Arend: verschil tussen versies

19 bytes toegevoegd ,  7 jaar geleden
geen bewerkingssamenvatting
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'De '''arend''' (Lat. ''aquila'', Hebr. ''nesher,'' Eng. ''eagle'') of adelaar ('de adellijke') is een krachtige en edele roofvogel, die van alle vogels het ho...')
 
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 12:
 
In de Bijbel worden meerdere vogels onder het geslacht der adelaars gerekend, dan de tegenwoordige wetenschap doet, zoals gieren.
# De '''''steenarend''''' (goudarend of goudadelaar; Lat. ''Aquila chrysaetos''), die geelbruin gevederd, in de zon als goud schittert, ca. 90 cm hoog is, met uitgebreide vleugelen ca. 230 cm meet, een haakvormig gebogen snavel heeft, op de hoogste rotsen nestelt (Jer. 49: 16), nu en dan zijn veren verliest en nieuwe krijgt, zodat hij er steeds jong uitziet (Psalm 103:5; Jes. 40: 31) en bijzonder zorgzaam is voor zijn jongen die hij bij hun eerste oefening in het vliegen, wanneer zij vermoeid zijn, op zijn rug neemt (Ex. 19:4; Num. 32: 11). Hij leeft niet van aas maar alleen levende dieren. Hij kan een konijn zien op 2 kilometer hoogte. De steenarend vindt men 's winters in heel Israël.  <br><br>''Ex 19:4 U hebt zelf gezien wat Ik met de Egyptenaren gedaan heb en [hoe] Ik u op arendsvleugels gedragen en u bij Mij gebracht heb.'' (HSV)<br><br>
# De '''''grijzegier''''', groter maar niet zo mooi van bouw, ook niet zo sterk; zijn kop en nek zijn kaal (Micha 1:16, SV heeft 'arend'; HSV heeft 'gier') , hij is zeer vraatzuchtig, voedt zich niet alleen met levende dieren maar ook met aas en is daarom in de warmere landen, waar hij thuis behoort, een grote weldaad (Job 39:27-30; Matth. 24:28). De Romeinse legers droegen het beeld van de adelaar als veldteken op hunne standaards en stormden in het jaar 70 op het tot aas geworden verbondsvolk los.<br><br>
# De '''''lammergier''''', de grootste , sterkste en meest grimmige roofvogel, die alleen in nood van aas leeft, maar geiten, schapen, reeën en zelfs kleine kinderen rooft, die hij mede omhoog draagt in de lucht, dan vallen laat opdat zij op de grond verpletterd worden, en hun het eerst de ogen uitpikt (Spr. 30:17).
De Bijbel maakt de adelaar tot '''zinnebeeld''' van kracht en geweld (Ps. 103:5; Jes. 40:31; Ez. 17:3; Openb. 12:14), van vlugheid (2 Sam. 1:23; Num. 28:49; Klaagl. 4:19; Job 9:26; Jes. 4:13) van Gods voorzorg voor en bescherming van zijn verbondsvolk (Deut. 32:11), ook van 's Heeren haastig komen over zijn vijanden (Jer. 49:22). Verder wordt de arend of adelaar gebezigd als zinnebeeld van een hoogmoedige zin (Spr. 23:5; Jer. 49:16) en van rooflust en roofgierigheid (Hab. 1: 8).