Artos (Grieks): verschil tussen versies

884 bytes toegevoegd ,  7 jaar geleden
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
(3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 10:
# zinnebeeldig, van Christus als het Brood van God en van het leven, Johannes 6: 33, 35, 48-51;
# voedsel in het algemeen, wat nodig is om te leven, Matt. 6:11; 2 Cor. 9:10, enz. Het manna in de woestijn wordt 'artos' genoemd in Joh. 6:31.
Het tweede woord in het Griekse Nieuwe Testament is ''azymos''. Dit duidt alleen op ongedesemd brood. Het betekent letterlijk 'ongedesemd'. Bijbelvertalers voegen er het woord 'brood' bij. Het Feest van de Ongedesemde Broden is letterlijk 'Feest van het Ongedesemde'. De begripsomvang van 'Artos' is ruimer dan die van 'Azymos' en kan ongedesemd en gedesemd brood aanduiden<ref>''Kittel's Theological Dictionary of the New Testament'' zegt aangaande ''azumos'': “P. Fiebig [een geleerde van het Grieks] ... shows that the term ''artos'' does not exclude ''azumos'', but that in certain circumstances, e.g., in description of the Passover, it may mean this.”</ref>. Ook het Hebreeuwse woord 'lechem' heeft zo'n ruime betekenis.
 
'Artos' wordt gebruikt voor het (ongedesemde?) toonbrood<ref>Of de toonbroden ongedesemd waren is onzeker. De Schrift geeft hierover geen uitsluitsel. Volgens de Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus (1e eeuw n.C.) waren ze ongedesemd. </ref> in de tabernakel, Matt. 12: 4, Hebr. 9:2. Toen het toonbrood weer werd ingevoerd door Nehemia (Neh. 10:32), werd tevens een heffing van 1/3 shekel ingevoerd, Matt. 17:24. <blockquote>''Heb 9:2 Want een tabernakel was ingericht, de eerste, waarin de kandelaar was en de tafel en de <u>toonbroden</u>; deze wordt het heilige genoemd. (TELOS)''</blockquote>De Septuagint, de oude Griekse vertaling van het Oude Testament, gebruikt 'artos' voor de ongedesemde koeken in Lev. 2, voor de toonbroden (Ex. 25:30), voor de gave van de Nazireeër bestaande uit ongedesemde koeken (Num. 6:15).
 
De Heer Jezus stond op zondag uit de doden op. Dat was in de week van Ongedesemde Broden, wanneer de Joden alleen óngedesemd brood eten. "Op diezelfde dag" van de opstanding (Luc. 24:1, 13) waren twee discipelen op weg naar Emmaüs. Een vreemdeling raakt met hen in gesprek. Ze nodigen hem uit bij hen te blijven.
 
<blockquote>''Lu 24:30 En het gebeurde, toen Hij met hen aanlag, dat Hij het <u>brood</u> nam en zegende en nadat Hij het gebroken had, gaf Hij het hun.<br>Lu 24:31 Hun ogen nu werden geopend en zij herkenden Hem; en Hij werd onzichtbaar voor hen.''<br>(TELOS)</blockquote>
 
Hier wordt 'artos' gebruikt voor het brood dat ongedesemd was.
 
De Septuagint, de oude Griekse vertaling van het Oude Testament, gebruikt 'artos' voor de ongedesemde koeken in Lev. 2, voor de toonbroden (Ex. 25:30), voor de gave van de Nazireeër bestaande uit ongedesemde koeken (Num. 6:15).
 
De oude joodse schrijvers Flavius Josephus (37-100 n.C.) en Philo van Alexandrië (20 v.C.– 50 n.C.) gebruiken allebei 'artos' in hun beschrijving van de matzes (ongedesemde broden) van de Paschamaaltijd. Philo noemt het paschabrood 'artos'.
 
'''Hebr. 'Lechem'.''' Ook het Hebreeuwse woord 'lechem' heeft zo'n ruime betekenis als het Griekse 'artos'. In Deut. 16:3 wordt het ongedesemde brood 'lechem oni' = 'brood der ellende' genoemd. De Septuagint zegt in Deut. 16:3 dat het brood ('artos') ongedesemd ('azumos') was.
 
== Voetnoot ==