k
→Toekomst
Geen bewerkingssamenvatting |
k (→Toekomst) |
||
(7 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1:
Een '''berg''' is een grote verhevenheid in het landschap.
De '''Berg Gods''' is zowel Horeb, de plaats waar God zich openbaart (Exod. 3:1; 4:27; 18:5 ; 24:13; Num. 10:33), als Sion, de blijvende woonstede van Jahweh. De laatste berg wordt meestal Berg van Jahweh of Heilige Berg genoemd.▼
'''Berg en heuvel.''' Een berg is in het algemeen hoger en steiler dan een heuvel, maar er bestaat geen vaste definitie voor het onderscheid tussen beide. Soms wordt de definitie aangehouden dat een berg zich meer dan 200 à 300 meter boven zijn omgeving verheft, een kleinere verheffing wordt dan een heuvel genoemd. Bij Neede wordt de heuvel in het land "De Needse Berg" genoemd. De heuvel heeft geen hellingen. De hoogste punt van de 'berg' is ruim 34 meter boven NAP<ref>Volgens het informatiebord bij de natuurobservatietoren op de Needse Berg. </ref>.
▲De '''Berg Gods''' is zowel Horeb, de plaats waar God zich openbaart (Exod. 3:1; 4:27; 18:5 ; 24:13; Num. 10:33), als Sion, de blijvende woonstede van Jahweh. De laatste berg wordt meestal Berg van Jahweh of Heilige Berg genoemd.
[[Bestand:Sinai berg Ex19v16.jpg|thumb|433x433px|''"Op ''de berg waren donderslagen, bliksemflitsen en een zware wolk, en zeer sterk bazuingeschal, zodat al het volk dat in het kamp was, beefde." (''Ex. 19:16)'']]
__TOC__
Regel 11 ⟶ 15:
<blockquote>''Ps 36:6 (36-7) Uw gerechtigheid is als de bergen Gods, Uw oordelen zijn een grote afgrond; HEERE! Gij behoudt mensen en beesten. ''(SV)</blockquote>
'''Berg van Gods heiligheid.''' Of 'Berg van Gods heiligdom'. God spreekt, doelend op de berg [[Sion]], van 'de berg van Mijn heiligheid' (of 'van Mijn heiligdom'). <blockquote>''Ps 2:6 Ik toch heb Mijn Koning gezalfd over Sion, den berg Mijner heiligheid. (SV)''</blockquote><blockquote>''Ps 2:6 ‘Zelf heb ik hem gewíjd, mijn kóning, — op de Sion, het gebérgte ván mijn héiligdom!’'' (NaB)</blockquote><blockquote>''Jes 11:9 Men zal nergens leed doen noch verderven op den gansen berg Mijner heiligheid; want de aarde zal vol van kennis des HEEREN zijn, gelijk de wateren den bodem der zee bedekken.'' (SV)</blockquote><blockquote>''Jes 11:9 Ze zullen geen kwaad doen en geen verderf stichten op heel de berg van mijn heiligdom, - want vervuld zal het land zijn van kennis van de ENE, zoals wateren die de zee overdekken. (NaB)''</blockquote>'''Heer Jezus.''' De duivel nam de Heer Jezus mee naar een zeer hoge berg, vanwaar hij hem de koninkrijken der wereld toonde.
