Christen: verschil tussen versies

68 bytes toegevoegd ,  4 maanden geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
Een '''christen''' is iemand die, schijnbaar of echt, van [[Jezus Christus|Christus]] is, bij Hem hoort, zijn aanhanger, volgeling en belijder is. De naam ''Christenenchristenen'' of ''Christianenchristianen'' is in de eerste eeuw toegekend aan de belijders van Jezus, die in Hem geloofden als de beloofde Messias of Christus.
 
In het Griekse grondtekst van het [[Nieuwe Testament]] komt het woord ''Christianos'' (Gr. Χριστιανός) drie keer voor (Hand. 11:26; 26:28; 1 Petrus 4:16). Het woord is gevormd uit ''Christos'' (Gr. Χριστος), ‘Christus’ en het achtervoegsel ''ianos'', ‘behorend bij’, 'als'. Naar de letterlijke betekenis van het woord zijn christenen mensen die bij Christus horen, als Christus zijn.
Regel 7:
Het is niet waarschijnlijk, dat ''zijzelf'' zich deze benaming gekozen hebben, want zij noemden elkaar of duiden elkaar aan met ''broeders'', ''heiligen'', ''leerlingen'', ''gelovigen'' of ''kinderen van God''. De leerlingen waren gewoon onderling elkaar ''broeders'' te noemen. Paulus duidt de leerlingen vaak aan met ''heiligen''. Lucas en Paulus spreken ook van ''gelovigen''. De apostelen gebruiken in hun geschriften niet de naam ‘christen’ of ‘christenen’, om de gelovigen aan te duiden.
 
Evenmin is het waarschijnlijk dat de Joden hen zo genoemd hebben, want dezen hielden de naam Christus, als de Griekse vertaling van het Hebreeuwse woord ''Messias'', voor te heilig dan dat zij hem zouden gegeven hebben aan de verachte sekte der Nazarenen (Hand. 24: 14; 28: 22: 24: 5). Bij de ongelovige Joden stonden de leerlingen als  ''Galileeërs''  of ''Nazareners''  bekend.
 
De Christenenchristenen werden dus zo genoemd door de ongelovigen en wel, zoals de Latijnse uitgang ''ianos'' doet vermoeden, door de meestal heidense bewoners van de stad. Met de benaming ‘christenen’ konden de aanhangers van Jezus onderscheiden worden van de Joden met wie zij anders makkelijk verwisseld konden worden, en waarvan zij een sekte schenen uit te maken. Ze werden dus genoemd naar de persoon over wiens aanneming of verwerping als de Christus de grootste strijd bestond.
 
Spoedig kwam deze naam meer algemeen in zwang, maar werd toch in de eerste eeuw alleen gebruikt door niet-christenen als Agrippa (Hand. 26: 28). Koning Agrippa zei tegen de apostel Paulus, die verantwoording en getuigenis aflegde:<blockquote>''Hnd 26:28 Straks zou u mij nog door uw overreding <u>christen</u> maken.'' (TELOS)</blockquote>De naam ‘christen’ werd ook gebezigd door hen, die de heiligen onderdrukten en vervolgden (1 Petr. 4: 16).<blockquote>''1Pe 4:16 Als hij echter als <u>christen</u> lijdt, laat hij zich niet schamen, maar God verheerlijken in deze naam.'' (TELOS)</blockquote>Pas in de tweede eeuw hebben de christenen zichzelf en elkaar zo genoemd.
 
'''<nowiki/>'Naamchristen'.''' Er zijn veel mensen die zichzelf christen noemen of door anderen zo genoemd worden, maar het niet echt zijn, zie [[Naamchristen]].
Gezegde: "Van het zitten in een kerk, wordt je net zomin een Christenchristen, als dat je van het zitten in een garage een auto wordt".
'''<nowiki/>'Wedergeboren christen'.''' Het woord 'wedergeboren christen' wordt gebruikt om een echte christen te onderscheiden van een naamchristen. De uitdrukking zelf komt niet in de Bijbel voor, de wedergeboorte wordt wel in de Bijbel als een noodzakelijke gebeurtenis genoemd. Vooral in de Verenigde Staten wordt de uitdrukking 'born again christian' veel gebruikt.
 
== Bronnen ==