Behoudenis: verschil tussen versies

436 bytes toegevoegd ,  1 maand geleden
k
Regel 14:
 
== Tegenwoordige en toekomstige behoudenis ==
De Schrift spreekt van behoudenis als een tegenwoordige en een toekomstige toestand. Van tegenwoordige behoudenis spreekt:<blockquote>''Lu 19:9 Jezus nu zei tot hem: Vandaag is aan dit huis behoudenis ten deel gevallen, omdat ook deze een zoon van Abraham is. (TELOS)''</blockquote>Meestal wordt van de behoudenis gesproken als een toekomstig heil dat wij zullen ontvangen. <blockquote>''Ro[[Romeinen 10]]: 13 ‘want ieder die de naam van de Heer zal aanroepen, <u>zal behouden worden</u>’.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''[[Romeinen 13]]:11 En dit te meer omdat wij de tijd kennen, dat het uur voor u al daar is om uit de slaap te ontwaken; want <u>de behoudenis is ons nu nader</u> dan toen wij tot geloof kwamen. (TELOS)''</blockquote>'''Hoop van de behoudenis.''' In het volgende vers komen de tegenwoordige en de toekomende behoudenis samen: "wij zijn behouden" (voltooid tegenwoordige tijd) "in de hoop" (toekomstig). <blockquote>{{Bijbelvers|HoofdstukNaam=Romeinen 8|VersNummer=24}}(Telos) </blockquote>De "hoop van de behoudenis" (1 Thess. 5:8) is gericht op de behoudenis die wij zullen verkrijgen. <blockquote>''1Th 5:8 Maar laten wij die van de dag zijn, nuchter zijn, terwijl wij het borstharnas van het geloof en de liefde aangedaan hebben, en als helm <u>de hoop van de behoudenis</u>; 1Th 5:9 want God heeft ons niet <u>bestemd</u> tot toorn, maar <u>tot het verkrijgen van de behoudenis</u> door onze Heer Jezus Christus,'' (TELOSTelos)</blockquote><blockquote>''Heb 9:28  zo zal ook Christus, eenmaal geofferd om de zonden van velen te dragen, de tweede keer zonder zonde verschijnen tot behoudenis aan hen die Hem verwachten.'' (Telos)</blockquote>'''Bewaring en leiding.''' De gelovigen worden bewaard tot de toekomstige behoudenis. <blockquote>''1Pe 1:5 die in de kracht van God door het geloof <u>bewaard wordt tot de behoudenis</u>, die gereed is om in de laatste tijd geopenbaard te worden. (TELOS)''</blockquote>De Heer Jezus leidt ons heen tot die toekomstige behoudenis.<blockquote>''Heb 2:10 Want het paste Hem, om Wie alle dingen zijn en door Wie alle dingen zijn, dat Hij, om vele zonen tot heerlijkheid te leiden, de overste <u>leidsman van hun behoudenis</u> door lijden volmaakte. (TELOS)''</blockquote>De engelen vervullen daarbij een taak: <blockquote>''Heb 1:14 Zijn zij niet allen dienende geesten, die tot dienst uitgezonden worden ter wille van hen die de behoudenis zullen beërven? (TELOS)''</blockquote>'''Openbaring.''' 1 Petr. 1:5, zegt dat de behoudenis ''geopenbaard'' zal worden. <blockquote>''1Pe 1:5 die in de kracht van God door het geloof <u>bewaard wordt tot de behoudenis</u>, die gereed is om in de laatste tijd geopenbaard te worden. (TELOS)''</blockquote>Dit betekent dat hij nu nog voor ons verborgen is. <blockquote>''1Jo 3:2  Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Wij weten dat als Hij geopenbaard zal zijn, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is.'' (Telos)</blockquote>'''Zaligheid.''' Wat houdt die behoudenis, dat heil, die zaligheid in? Wel, ze is eensdeels verborgen en anderdeels al in hoofdzaak bekend. Aan ons zijn "kostbare en zeer grote beloften" geschonken (2 Petr. 1:4). Wij zullen de behoudenis 'beërven' (Hebr. 1:14). Wij verkrijgen de heerlijkheid van onze Heer Jezus Christus (2 Th. 2:14). <blockquote>''2Th 2:13  Maar wij behoren God altijd te danken voor u, door de Heer geliefde broeders, dat God u als eerstelingen heeft verkoren <u>tot behoudenis</u>, in heiliging van de Geest en geloof van de waarheid, 2Th 2:14  waartoe Hij u door ons evangelie ook geroepen heeft, <u>tot verkrijging van de heerlijkheid van onze Heer Jezus Christus</u>.'' (Telos)</blockquote>Wij zullen aan Jezus, Gods Zoon, gelijkvormig zijn (Rom. 8:29). Ons lichaam zal gelijkvormig zijn aan het lichaam van Zijn heerlijkheid (Flp. 3:21). Wij zullen het beeld van de Hemelse dragen (1 Cor. 15:49).
 
Niet alleen uitwendig zullen wij anders zijn, we zullen ook "deelgenoten van de Goddelijke natuur" zijn (2 Petr. 1:4). We zullen kennen zoals wijzelf gekend zijn door God (1 Cor. 13:12).