Beest uit de zee: verschil tussen versies

* zijn poten als die van een beer

* zijn muil als die van een leeuw

 

'''Mens'''. Uit zijn gedragingen blijkt dat we moeten denken aan een mens, zij het iemand die in Gods ogen beestachtig is. Dat het een mens is, blijkt ook uit het gegeven, dat het merkteken, dat de mensen zullen krijgen, bestaat uit een naam van het beest of uit het ''getal'' van de naam, en het getal van de naam "is het getal van een mens" (Opb. 13:18). <blockquote>''Opb 13:18 Hier is de wijsheid. Wie verstand heeft, laat die het getal van het beest berekenen, want het is het getal van een mens, en zijn getal is zeshonderdzesenzestig.'' (TELOS)</blockquote>'''Oorsprong'''. Het Beest komt op uit de [[zee]]. De zee is in het gezicht van Johannes een zinnebeeld van de rusteloze volkerenwereld.<blockquote>''Opb 13:1 En ik zag uit de zee een beest opstijgen, dat tien horens en zeven koppen had en op zijn horens tien diademen en op zijn koppen namen van lastering. (TELOS)''</blockquote>'''Tien horens'''. <blockquote>''Opb 13:1 En ik zag uit de zee een beest opstijgen, dat tien horens en zeven koppen had en op zijn horens tien diademen en op zijn koppen namen van lastering. (TELOS)''</blockquote>Johannes ziet later een vrouw zitten op een scharlakenrood beest dat tien horens had. <blockquote>''Opb 17:3 En hij voerde mij weg in de geest naar een woestijn. En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest dat vol namen van laster was en zeven koppen en tien horens had. (TELOS)''</blockquote>'''Zeven koppen'''. <blockquote>''Opb 13:1 En ik zag uit de zee een beest opstijgen, dat tien horens en zeven koppen had en op zijn horens tien diademen en op zijn koppen namen van lastering. (TELOS)''</blockquote>Johannes ziet later een vrouw zitten op een scharlakenrood beest dat zeven koppen had. <blockquote>''Opb 17:3 En hij voerde mij weg in de geest naar een woestijn. En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest dat vol namen van laster was en zeven koppen en tien horens had. (TELOS)''</blockquote>'''Ontvangt grote macht en gezag'''. De draak, d.i. de duivel, de overste van deze wereld, geeft hem "zijn macht en zijn troon en groot gezag". <blockquote>''Opb 13:2 En het beest dat ik zag was aan een luipaard gelijk, en zijn poten waren als die van een beer en zijn muil als de muil van een leeuw. En de draak gaf hem zijn macht en zijn troon en groot gezag. (TELOS)''</blockquote>Van de troon van het beest is ook sprake in Opb. 16:10. Hij heeft een koninkrijk. <blockquote>''Opb 16:10 En de vijfde goot zijn schaal uit op <u>de troon van het beest</u>, en <u>zijn koninkrijk</u> werd verduisterd; en zij kauwden hun tongen van pijn (TELOS)''</blockquote>Hem wordt gezag gegeven om te handelen. <blockquote>''Opb 13:5 En hem werd een mond gegeven die grote dingen en lasteringen sprak; en hem werd gezag gegeven om te handelen, tweeenveertig maanden. (TELOS)''</blockquote>Hij ontvang gezag "over elk geslacht en volk en taal en natie", Opb. 13:7. <blockquote>''Opb 13:7 En hem werd gegeven oorlog te voeren tegen de heiligen en hen te overwinnen; en hem werd gezag gegeven over elk geslacht en volk en taal en natie. (TELOS)''</blockquote>Hij heeft een compagnon, het Beest uit de aarde (zie hieronder), die al het gezag van het eerste Beest uitoefent in diens tegenwoordigheid. <blockquote>''Opb 13:12 En het oefent al het gezag van het eerste beest uit in diens tegenwoordigheid; en het maakt dat de aarde en zij die erop wonen, het eerste beest aanbidden, van wie de dodelijke wond genezen was. (TELOS)''</blockquote>'''Duivels'''. Het Beest uit de zee staat onder invloed van de duivel. De draak, d.i. de duivel, de overste van deze wereld, geeft hem "zijn macht en zijn troon en groot gezag".<blockquote>''Opb 13:2 En het beest dat ik zag was aan een luipaard gelijk, en zijn poten waren als die van een beer en zijn muil als de muil van een leeuw. En de draak gaf hem zijn macht en zijn troon en groot gezag. (TELOS)''</blockquote>Uit de mond van het beest ziet Johannes later een onreine geest komen. <blockquote>''Opb 16:13 En ik zag uit de mond van de draak en uit de mond van het beest en uit de mond van de valse profeet drie onreine geesten komen als kikkers; (TELOS)''</blockquote>'''Verbazingwekkend herstel'''. Een van de zeven koppen wordt "als tot de dood geslagen", loopt een "dodelijke wond" (Opb. 13:3, 12) op. De wond wordt geslagen met een zwaard, "de wond van het zwaard" zegt Opb. 13:14. Het schijnt dat het beest wordt gedood, gegeven dat het daarna "weer leefde" (Opb. 13:14). De wond wordt echter wonderbaarlijk genezen. Het gevolg is dat de hele aarde, de hele mensenwereld, het beest met verbazing achterna gaat. <blockquote>''Opb 13:3 En ik zag een van zijn koppen als tot de dood geslagen, en zijn dodelijke wond werd genezen; en de hele aarde ging met verbazing het beest achterna. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Opb 13:12 En het oefent al het gezag van het eerste beest uit in diens tegenwoordigheid; en het maakt dat de aarde en zij die erop wonen, het eerste beest aanbidden, van wie de dodelijke wond genezen was. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Opb 13:14 En het misleidt hen die op de aarde wonen, door de tekenen die hem gegeven zijn te doen in tegenwoordigheid van het beest, en het zegt tot hen die op de aarde wonen, dat zij voor het beest dat de wond van het zwaard had en weer leefde, een beeld moesten maken. (TELOS)''</blockquote>'''Lasteraar'''. Op zijn (zeven) koppen heeft hij namen van lastering. <blockquote>''Opb 13:1 En ik zag uit de zee een beest opstijgen, dat tien horens en zeven koppen had en op zijn horens tien diademen en op zijn koppen namen van lastering. (TELOS)''</blockquote>Hij krijgt een mond die lasteringen spreekt, Opb. 13:5. Hij lastert tegen (1) God en zijn tabernakel en (2) hen die in de hemel wonen. <blockquote>''Opb 13:5 En hem werd een mond gegeven die grote dingen en lasteringen sprak; en hem werd gezag gegeven om te handelen, tweeenveertig maanden. Opb 13:6 En hij opende zijn mond tot lasteringen tegen God, om zijn naam te lasteren en zijn tabernakel en hen die in de hemel wonen. (TELOS)''</blockquote>Johannes ziet later een vrouw zitten op een scharlakenrood beest "dat vol namen van laster was". <blockquote>''Opb 17:3 En hij voerde mij weg in de geest naar een woestijn. En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest dat vol namen van laster was en zeven koppen en tien horens had. (TELOS)''</blockquote>'''Grootspraak'''.