k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
(3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 2:
'''Model.''' Het brandofferaltaar in de voorhof van de [[tabernakel]] was ontworpen overeenkomstig het model dat God op de berg Sinaï aan Mozes had getoond (Ex. 27:8)
[[Bestand:Brandofferaltaar.
[[Bestand:Brandofferaltaar wasvat Brouwer.jpg|miniatuur|893x893px|''Koperen brandofferaltaar en wasvat. Links grijpt een man een altaarhoorn, wellicht om zich in veiligheid te stellen.'' |geen]]
'''Maten.''' De afmetingen waren: de lengte vijf ellen (ongeveer 2,5 m), de breedte vijf ellen (ongeveer 2,5 m), de hoogte drie ellen (ongeveer 1,5 meter) (Ex. 27:1; 38:1). Het altaar was aan de bovenzijde dus vierkant (Ex. 38:1).
Het altaar was 2x zo hoog als de [[verbondskist]] en de [[tafel der toonbroden]] en 1½ x zo hoog als het [[reukofferaltaar]].
[[Bestand:Altar-of-Burnt-Offerings-1.jpg|geen|miniatuur|941x941px|''cu'' is een afkorting van het Engelse ''cubit'' = el]]
'''Acaciahout.''' Het altaar was gemaakt van planken van acaciahout, ook genoemd, in de Statenvertaling, naar het Hebreeuws, 'sittimhout' (= acaciahout) (Ex. 27:1, 38:1).
|