Brief van Paulus aan de Kolossenzen

De brief van Paulus aan de Kolossenzen (ook gespeld Colossenzen) is een brief van de apostel Paulus gericht aan de gelovigen in de stad Kolosse en opgenomen in het Nieuwe Testament.

De gemeente te Kolosse

Kolosse, ook gespeld Colosse, was een vrij onbelangrijke stad in het westen van het huidige Turkije, ca. 160 km ten oosten van Efeze.

 

Kaart[1]: Ligging van Colosse ('Colossae') zuidwestelijk van Laodicea, in de Romeinse provincie Asia

De gemeente van Christus aldaar was gesticht door één van Paulus' medewerkers, Epafras (Col. 1:6-7). Verder is er over deze gemeente weinig bekend, behalve de gegevens in de brief zelf. Paulus kende de christenen in Colosse niet persoonlijk, hij heeft van hen gehoord (Col. 1:4-9) en hij heeft ook een voortdurende gebedslast voor de gelovigen daar en in Laodicea, die hem niet persoonlijk kennen (Col. 2:1).

Geadresseerden

De brief is gericht aan de gemeente te Colosse, maar Paulus vraagt hen de brief ook voor te lezen in de naburige gemeente te Laodicia, en bij henzelf ook zijn brief aan de gemeente te Laodicea (die vermoedelijk verloren is gegaan) voor te lezen.

Schrijver en datering

De brief is opgesteld door Paulus, met medewerking van Timotheüs (Col. 1:1.) Ook in Col. 1:23 en 4:18 wordt Paulus genoemd als auteur.

Op het moment van het schrijven van deze brief bevindt Paulus zich in gevangenschap (Col. 4:3, 10, 18). Waarschijnlijk gaat het hier om zijn gevangenschap in Ceasarea, ca. 58 na Christus. Mogelijk ook zijn gevangenschap in Rome; in dat geval is de brief ca. 61 na Christus geschreven.

Doel van de brief

Paulus heeft zorgen om het geestelijk welzijn van de gelovigen, vandaar dat hij uitgebreid aandacht besteed aan de positie van Christus.  Paulus had van Epafras gehoord over ketterse opvattingen in Colosse. Welke dwaalleer is niet helemaal duidelijk, maar uitgaande van de inhoud van de brief moet het een mengeling geweest zijn van Judaïsdme, Gnosticisme, ascese en engelenverering. De leerstellingen over God en de verlossing hadden blijkbaar een schaduw geworpen over de heerlijkheid van Christus. Paulus brengt door zijn schrijven Christus weer voor het voetlicht en benadrukt Diens soevereiniteit, Goddelijkheid en heerschappij. Christus' hoofdschap over de gemeente wordt benadrukt, evenals het christelijke leven in de dagelijkse praktijk.

De boodschap

De Heer Jezus is voor de christen alles: God, Schepper, Hoofd, overwinning over de dood en de demonische machten. Er is geen verlossing en wijsheid buiten Hem. Nadruk ligt op de loutere toewijding aan Christus.

Indeling

De brief aan de gemeente te Colosse valt grofweg uiteen in twee delen:

Deel 1: overwegend leerstellig

1:1-8      Dankzegging voor de goede berichten over de gemeente.

1:9-14    Paulus voorbede voor de gemeente.

1:15-2:3 De heerlijkheid van Christus.  

Deel 2: gericht op praktisch christelijk leven

2:4-23    Waarschuwingen tegen dwaalleraren.

3:1-4:6   Eenheid met Christus en daaruit voortvloeiende levensheiliging.

4:7-18    Groeten aan de gemeente en medewerkers.

Voetnoot

  1. Kaart ontleend van Zaine Ridling (red.), Bible Atlas. Access Foundation. De gebruiksvergunning is: attribution, non-commercial.