k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 9:
Het tweede kind van Eva was eveneens een zoon, [[Abel]].<blockquote>''Ge 4:2 En zij baarde opnieuw: zijn broer Abel. Abel werd herder van kleinvee en Kaïn werd bewerker van de aardbodem. (HSV)''</blockquote>
In het Hebreeuws is het werkwoord ''yalad''. Het wordt ook gebruikt met betrekking tot mannen. Zij gewinnen, verwekken, doen geboren worden.<blockquote>''Ge 4:18 Gebaard wordt aan Henoch: Irad,-'' stedeling'', en Irad heeft Mechoejaël geboren doen worden; Mechiaël heeft Metoesjaël geboren doen worden en Metoesjaël heeft Lamech geboren doen worden.'' (Naardense vertaling)</blockquote>Vergelijk:<blockquote>''Ge 4:18 En aan Henoch werd Irad geboren en Irad verwekte Mechujael, en Mechujael verwekte Metusael, en Metusael verwekte Lamech.'' (NBG51)</blockquote>Zo wordt in het Hebreeuwse hetzelfde werkwoord ''yalad'' zowel voor Eva en [[Adam (eerste mens)|Adam]] gebruikt. Eva baarde en Adam gewon, verwekte zonen en dochters<blockquote>''Ge 5:3 En Adam leefde honderd en dertig jaren, en gewon [een] [zoon] naar zijn gelijkenis, naar zijn evenbeeld, en noemde zijn naam Seth. Ge 5:4 En Adams dagen, nadat hij Seth gewonnen had, zijn geweest achthonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren.'' (SV)</blockquote>'''Barensnood.''' Baren zou, als gevolg van de zondeval, gepaard gaan met smart. <blockquote>''Jes 13:8 En zij zullen verschrikt worden, smarten en weeën zullen hen aangrijpen, zij zullen bang zijn als een barende vrouw; ... (SV).'' </blockquote>De Heer Jezus wist van de benauwdheid die het baren brengt. <blockquote>''Joh 16:21 Wanneer een vrouw baart, heeft zij droefheid omdat haar uur gekomen is; maar wanneer zij het kind heeft gebaard, denkt zij niet meer aan de benauwdheid, uit blijdschap dat een mens in de wereld is geboren. Joh 16:22 Ook u hebt dan nu wel droefheid; maar Ik zal u weerzien en uw hart zal zich verblijden en niemand neemt uw blijdschap van u weg. (Telos)''</blockquote>'''Figuurlijk, zinnebeeldig.''' Een vrouw in barensnood is een vaakgebruikt
In Opb. 12 ziet Johannes een zwangere vrouw in barendsnood. ‘Ze schreeuwde in haar weeën en in haar pijn om te baren’.<blockquote>''Opb 12:1 En er werd een groot teken gezien in de hemel: een vrouw, bekleed met de zon en de maan onder haar voeten en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren. Opb 12:2 En zij was zwanger en schreeuwde in haar weeen en in haar pijn om te baren. Opb 12:3 En er werd een ander teken gezien in de hemel; en zie, een grote, vuurrode draak met zeven koppen en tien horens en op zijn koppen zeven diademen. Opb 12:4 En zijn staart sleepte het derde deel van de sterren van de hemel mee en wierp ze op de aarde. En de draak stond voor de vrouw die zou baren, om zodra zij haar kind zou baren, het te verslinden. Opb 12:5 En zij baarde een zoon, een mannelijk kind, die alle naties zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd weggerukt naar God en naar zijn troon. Opb 12:6 En de vrouw vluchtte de woestijn in, waar zij een plaats heeft, door God bereid, opdat men haar twaalfhonderdenzestig dagen voedde.'' (TELOS)</blockquote>De vrouw, Israël, baart de Messias, onze Heer Jezus Christus. Ze kan hem niet op [[aarde]] houden, maar moet hem afstaan aan de hemel. Vergelijk met wat de Heer Jezus zei tot zijn leerlingen. Zij zouden, gelijk een vrouw in barensnood, in benauwdheid zijn, totdat Hij hen, na zijn opstanding, zou weerzien. <blockquote>''Joh 16:21 Wanneer een vrouw baart, heeft zij droefheid omdat haar uur gekomen is; maar wanneer zij het kind heeft gebaard, denkt zij niet meer aan de benauwdheid, uit blijdschap dat een mens in de wereld is geboren. Joh 16:22 Ook u hebt dan nu wel droefheid; maar Ik zal u weerzien en uw hart zal zich verblijden en niemand neemt uw blijdschap van u weg. (Telos)'' </blockquote>Trouwens, vlak voordat de gemeente worden weggenomen van de aarde om Hem te ontmoeten en te zien, zal zij in de mensenwereld een zware tijd doormaken.<blockquote>''2Ti 3:1 Maar weet dit, dat er in de laatste dagen zware tijden zullen zijn; (Telos)''</blockquote>In de [[eindtijd]] zijn er drie barensnoden: 1. de barensnood van de schepping (Rom. 8:22), 2. de barensnood van de mensenwereld (1 Thess. 5:3), 3. de barensnood van (het overblijfsel van) Israël (Opb. 12:2). In de ''tegenwoordige'' tijd zijn sommigen in barensnood, namelijk zij die ernstig bidden dat de (plaatselijke) gemeente Christus openbaart in haar doen en laten. <blockquote>''Ga 4:19 mijn kinderen, van wie ik opnieuw in barensweeën ben, totdat Christus gestalte in u krijgt. (Telos)''</blockquote>
|