Brandofferaltaar: verschil tussen versies

564 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
Een '''brandofferaltaar''' of ''altaar des brandoffers'' (Eng. ''altar of burnt offering'') is een altaar waarop [[Brandoffer|brandoffers]] worden gebracht, offers die verbrand worden en waarvan de liefelijke geur opstijgt tot God. Alle gaven, waarmee Israël hier tot de Heere naderde, waren bestemd om geheel of gedeeltelijk op dit altaar geofferd te worden. Over dit altaar handelen onder meer Ex. 27 en 38.
 
'''Model.''' Het brandofferaltaar in de voorhof van de [[tabernakel]] was ontworpen overeenkomstig het model dat God op de berg Sinaï aan Mozes had getoond (Ex. 27:8)
[[Bestand:Brandofferaltaar. wasvatAltar Brouwerof burnt offerings.jpgpng|geen|miniatuur|812x812px891x891px|''KoperenDe brandofferaltaarhogepriester enbezig wasvat. Links grijptmet een manoffer eenop altaarhoorn,het wellicht om zich in veiligheid te stellenbrandofferaltaar.'' ]]
[[Bestand:Brandofferaltaar wasvat Brouwer.jpg|miniatuur|893x893px|''Koperen brandofferaltaar en wasvat. Links grijpt een man een altaarhoorn, wellicht om zich in veiligheid te stellen.'' |geen]]
'''Maten.''' De afmetingen waren: de lengte vijf ellen (ongeveer 2,5 m), de breedte vijf ellen (ongeveer 2,5 m), de hoogte drie ellen (ongeveer 1,5 meter) (Ex. 27:1; 38:1). Het altaar was aan de bovenzijde dus vierkant (Ex. 38:1).
 
Het altaar was 2x zo hoog als de [[verbondskist]] en de [[tafel der toonbroden]] en 1½ x zo hoog als het [[reukofferaltaar]].
[[Bestand:Altar-of-Burnt-Offerings-1.jpg|geen|miniatuur|941x941px|''cu'' is een afkorting van het Engelse ''cubit'' = el]]
 
'''Acaciahout.''' Het altaar was gemaakt van planken van acaciahout, ook genoemd, in de Statenvertaling, naar het Hebreeuws, 'sittimhout' (= acaciahout) (Ex. 27:1, 38:1).
 
Regel 27 ⟶ 28:
'''Ringen en handbomen.''' Aan de vier einden van het rooster waren vier gegoten koperen ringen (Ex. 27:4; 38:5), tot plaatsen voor de handbomen (Ex. 38:5). Tijdens vervoer werd het altaar gedragen door middel van twee handbomen. Ze waren, evenals het altaar, gemaakt van acaciahout (Statenvertaling: sittimhout) en overtrokken met koper (Ex. 27:6; 38:6). De handbomen staken in ringen aan de vier einden van het rooster, aan beide zijden van het altaar (Ex. 27:7; 38:7).
 
'''Plaats.''' De plaats van het altaar was 'aan de deur van de tent der samenkomst', bij de ingang tot het Heilige. Evenwel stond tussen het altaar en de tent nog het koperen [[wasvat]].<blockquote>''Ex 40:6  Vervolgens moet u het brandofferaltaar vóór de ingang van de tabernakel, de tent van ontmoeting, plaatsen. Ex 40:7  Het wasvat moet u tussen de tent van ontmoeting en het altaar plaatsen en u moet er water in doen.'' (HSV)</blockquote><blockquote>''Ex 40:29 En hij zette het altaar des brandoffers aan de deur des tabernakels, van de tent der samenkomst; en hij offerde daarop brandoffer, en spijsoffer, gelijk de HEERE aan Mozes geboden had. Ex 40:30 Hij zette ook het wasvat tussen de tent der samenkomst, en tussen het altaar; en hij deed water daarin om te wassen.'' (SV)</blockquote>
[[Bestand:Altar of burnt offering. Exod. xxvii - lith'y. of A. Kollner Phila ; H. Camp's lith'c. press. LCCN2013650016.jpg|links|miniatuur|512x512px]]