Bijvrouw: verschil tussen versies

813 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
Een '''bijvrouw''' of ''bijwijf'' is<ref>Volgens ''Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal'' (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000.</ref> een (1) een bijzit, concubine of (2) (in culturen met veelwijverij) een vrouw naast de hoofdvrouw. Bijwijven heten in het Oude Testament de vrouwen, die de Israëlieten naast hun wettige vrouw of vrouwen bezaten. Zij waren geen concubines.
 
'''Concubine.''' Een bijzit of concubine is vrouw een waarmee een man buitenechtelijk in min of meer vaste verhouding leeft en omgang heeft. Synoniem: concubine, dat uitvia het Frans komtafkomstig is van het Latijnse ''con'' (samen) + ''cubare'' (liggen, slapen). In Engelse Bijbelvertalingen wordt echter het woord 'concubine' genomen, waar Nederlandse vertalingen 'bijvrouw' bezigen. In het Engels wordt blijkbaar het onderscheid in het Nederlands tussen de bijzit, die in een situatie van overspel is, en de nevenvrouw, de echtgenote van ondergeschikte rang, die in het gezin van de man voorkomt, niet gemaakt.
 
'''Herkomst.''' De bijwijven waren of dienstmaagden van de eerste vrouw en als zodanig aan deze onderworpen, of gekochte maagden, of vrouwen die door koop verkregen of krijgsgevangen gemaakt waren.
[[Bestand:Andrew Geddes (1783-1844) - Hagar - NG 631 - National Galleries of Scotland.jpg|miniatuur|336x336px|''Hagar'', schilderij van Andrew Geddes (1783-1844). Hagar was de bijvrouw van [[Abraham]] en de dienstmaagd van zijn vrouw [[Sarah]]. ]]
'''Rang en rechten.''' De wettige vrouwen waren in het genot van alle burgerlijke rechten. De bijvrouwen of vrouwen van de tweede rang hadden geen gelijke rechten met de eerste, maar waren ook geenszins slechts concubines. De betrekking van het bijwijf tot de wettige vrouw was die van dienstmaagd tot meesteres (Gen. 16: 9). De vader van de bijvrouw was een schoonvader van de man (Richt. 19:4, 9), en de man was zijn schoonzoon (Richt. 19:5).
 
ledereIedere gehuwde man stond het naar de zeden van de vaderen vrij zich dezulkeneen bijvrouw te nemen, en men ging er licht toe over, als het wettige huwelijk onvruchtbaar was, zoals reeds bekend is uit de geschiedenis van Abraham en Jakob (Gen. 16: 2v; 30: 8v.), die bijvrouwen uit hun dienstmaagden hadden, onder goedkeuring van hun wettige echtgenoten. De Hebreeuwse mannen mochten er meer dan een hebben. De bijvrouwen werden zonder verdere formaliteiten (bruidsgschenk, bruiloft) genomen, en konden gemakkelijker weggezonden worden (Deut. 21:10vv.).
'''Rang en rechten.''' De wettige vrouwen waren in het genot van alle burgerlijke rechten. De bijvrouwen of vrouwen van de tweede rang hadden geen gelijke rechten met de eerste, maar waren ook geenszins slechts concubines. De betrekking van het bijwijf tot de wettige vrouw was die van dienstmaagd tot meesteres (Gen. 16: 9).
 
ledere gehuwde man stond het naar de zeden van vaderen vrij zich dezulken te nemen, en men ging er licht toe over, als het wettige huwelijk onvruchtbaar was, zoals reeds bekend is uit de geschiedenis van Abraham en Jakob (Gen. 16: 2v; 30: 8v.), die bijvrouwen uit hun dienstmaagden hadden, onder goedkeuring van hun wettige echtgenoten. De Hebreeuwse mannen mochten er meer dan een hebben. De bijvrouwen werden zonder verdere formaliteiten (bruidsgschenk, bruiloft) genomen, en konden gemakkelijker weggezonden worden (Deut.21:10vv.).
 
De vorsten bezaten, volgens de wijze van de Oosterlingen, soms vele honderden (2 Sam. 5: 13; 1 Kon. 11: 8). Ook de nog ongehuwde zonen van de Israëlieten ontvingen niet zelden van hun vaders uit de dienstmaagden van het huis zulke vrouwen, opdat de hartstocht niet tot grove ongeregeldheid verviel. Deze vrouwen waren na het wettig huwelijk van die jongemannen hun bijvrouwen en hadden als zodanig aanspraak op voeding, kleding en andere rechten, die haar niet onthouden konden worden, of zij verkregen zonder losgeld hun vrijheid( Ex. 21: 11).