Asaf (zangmeester): verschil tussen versies

234 bytes toegevoegd ,  7 jaar geleden
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 22:
|}
 
'''Nakomelingen'''. Asafs nakomelingen worden Asafieten genoemd. Enkele nakomelingen worden genoemd in Neh. 11:17 en 12:35. <blockquote>''Ne 11:17 En Mattanja, de zoon van Micha, de zoon van Zabdi, de zoon van <u>Asaf</u>, het hoofd verantwoordelijk voor de aanhef van de dankzegging bij het gebed, en Bakbukja was de tweede van zijn broeders; en Abda, de zoon van Sammua, de zoon van Galal, de zoon van Jeduthun. (HSV)''</blockquote><blockquote>''Ne 12:35 En van de priesters kinderen met trompetten: Zacharja, de zoon van Jonathan, den zoon van Semaja, den zoon van Matthanja, den zoon van Michaja, den zoon van Zakkur, den zoon van Asaf; (HSV)''</blockquote>Asafs zonen werden voorstanders van de gewijde muziek. Ze hadden bij afwisseling met de 20 zonen van Heman en Ethan, ieder 12 zangmeesters en andere zangers en muzikanten onder zich, met wie zij volgens het lot, zonder leeftijd of andere voorkeur in acht te nemen, ieder een week de godsdienstoefening begeleidden (1 Kron. 26; 2 Kron. 5 : 12v.),
 
Asafs zonen werden voorstanders van de gewijde muziek. Ze hadden bij afwisseling met de 20 zonen van Heman en Ethan, ieder 12 zangmeesters en andere zangers en muzikanten onder zich, met wie zij volgens het lot, zonder leeftijd of andere voorkeur in acht te nemen, ieder een week de godsdienstoefening begeleidden (1 Kron. 26; 2 Kron. 5 : 12v.),
 
Ook in later tijden bleef dit heilig ambt in de familie van Asaf (2 Kron. 35 : 15; Ezra 2: 41; 3 : 10; Neh. 7 : 44). Nog ten tijde van [[Ezra (bijbelboek)|Ezra]] wordt van de nakomelingen van Asaf, als heilige zangers gewag gemaakt, Ezra 2:41; 3: 10; Neh. 7:44.<blockquote>''Ezr 3:10 En de bouwers legden de fundering van de tempel van de HEERE, en men stelde de priesters op, gekleed [in ambtsgewaad], met de trompetten, en de Levieten, de nakomelingen van Asaf, met de cimbalen, om de HEERE te prijzen, naar de richtlijnen van David, de koning van Israël. Ezr 3:11 Zij zongen in beurtzang bij het prijzen en bij het danken van de HEERE dat [Hij] goed is, dat Zijn goedertierenheid over Israël tot in eeuwigheid is. Heel het volk hief een groot gejuich aan bij het prijzen van de HEERE, omdat de fundering voor het huis van de HEERE gelegd was. (HSV)''</blockquote>