<blockquote>''Mt 4:8 Opnieuw nam de duivel Hem mee naar een zeer hoge berg en toonde Hem alle koninkrijken van de wereld en hun heerlijkheid'' (TELOS)</blockquote>
Regel 29 ⟶ 33:
<blockquote>''Mt 28:16 De elf discipelen nu gingen naar Galilea, naar de berg waar Jezus hen had ontboden. (TELOS)''</blockquote>
== Hemelse berg Sion ==
== Hoge berg ==
De duivel nam Jezus mee naar een zeer hoge berg. <blockquote>''Mt 4:8 Opnieuw nam de duivel Hem mee naar <u>een zeer hoge berg</u> en toonde Hem alle koninkrijken van de wereld en hun heerlijkheid (Telos)''</blockquote>De Heer Jezus werd uitwendig verheerlijkt op een hoge berg<blockquote>''Mt 17:1 En na zes dagen nam Jezus Petrus, Jakobus en zijn broer Johannes mee en bracht hen afzonderlijk op <u>een hoge berg</u>. (Telos)''</blockquote><blockquote>''Mr 9:2 En na zes dagen nam Jezus Petrus, Jakobus en Johannes mee en bracht hen afzonderlijk op <u>een hoge berg</u> alleen. En Hij werd in hun bijzijn van gedaante veranderd; (Telos)''</blockquote>De apostel Johannes werd in [de] geest/Geest naar een grote en hoge berg gevoerd. Daar werd hem het nieuwe (hemelse) Jeruzalem getoond.<blockquote>''Opb 21:10 En hij voerde mij weg in [de] Geest op een grote en hoge berg en toonde mij de heilige stad, Jeruzalem, die uit de hemel neerdaalde van God (TELOS)''</blockquote>
== Toekomst ==
Het schijnt dat in de toekomst, in de [[dag van Jhwh]], de wereld der bergen een verandering zal ondergaan. Wat hoog zal worden vernederd, zowel in de menselijke maatschappij als op het aardoppervlak, in de sociale en de fysische geografie.
<blockquote>''Hab 3:6 Als hij optreedt, wankelt de aarde, als hij toeziet, beven de volkeren; de eeuwige bergen worden verbrijzeld, de overoude heuvelen zinken ineen. (Obbink)''</blockquote>
<blockquote>''Jes 2:11 De hoogmoedige ogen van de mensen zullen neergeslagen worden, en de trots van de mannen zal neergebogen worden. Alleen de HEERE zal op die dag hoogverheven zijn.''
<blockquote>''Opb 6:14 En de hemel week terug als een boek dat wordt opgerold, en elke berg en elk eiland werden van hun plaatsen gerukt.(TELOS)''</blockquote>
Regel 44 ⟶ 50:
Wanneer in de tijd van het einde de zevende schaal wordt uitgegoten, vindt er een enorm grote aardbeving plaats, waardoor bergen geslecht worden.
<blockquote>''Opb 16:18 En er kwamen bliksemstralen en stemmen en donderslagen, en er kwam een grote aardbeving, zoals er niet geweest is sinds er een mens op de aarde is geweest: zo’n aardbeving, zo groot!
Iets dergelijks ervoer Jeremia in zijn dagen bij de ondergang van het koninkrijk van Juda en de verwoesting van Jeruzalem:
<blockquote>''Jer 4:23 Ik zag het land, en zie, het was woest en leeg, en [keek] naar de hemel-zijn licht was er niet.
De berg van het huis van Jhwh zal verhoogd worden en het hoofd der bergen worden.
<blockquote>''Jes 2:2 Het zal in het laatste der dagen geschieden dat de berg van het huis van de HEERE vast zal staan als de hoogste van de bergen, [letterlijk: in het hoofd van de bergen] en dat hij verheven zal worden boven de heuvels, en dat alle heidenvolken ernaartoe zullen stromen. (HSV)''<
== Heidense oudheid ==
Volgens een in de heidense oudheid wijd verbreide voorstelling is de hoogste berg de eigenlijke woonplaats der goden. Hij reikt tot de hemel en vormt dus de verbinding tussen aarde en hemel. Nu eens wordt hij als het middelpunt der aarde gedacht, dan weer in het uiterste noorden verplaatst: het laatste overeenkomstig de mening, waartoe waarschijnlijk de loop van de zon aanleiding gaf, dat de aarde naar het noorden op- en naar het zuiden afliep. En werkelijk sloot ook het gebergte, waaraan verschillende volkeren deze voorstelling vastknoopten de hun bekende wereld naar het noorden af. Zo was volgens de Indiërs de Meru, volgens het volk dat het Zend sprak de Albord, volgens de Grieken de Thessalische Olympus de zetel der goden. Bij de Babyloniers en Assyriers is de hoogste berg waarschijnlijk de berg, vanwaar de goden, uit vrees voor de storm en de regen, die over de hele aarde kwam en zelfs tot de hemel doordrong, hoger op, in de hemel van Anu vluchtten.
==
== Bron ==
|