen, alwaar hij stierf.
Zijn regering was tyranniektiranniek, en in zijn privéleven gaf hij vooral aanstoot door zijn huwelijk met Glaphyra, de weduwe van zijn halfbroer Alexander. HaarGlaphyra's eigen (tweede) man was nog in leven en Archelaüs' vrouw Mariamne ook.
 
{{Stamboom Archelaüs}}
 
Mariamne was misschien Mariamne III, dochter van Aristobulus IV. Archelaüs scheidde van Mariamne om te trouwen met Glaphyra. Deze was de weduwe van Archelaüs' halfbroer Alexander (eveneens een zoon van Herodes de Grote) en na diens dood getrouwd met Juba, koning van Mauritanië. Archelaüs nam Glaphyra ondanks dat haar eigen man Juba en Archelaüs' eigen vrouw Mariamne nog in leven waren en handelde zo in strijd met de wet van Mozes. Deze overtreding wekte het misnoegen van de Joden.
 
== Zijn einde ==
Nadat men meer dan 9 jaren zijn tirannieke heerschappij had geduld, bracht een gezantschap van de Joodse adel bij keizer Augustus bezwaren tegen hem in, tengevolgeten gevolge waarvan hij in 6 na Chr. van de troon vervallen werd verklaard en naar Vienna in Gallië (het huidige Vienne in Frankrijk) verbannen, alwaar hij stierf, vóór 18 na Chr.
 
Na zijn afzetting werden Samaria, Judea en Idumea in 6 na Chr. de Romeinse provincie Iudaea (Judea).
 
== Jezus' gelijkenis van de ponden ==
Regel 38 ⟶ 53:
In dit artikel is in oktober 2011 gebruik gemaakt van tekst uit: Ed. Rhiem, C.H. van Rhijn (red.), ''Bijbelsch woordenboek voor ontwikkelde lezers der Heilige Schriften'', s.v. Archelaus. Utrecht: Kemink & Zoon, z.j.
 
[http://www.livius.org/articles/person/herod-archelaus/ Herod Archelaus], Engelstalig artikel op Livius.org, geraadpleegd 1 sept. 2017.
 
[https://en.wikipedia.org/wiki/Herod_Archelaus Herod Archelaus], Engelstalig artikel op en.wikipedia.org. Enige tekst hiervan is verwerkt op 1 sept. 2017.