Bron van Jakob: verschil tussen versies

555 bytes toegevoegd ,  7 jaar geleden
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
De '''bron van Jacob''' of Jacobsbron is een [[waterbron]] bij [[Sichar]] en [[Sichem]] in [[Samaria (landstreek)|Samaria]]. Daar ontmoette de [[Heer Jezus]] een vrouw, met wie hij sprak over het water van de Geest des levens.<blockquote>''Joh 4:5 Hij kwam dan bij een stad in Samaria, Sichar geheten, dicht bij het veld dat Jakob zijn zoon Jozef had gegeven. En daar was de bron van Jakob. (TELOS)''</blockquote>Na zijn terugkeer uit Paddan-Aram, kampeerde Jacob in het zicht van de stad Sichem, vermoedelijk ten oosten van de stad. Hij kocht de grond waarop hij zijn tent gespannen had. <blockquote>''Ge 33:18 Jakob kwam veilig aan bij de stad Sichem, die in het land Kanaän ligt, nadat hij uit Paddan-Aram gekomen was; en in het zicht van die stad zette hij zijn tenten op. Ge 33:19 Hij kocht het stuk land waarop hij zijn tent gezet had voor honderd geldstukken van de zonen van Hemor, de vader van Sichem. Ge 33:20 Hij richtte daar een altaar op en gaf het de naam:De God van Israël is God. (HSV)''</blockquote>Een stuk grond op de berg, een bergrug (Hebr. Sjechem) met geweld ontrukt aan de Amorieten, gaf Jacob aan Jozef. <blockquote>''Ge 48:22 en ik, ik heb jou één Sjechem,- bergrug, méér gegeven dan je broeders,- die ik heb genomen uit de hand van de Amoriet met mijn zwaard en met mijn boog! (NB)''</blockquote>WaarBij de pasbron van SichemJacob openthad naarde hetHeer oostenJezus een ontmoeting met een Samaritaanse vrouw, die water kwam putten. <blockquote>''Joh 4:5 Hij kwam dan bij een stad in hetSamaria, zuidenSichar geheten, dicht bij het veld dat Jakob zijn zoon Jozef had gegeven. En daar was de voet<u>bron van Jakob</u>. Joh 4:6 Jezus dan was vermoeid van de bergreis Gerizim,en isging eenzo bij de <u>bron</u> zitten. Het was ongeveer het zesde uur. Joh 4:7 Er kwam een vrouw uit Samaria water putten. Jezus zei tot haar: Geef Mij te drinken. Joh 4:8 (Want zijn discipelen waren weggegaan naar de stad om voedsel te kopen.) Joh 4:9 De Samaritaanse vrouw dan zei tot Hem: Hoe vraagt U die "een Jood bent, van mij te drinken die een Samaritaanse vrouw ben? Want Joden hebben geen omgang met Samaritanen. Joh 4:10 Jezus antwoordde en zei tot haar: Als u de brongave van Jakob"God wordtkende genoemden Wie Hij is die tot u zegt: Geef Mij te drinken, dan zou u aan Hem hebben gevraagd en Hij zou u levend water hebben gegeven. DezeJoh bron4:11 De vrouw zei tot Hem: Heer, U hebt geen putemmer en de put is ongeveerdiep; 76waar meterhebt U dan het levende water vandaan? Joh 4:12 Bent U soms groter dan onze vader Jakob, die ons de put heeft gegeven en die er zelf uit heeft gedronken, en zijn zonen en zijn vee? Joh 4:13 Jezus antwoordde en zei tot haar: Ieder die van Telldit Balâṭahwater drinkt, zal weer dorst hebben; Joh 4:14 maar ieder die drinkt van het oudewater Sichemdat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst hebben; maar het water dat Ik hem zal geven, zal in hem worden een bron van water dat springt tot in het eeuwige leven. Joh 4:15 De hoofdwegvrouw vanafzei Jeruzalemtot splitstHem: tenHeer, zuidengeef vanmij dedat water, opdat ik geen dorst heb en ik niet meer hier kom om te putten.'' (TELOS)</blockquote>De bron was bij Sichar (Joh. Eén4:5) wegen voertde westwaartsberg naarGerizim (Joh. 4:20). De Samaritaanse zei:<blockquote>''Joh 4:20 Onze vaderen hebben op deze berg Nabloesaangebeden, en u zegt dat 3,in Jeruzalem de plaats is waar men moet aanbidden.(TELOS)''</blockquote>De put was diep. <blockquote>''Joh 4:11 kmDe verdervrouw zei tot Hem: Heer, U hebt geen putemmer en de put is ligtdiep; (TELOS)''</blockquote>De tekst van papyrus 66 geeft de andereindruk wegdat leidtin naarde hetoudheid noordende bovenkant van de put op de begane grond was en dat Jezus op de grond zat ''bij'' de bron, richtingniet Jenin.''op'' de bron.
 
HoewelWaar hetde Oudepas Testamentvan nietSichem opent naar dehet bron verwijstoosten, brengenin Joodse,het Samaritaansezuiden, Islamitischedicht enbij christelijkede overleveringenvoet haarvan inde verbandberg metGerizim, is een bron die "de aartsvaderbron Jakob.van HetJakob" wordt cagenoemd. 333Deze n.C.bron vermeldis doorongeveer de76 Bordeauxpelgrimmeter van Tell Balâṭah, het oude Sichem. De hoofdweg vanaf Jeruzalem splitst ten zuiden van de bron. geeftEén weg voert westwaarts naar menNabloes, zegtdat water3,4 totkm eindverder meiligt; ende daarnaandere weerweg vanafleidt denaar herfstregenshet noorden, richting Jenin. [[Bestand:Jacobs welput.jpg|gecentreerd|miniatuur|1024x1024px|''Jacobs welput bij Nabloes (Sichem). Foto gemaakt ca. 1898-1914.'']]
[[Bestand:Jezus reizen van Galilea naar Judea (Access Foundation).jpg|gecentreerd|miniatuur|1348x1348px| ''Ligging van Sichar, waarbij de bron was.'']]Hoewel het Oude Testament niet naar de bron verwijst, brengen Joodse, Samaritaanse, Islamitische en christelijke overleveringen haar in verband met de aartsvader Jakob. Het wordt ca. 333 n.C. vermeld door de Bordeauxpelgrim. De bron geeft naar men zegt water tot eind mei en daarna weer vanaf de herfstregens. De put is diep. In 1935 werd een diepte van 41 meter gemeten tot aan de vuilnis die onderin ligt. Vgl. de opmerking van de vrouw uit Samaria: "de put is diep" (Joh. 4:11).
[[Bestand:Jezus reizen van Galilea naar Judea (Access Foundation).jpg|gecentreerd|miniatuur|1348x1348px| ''Ligging van Sichar, waarbij de bron was.'']]Bij de bron had de Heer Jezus een ontmoeting met een Samaritaanse vrouw, die water kwam putten.<blockquote>''Joh 4:5 Hij kwam dan bij een stad in Samaria, Sichar geheten, dicht bij het veld dat Jakob zijn zoon Jozef had gegeven. En daar was de <u>bron van Jakob</u>. Joh 4:6 Jezus dan was vermoeid van de reis en ging zo bij de <u>bron</u> zitten. Het was ongeveer het zesde uur. Joh 4:7 Er kwam een vrouw uit Samaria water putten. Jezus zei tot haar: Geef Mij te drinken. Joh 4:8 (Want zijn discipelen waren weggegaan naar de stad om voedsel te kopen.) Joh 4:9 De Samaritaanse vrouw dan zei tot Hem: Hoe vraagt U die een Jood bent, van mij te drinken die een Samaritaanse vrouw ben? Want Joden hebben geen omgang met Samaritanen. Joh 4:10 Jezus antwoordde en zei tot haar: Als u de gave van God kende en Wie Hij is die tot u zegt: Geef Mij te drinken, dan zou u aan Hem hebben gevraagd en Hij zou u levend water hebben gegeven. Joh 4:11 De vrouw zei tot Hem: Heer, U hebt geen putemmer en de put is diep; waar hebt U dan het levende water vandaan? Joh 4:12 Bent U soms groter dan onze vader Jakob, die ons de put heeft gegeven en die er zelf uit heeft gedronken, en zijn zonen en zijn vee? Joh 4:13 Jezus antwoordde en zei tot haar: Ieder die van dit water drinkt, zal weer dorst hebben; Joh 4:14 maar ieder die drinkt van het water dat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst hebben; maar het water dat Ik hem zal geven, zal in hem worden een bron van water dat springt tot in het eeuwige leven. Joh 4:15 De vrouw zei tot Hem: Heer, geef mij dat water, opdat ik geen dorst heb en ik niet meer hier kom om te putten.'' (TELOS)</blockquote>De tekst van papyrus 66 geeft de indruk dat in de oudheid de bovenkant van de put op de begane grond was en dat Jezus op de grond zat ''bij'' de bron, niet ''op'' de bron.
 
Uit de verhalen van de pelgrims weten wij dat later op verschillende momenten over de put kerken werden gebouwd. De eerste was waarschijnlijk een kruisvormige kerk in de 4e eeuw. Een kruisvaarderskerk werd er vernietigd na de islamitische overwinning van 1187. Thans is de Grieks-orthodoxe kerk eigenaar van de ommuurde plaats en een onvoltooide kerk. Een trap naar een ondergrondse ruimte leidt naar de bron, waarvan de bovenzijde nu boven de vloer is.